15 september 1994
- 9 -
precies kan peilen hoe de uitslag zal zijn. De stemmingen vangen aan bij
nummer 6, de heer Lokker. Wilt u zich uitspreken of u voor of tegen het
collegevoorstel bent?
de heer Lokker, voor; de heer Krijger, tegen; mevrouw Blommers,
voor; de heer Krol, voor; de heer Van den Breemer, voor; de heer
Jansen, tegen; mevrouw Huberts, tegen; de heer Joustra, tegen; de
heer Baks, tegen; de heer Van Logtenstein, voor; de heer Meilof,
tegen; mevrouw Swinkels, tegen; de heer Blaauw, tegen; mevrouw
Tomassen, voor; de heer Van Wuijckhuijse, tegen; de heer Boerkoel,
voor; de heer Visser, voor; de heer Witte, tegen; de heer
Anderson, tegen; de heer Glastra, tegen; de heer Plomp, voor;
mevrouw Hartering, tegen; mevrouw Stekelenburg, voor; mevrouw
Gerritse, voor; de heer Zwaanenburg, voor; de heer Ten Hove, voor;
de heer Brunekreef, tegen.
Het voorstel (RV 94-92) wordt met 13 stemmen voor en 14 stemmen tegen
verworpen.
Voorstel tot het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in artikel 19
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van het bouwplan De
Lindenhof
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, gehoord de diverse partijen in de
commissie ruimtelijke ordening, lijkt het erop dat het voorliggende
agendapunt betreffende De Lindenhof het niet zal gaan halen. Ik zeg "lijkt"
want wij hebben hierover één persoon, een lid van het college, nog niet
horen spreken. We hebben de stellige overtuiging dat er bij deze wethouder
van de WD, die schriftelijk laat weten een minderheidsstandpunt in te
nemen, sprake moet zijn van een misverstand. Het moet een misverstand zijn,
omdat de bedoelde wethouder bij de besprekingen van het collegeprogramma
dit punt niet naar voren heeft gebracht. Met andere woorden, het was niet
meer actueel, want de raad had immers gesproken. We kunnen ons goed
voorstellen dat de wethouder deze vergissing beging. Immers, als je vier
jaar lang gezeten hebt in de rol van de oppositie, met een duidelijk andere
verantwoordelijkheid, dan kan het gebeuren dat je je onvoldoende realiseert
dat je rol als bestuurder een andere is. Een goed voorbeeld van de
bestuurder was de wethouder van Progressief Soest in het vorige college,
die weliswaar knarsetandend, loyaal ja heeft gezegd tegen reeds in gang
gezet beleid
Heer WITTE (GGS): Daar komt u wel erg laat achter, mevrouw Stekelenburg.
Heer VISSER (GL/PS)Even bij interruptie. Het gaat over een tehuis waar de
mensen een beetje gestoord zijn. Ze zeggen wel eens dat er buiten die
tehuizen meer van die mensen rondlopen dan binnen die tehuizen.
VOORZITTER: Daar zullen we niet verder op doorgaan. Het woord is aan
mevrouw Stekelenburg.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Ik probeerde u een compliment te geven, want
ik was nog niet uitgesprokenbij buitengewoon gevoelige punten.
Voorzitter, de huidige wethouder van de WD, mevrouw Blommers, heeft
politieke kundigheid. Dat heeft ze in het verleden voldoende bewezen. Het
is iemand die een stootje kan hebben en op een soepele manier creatieve
oplossingen kan bedenken. Daarom lijkt het ons dat haar nu de kans geboden
moet worden om alsnog uit te spreken dat ze voor dit plan is. We hopen dat
ze dat niet ziet als gezichtsverlies, maar gewoon als het dragen van haar
verantwoordelijkheid. Het zou niet terecht zijn haar dit te vragen als er
ook maar enige onduidelijkheid was geweest in de overwegingen van de
provincie. Nu dit dus niet aan de orde is, gaat het om een zuiver formele
afwikkeling, om continuïteit van beleid en daarom stellen wij haar deze
vraag.
Voorzitter, we hebben jarenlang argumenten gewisseld, iedere bij het plan
betrokken partij, dat wil zeggen: burgers, belanghebbenden als ook de
politiek, vanuit hun eigen invalshoek. Onze indruk is dat dit is gebeurd