15 september 1994
- 6 -
andere zaken die niet in overeenstemming waren met het bestemmingsplan,
zouden verdwijnen en dat ook op het nieuw te betrekken perceel aan de
Koningsweg gewerkt zou worden volgens de voorschriften die we hebben
afgesproken. Mijn fractie constateert helaas dat inmiddels duidelijk is dat
er detailhandelactiviteiten plaatsvinden en dat u inmiddels hebt besloten
om Van Doorn aan te schrijven. Wij constateren dus dat Van Doorn zich niet
houdt aan afspraken die in het verleden gemaakt zijn, aan condities die we
gesteld hebben om het mogelijk te maken op de Dorresteinweg het een en
ander te kunnen doen. Ik zou dan ook op dit moment willen voorstellen dat u
het voorstel terugneemt en dat er eerst gezorgd wordt dat de zaak helemaal
in orde is en in overeenstemming met wat wij hier hebben afgesproken,
voordat wij een voorbereidingsbesluit gaan nemen voor dit perceel en het
mogelijk maken dat er toch weer een actie in gang wordt gezet en dat
zometeen daar dingen gevestigd zijn en we weer jaren kunnen gaan
aanschrijven en heen en weer soebatten. Daar voelen wij niets voor, we
zouden graag zien dat u dit voorstel intrekt.
Heer JANSEN (D66): Voorzitter, het enige is dat ik u wilde vragen of het
juist is wat de heer Witte zegt. Ik denk dat als het juist is wat hij zegt,
zijn voorstel helemaal niet zo gek is.
Heer VISSER (GL/PS): Ik denk dat het waar is, dat de heer Witte feitelijk
gelijk heeft, maar je kunt niet de man dwingen door dit besluit in te
trekken, om te zorgen dat hij het andere niet doet. Dat vind ik geen goed
bestuur.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, als er inderdaad sprake is van een
nieuw feit, dan lijkt het me reëel om te zeggen: laten we het een maand
aanhouden. Maar ik kan niet beoordelen of dat juist is.
Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, misschien dat het college daar in
eerste instantie nog een antwoord op kan geven, op de door de heer Witte
gestelde vragen. Daar willen wij ons standpunt wel op aanhouden.
Wethouder TEN HOVE: Ik kan inderdaad bevestigen, mijnheer Witte, dat de
heer Van Doorn ook naar ons oordeel handel, mogelijk detailhandel drijft in
tuinhuisjes en dergelijke en dat wij hem hebben aangeschreven om daarmee te
stoppen
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, ik zie toch duidelijk dat er sprake is van
meer zaken. Er wordt nu gezegd dat het alleen om detailhandel gaat, maar er
wordt ook gesproken over illegale bouw. Dan vraag ik me toch af waarom het
college dan niet gewoon nu zegt: laten we het nou maar terugnemen en laten
we zorgen dat eerst alle raadsleden zich op de hoogte kunnen stellen van
wat er precies aan de hand is. Dit is natuurlijk ook een gevolg van een
besluit van uw college van deze week, ik kan me voorstellen dat niet
iedereen het gezien heeft. Ik denk dat het hoogst verstandig is dat u het
als college gewoon terugneemt en dat we nu niet een rondje gaan doen,
terwijl een aantal leden van de raad niet op de hoogte is van alle feiten.
VOORZITTER: Ik denk dat het het beste is, voordat ik u verder het woord
geef, dat ik even schors om met het college te overleggen. Ik schors de
vergadering.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan wethouder Ten Hove.
Wethouder TEN HOVE: Mijnheer de voorzitter, het lijkt mij een goede zaak om
de commissie ruimtelijke ordening op 2 7 september a.s. te informeren over
wat er er zich in de afgelopen tien, veertien dagen heeft afgespeeld en dan
ook het voorbereidingsbesluit daar aan de orde te stellen.
VOORZITTER: Dat betekent dat wij het nu terugnemen als college. Het wordt
van de agenda afgevoerd.
Het voorstel (RV 94-90) wordt aangehouden.