18 mei 1995 - 18 - 18 op de ruimtelijke ordening juist aan dat met name voor situaties waar sprake is van een ontwerp-bestemmingsplan dat ter inzage is gelegd, de toe mogelijkheid bestaat om vooruitlopend op het van kracht worden van het is totale bestemmingsplan, artikel 19 toe te passen. En naar het oordeel van Het het college wordt de zorgvuldigheid niet geschaad door vooruitlopend op het wet nieuwe bestemmingsplan op 20 juli a.s. -als u allemaal het procedureschema ons voor ogen hebt, dan vindt u daar de datum 20 juli- al een besluit te nemen we over de bouwplannen op 't Driftje, in plaats van op 19 oktober bij de tif vaststelling van het ontwerp-bestemmingsplan. Op 20 juli a.s. kunnen de mof bouwplannen reeds getoetst worden aan het ter inzage gelegde bestemmings- kor plan. Er is een zekere haast om die bouwplannen zo spoedig mogelijk te ni< laten invullen, omdat -zoals met name de heer Visser opmerkte- het in het die gebied nogal rommelig is, als ik het heel voorzichtig uitdruk. Het is dus an< zaak dat de bouwplannen gerealiseerd worden, omdat daarmee het gebied in ge.' zijn totaliteit ook op orde gebracht kan worden. tec De opmerkingen van de heer Visser over gesprekken. Naar aanleiding van de pr< vorige vergadering hebben kort daarop een aantal gesprekken plaatsgevonden op: met een aantal belanghebbenden, afzonderlijke gesprekken. Het is niet altijd mogelijk in alle gesprekken alle informatie ter tafel te brengen. Hei Een eenvoudig voorbeeld: er ligt een bouwplan bij de welstandscommissie en eii de welstandscommissie kan daar nog van alles over zeggen. Dan kunnen we va natuurlijk wel ter plekke met elkaar ook een oordeel gaan vormen over dat doi bouwplan, maar dat is dan een oordeel dat wellicht weer achterhaald wordt bi door opmerkingen vanuit de welstandscommissie. Om dat probleem te ondervan- ma gen is ter plekke met name met het Buntcomité een vervolgafspraak gemaakt ël voor een moment, zodanig gekozen dat we zeker weten dat het bouwplan dan de is welstandscommissie gepasseerd heeft. Zo geldt dat ook voor andere delen van ee het plan, die nog niet volledig uitgewerkt waren. Een ander aspect is dat me er ook vertrouwelijke stukken zijn. Zo wordt het college ook door juristen ee geadviseerd. Het lijkt mij volledig correct dat die stukken wel ter inzage al liggen voor de raadsleden, maar dat, gelet op de belangen van de gemeente, po die stukken niet publiekelijk aan een ieder bekend hoeven te worden vr gemaaktwe Concluderend, voorzitter, denk ik dus dat wij in de procedure zoals die geschetst is, tot een integrale afweging kunnen komen van zowel het He bestemmingsplan als de daarbij tot nu toe ingediende bouwplannen. He Heer JOUSTRA (BAM): Voorzitter, het betoog van de heer Ten Hove heeft mij ge niet kunnen overtuigen. Ik denk ook het buurtcomité niet, maar dat terzij- wa de. Ons inziens ontbreekt nog steeds elke ratio aan een artikel 19 procedu- ke re, om die op te starten op een bestemmingsplan dat op het punt staat te he verdwijnen en dat wordt vervangen door een ander plan, in deze een ontwerp- bestemmingsplan. Ons inziens wordt hier voorbij gegaan aan de zin van de Hg wet om een afgewogen inspraakprocedure mogelijk te maken. Wij vrezen -dat mi is wat anders dan hopen- dat het buurtcomité rechtens wel eens het gelijk di aan haar zijde zou kunnen krijgen. Maar, voorzitter, de tijd zal het leren. er De opmerking van wethouder Ten Hove dat haast geboden is, omdat het ter or plekke nog een rommel is, vind ik niet opportuun, want daar is het al een ge jaar, anderhalf jaar een bende. Die drie maanden kunnen er ook nog wel bij. re Gezien die korte termijn is het denk ik helemaal niet opportuun om nu maar de overhaast in te stemmen met een artikel 19 procedure. Ik denk dat de haast mi door iets anders ingegeven wordt, dat is de vrees voor nieuwe claims. Ik be wil daarbij zelfs zo ver gaan dat we naar een situatie toegaan -ik hoop het IJ niet- dat projectontwikkelaars in onze gemeente de baas dreigen te worden, zc in plaats van de raad zoals we hier zitten. Ik wil u daar ernstig voor d; waarschuwen. nc Heer JANSEN (D66): Voorzitter, ik wil graag op twee punten nog even kort Sc ingaan. Het eerste punt is het volkshuisvestelijk karakter, dat door de z<- heer Meilof verdedigd is en naar mijn gevoel door de heer Witte op een w< goede manier weer weerlegd is. Ik wil er bovendien nog aan toevoegen wat ik in eerste termijn ook heb geprobeerd duidelijk te maken, dat wij als Hi gemeente uit een pot waar we geld in hebben gestopt om volkshuisvestelijk s< in die zin voor dat gebied iets te doen dat er goedkopere woningen zouden ai kunnen verrijzen We hebben dus al miljoenen uitgegeven op dit moment h. met dat doel en dat is op een hele andere manier besteed als gevolg van de ti procedures. Waar wij voor pleiten is om ten minste te proberen dat doel °i O!

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 111