15 september 1994
- 22 -
Soester winkeliers belang bij hebben. Ik ben in een van de kranten
tegengekomen een bericht waarin ook heel duidelijk staat -dat gaat dan meer
specifiek over avondwinkels- dat eigenlijk alleen maar de grote ketens er
belang bij hebben, bij dit soort zaken, dat ook alleen kunnen opbrengen.
Dus voor onze eigen winkelstand zal het eerder een vervelende externe
concurrentie inbrengen, zowel de avondwinkels als eventueel die zondagen,
omdat het soms toch wel belangrijke winkelmomenten worden. Een ander
argument is dat de werkenden in winkels enigszins in een positie komen van
het gediscrimineerd zijn omdat zij, als zij de christelijke positie innemen
en op de zondag niet willen werken, door hun baas misschien wat meer met de
nek aangekeken worden van: jij bent een lastig iemand, op de bijzondere
dagen dat we meer klanten verwachten, wil jij niet werken. Terwijl de
behoefte nauwelijks is uitgesproken. Dus wij gaan iets aannemen waarvan we
nauwelijks weten of er behoefte aan is, we doen het alleen omdat er
wettelijk de ruimte voor is. Dus, geen behoefte en we weten wel dat we voor
een aantal mensen in onze gemeenschap een stukje overlast veroorzaken. De
laatste vorm van overlast is dan die dat ik zeg: de zondag is een dag die
is gesteld als een rustdag. Dat is dan vanuit de bijbelse visie heel
duidelijk een rustdag, waarin we de ruimte krijgen, waarin God ons de
ruimte geeft om ook werkelijk rust te krijgen. De mens is eigenzinnig
genoeg om een situatie om zich heen te creëren dat hij tot in het eindeloze
onrust om zich heen creëert, tot in het eindeloze bedenkt op welke momenten
hij toch misschien nog wat geld binnen kan schrapen, al is het zeven dagen
in de week. Wij hebben een God die ons gemaakt heeft, die heeft gezegd: het
is goed voor de mens als hij van boven af de ruimte krijgt om rust
verplicht te krijgen. Ik acht het een fantastisch goed, waar wij ook
rekening mee zouden moeten houden. Ik vind het jammer dat wij dat niet
doen. Ik zou het waarderen als de raad, ook rekening houdend met diegenen
die deze waarden hoog houden en voor wie deze waarden van groot belang
zijn, toch nog over dit raadsbesluit wil denken.
Heer LOKKER CDA)Ik denk niet dat het goed is om de hele discussie in de
commissie te herhalen. Toch hecht ik eraan om te zeggen dat wij uiteraard
traditioneel ons kunnen scharen achter de principes zoals de heer Meilof
ons die geeft. Aan de andere kant praten we over twee verschillende dingen.
Aan de ene kant de wettelijke ruimte die er is en aan de andere kant de
ruimte die bepaalde groepen in de samenleving zichzelf geven. Wij vinden
dat inmiddels onze samenleving ook een staalkaart is van geloven en denken
en dat de zondagsrust inderdaad geldt voor een bepaalde groep, dat er ook
andere groepen zijn waar wij respect voor willen opbrengen, die op andere
dagen hun god -en dat is dan toch meestal diezelfde god- willen dienen. God
geeft ons ook die ruimte, om dat geloof ook op andere dagen te belijden,
zelfs in de binnenkamer waar het heel stil kan zijn. Dat wilde ik er nog
over zeggen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik zou een ander aspect
willen belichten. Ik denk dat met de verruiming van de winkelsluiting het
een ruimere werkgelegenheid mogelijk maakt. Als je nu kijkt naar de
hoeveelheid werkloosheid die er is in dit land, en juist ook op dat niveau
waarop deze mensen zouden kunnen werken, dan denk ik dat het een
uitstekende maatregel zou kunnen zijn. Het is aan de ondernemer zelf om te
bepalen of hij het wil of niet. En als hij het doet, zal hij toch zijn CAO
moeten handhaven waarin staat geregeld hoeveel uur mensen werken. Dus ik
denk juist dat het een hele goede maatregel zou kunnen zijn. Ik hoop dan
ook dat zoveel mogelijk winkeliers daar gebruik van zullen maken.
Wethouder BLOMMERS: Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Meilof,
natuurlijk heeft hij ook in de commissie het standpunt van zijn achterban,
van zijn partij naar voren gebracht. Ik respecteer dat, maar ik moet zeggen
dat het college toch meer bij het standpunt van de heer Lokker staat. In
deze samenleving moet een ieder op zijn eigen wijze en op zijn eigen tijd
de kans krijgen om zijn eigen religie te belijden. Het is niet aan de
gemeente om vast te leggen of dat op een zondag of op een vrijdag moet. Wij
vinden daarbij dat als je de eigen verantwoordelijkheid van zowel de onder
nemer als de werknemer serieus neemt, dat daar in overleg ruimte zal zijn
voor ieders opvatting. Dat is ook in de afgelopen tijd gebleken, want u