20 januari 1994 - 19 desbetreffende standplaatshouder niet op die dagen aanwezig is -u ziet, het is maar beperkt: op donderdag en vrijdag- dat hij elders is, dat hij elders de krenten uit de pap haalt, dat de consument op die dagen, de maandag, dinsdag, woensdag en zaterdag naar Zeist moet. Om nu toch een zo goed moge lijk voorzieningenpakket voor Soesterberg te handhaven, is deze maatregel. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, daar moeten de winkeliers voor zorgen, daar moet u niet voor zorgen. Wethouder MENNENatuurlijk, een gemeentebestuur kan weinig doen, maar wel natuurlijk de voorwaarden ondersteunen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, dat is precies wat ik van u vraag: doe dat, die bescherming geven, maar ga niet ook dingen afschermen die we wél willen. Dat doet u ook en daar vraag ik naar. Maar u gaat weer in op datgene wat ik ondersteun. Ik ondersteun een deel van het voorstel wel degelijk, alleen ik ondersteun niet dat u er veel meer mee doet en ook nuttige commercie weghaalt waar iedereen belang bij heeft. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, is dit niet al eens in de commissie besproken? VOORZITTER: Ik krijg de indruk van niet. Heer BOERKOEL (PvdA)Wel degelijk, maar de antwoorden waren toen net zo ontwijkend als ze nu zijn. Wethouder MENNENee, de antwoorden zijn recht-toe, recht-aan. VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Menne om verder te gaan met de beantwoording Wethouder MENNEVoorzitter, ik dacht dat het inderdaad wel degelijk in de commissie besproken is. Ik weet niet of mevrouw Tomassen daar aanwezig was. Ik dacht het niet. Mevrouw TOMASSEN (PS)Ik was verhinderd, maar ik stel niet al die vragen. Wethouder MENNENee, akkoord. Voorzitter, ik meen toch bij afweging dat juist wij ervoor zorgen dat deze maatregel, die heus niet zo ver gaat Het is ook zo dat wij natuurlijk naar redelijkheid, voorzitter, nog een half jaar ervoor uittrekken alvorens de desbetreffende zuivelhandelaar zijn standplaats daar moet opzeggen. Het is dus niet zo dat het meteen vandaag gaat gebeuren. Dus wat dat betreft denk ik dat het allemaal zeer redelijk geschiedt, met onder andere het oogmerk dat de afvloeiing van koopkracht naar buiten, naar buurgemeenten beperkt wordt. Heer BOERKOEL (PvdA)Voorzitter, omdat ik niet onbeleefd wilde zijn en de wethouder te interrumperen, heb ik steeds maar gehoopt op het laatst zijn antwoord te krijgen op de vraag die in eerste instantie al gesteld is: hoe gaan we dan vervolgens, nu we dit doen, om met de handelaren langs de deur? Ik heb het in tweede instantie niet gehoord, ik heb het in eerste instantie niet gehoord en ik verwacht toch een antwoord van het college. VOORZITTER: U hebt recht op een antwoord. Het woord is aan de wethouder. Wethouder MENNEIk dacht wat dat betreft dat men dan een vergunning dient te hebben Heer BOERKOEL (PvdA)Ja, voor een standplaats ook. Wethouder MENNEIk weet niet of dat nu weer een andere discipline is, die u aanhaalt. Het colporteren langs de deur, dat Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Dat is niet colporteren, het is gewoon handelen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1994 | | pagina 38