12 oktober 1994
31 -
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Ik denk niet algemeen bij de Volksuniversi
teit, ik denk dat u misschien toch een andere groep op het oog hebt. Maar
dat moet u zelf maar bevestigen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Motie 13, RWA. Ik vind het een beetje jammer, de
wijze waarop u hem opgesteld hebt. De suggestie die ervan uitgaat is mijns
inziens een beetje scheef. Ik ben er namelijk voor dat wij als opdracht
gever naar het RWA ons actiever opstellen. Alleen, de suggestie dat als wij
opdracht aan hen verlenen dat het ons een stuk bespaart in het gewone geld
daar storten en dat dat suggereert alsof het geld dan op die manier terecht
komt, is niet waar. Het feit dat wij bijvoorbeeld meer mensen aan het werk
zouden helpen via het RWA, kost ons nog meer geld, oftewel, het kost ons de
opdracht en het kost ons ook nog de subsidiëring van het feit dat de mensen
daar werken. Dus het zal ons dubbel geld kosten, helaas. Op zich, de
gedachtengang, de stimuleringsgedachtengang ondersteun ik, maar
Heer JANSEN (D6S)Het kost het rijk minder uitkeringen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Nee, de mensen zitten er al en het feit dat
iemand daar zit, kost ons zoveel geld. Het feit dat hij werk gaat doen is
gunstig, dat is een goede zaak, dat heeft hij al, dat werk. Misschien dat
er een enkeling meer terecht zou kunnen als wij meer opdrachten geven, maar
het kost ons dan nog meer geld.
Mevrouw SWINKELS (D66) Ik ben het met u eens, mijnheer Meilof -als het
even mag, voorzitter?-, maar daarom worden de bedragen ook niet gespecifi
ceerd. Het is duidelijk wanneer wij het RWA opdrachten geven, dat het dan
omgeslagen wordt en dat het lang niet zeker is dat de andere gemeenten ook
opdracht geven. Dus het is inderdaad, zoals de heer Krijger zei, erg
ingewikkeld. Het is wel zo dat wij willen stimuleren dat de gemeente weer
heel goed kijkt naar de mogelijkheden om het RWA geld te verlenen. Als u
het zo wilt vertalen?
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Als u het zo gaat vertalen, dan ga ik de motie
steunen
Dan hebben we het convenant sport. Ik denk dat het wijs is om het convenant
sport in zijn nieuwe vorm samen te stellen als we een half jaar verder
zijn, dat het convenant sport dan een andere inhoud zou krijgen dan als we
daar nu op gaan zweten, dat we nu alleen een verlengingsperiode moeten
toepassen en dat we het dus even uitstellen totdat we klaar zijn met onze
discussie
VOORZITTER: We zijn rond. Ik wilde het zo doen dat na de afhandeling van
deze hoofdfunctie wij een korte pauze houden. We gaan nu eerst het college
laten antwoorden. Ik begin bij mevrouw Blommers.
Wethouder BLOMMERSVoorzitter, er is over mijn onderwerp niet veel gezegd.
Ik ben natuurlijk blij met de uiteindelijk vastgestelde subsidie voor de
Volksuniversiteit en met name omdat er op het ogenblik toch ontwikkelingen
zijn om dit soort cursussen op elkaar af te stemmen, om te zorgen dat er
één «education permanent» komt, zoals mevrouw Oranje -hier vroeger in de
raad vertegenwoordigd- dat altijd noemde. Het is belangrijk dat het op deze
manier kan, dus ik ben toch blij dat de meesten van u dat mogelijk hebben
gemaakt
Wat betreft de opmerking over de tarieven van mevrouw Tomassen, ofwel de
«Tomassen-belastingen», waarmee ze allerlei dingen wil dekken. Ze wist al
in eerste instantie dat ik natuurlijk helemaal niet enthousiast zou zijn
over haar wijze van dekken. Die 160.000,= op blz. A.10, dat wil ik toch
nog eens nadrukkelijk vermelden, is een duidelijk financieel verhaal: hoe
zat het vroeger met de uitkering, hoe zit het nu met de uitkering? We
betalen nog steeds twee keer zoveel als we ooit hebben gekregen aan
doeluitkering voor de sociale vernieuwingsprojecten. Dus die 160.000,=
moet u niet koppelen aan extra, die hebt u in wezen al uitgegeven. Als u
dan gaat zeggen: ik heb een aantal punten die ik graag in het kader van
WEL/ZORG nadere aandacht wil geven, dan ben ik het eens met degenen die
zeggen: luister eens even, dan moeten ze ook concreet zijn en worden