15 juni 1995 - 19 -
besluitvorming nu als richtinggevend worden aangemerkt. Ik zal alleen
daarop reageren als wij de richting wat willen verleggen, maar de hoogten
van de bedragen zijn op dit moment nog niet concreet aan de orde.
Bij de inkomstenverhogingen denken wij dat die in de pas lopen bij de
ontwikkelingen in de regio.
Bij de uitgavenverminderingen denken wij dat het goed is om te kijken naar
de voorlichting, het volume van de voorlichting heeft niet automatisch te
maken met kwaliteit, dus het voorstel vanaf 1998 biedt ons ruimte genoeg om
te kijken of op adequate wijze de voorlichting op niveau kan blijven met
minder volume.
De brandweer, bestuurlijke preventie, bijdrage rampenbestrijding, vinden
wij op dit moment normale voorstellen die kunnen, gezien het onderzoek en
ook de bijdragen vanuit de regio.
Onderhoud wegen, er is ruim de tijd voor genomen dat niet onherstelbare
beslissingen worden genomen die misschien te ver ingrijpen.
De energiecoördinatie, wij vinden het juist dat dat wat teruggaat, het werk
is gedaan.
Schoolzwemmen, een verantwoordelijkheid voor de ouders, maar het is een
vangnet dat misschien mogelijk is, daar is tijd voor tot 2001.
Het godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijke vorming, dat is geen
kerntaak. Wij hebben erover gesproken en wij denken dat daar waar organisa
ties vinden dat het belangrijk is en er menskracht voor kunnen vrijmaken,
dat ze het zelf kunnen doen. Het is geen taak die wij vinden te moeten
steunen.
De bibliotheek en de stichting C-drie, ik denk dat beide moeten zorgen dat
er heel efficiënt kan worden gewerkt, met de nadruk op beide. Soms krijg ik
de indruk dat de een achterover leunt en dat de ander het moet opknappen.
Dat lijkt ons niet juist. Geen van beide heeft de weelde om niets te doen.
Muziekonderwijs, daar zijn we toch wel gebonden aan reacties uit de regio.
Ik denk dat de bezuiniging zoals die er staat niet gehaald wordt, maar
goed, de richting is aangegeven. We moeten uitkomen op een voorziening die
haalbaar en bereikbaar blijft, maar daar zijn we niet alleen verantwoorde
lijk voor.
De sport, daar heb ik al op gereageerd.
Ik denk dat het voorstel het voorstel is zoals wij het op dit moment kunnen
verwachten.
VOORZITTER: Dank u wel. Dames en heren, in het kader van de volksgezondheid
stel ik voor een pauze van tien minuten te houden.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de heer Van
Logtenstein.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, wij hebben op een aantal punten wat
vragen gehad. Er zijn een aantal concrete vragen gesteld, maar over het
algemeen heeft het zich beperkt tot opmerkingen in de zin van onderhoud
wegen en groenonderhoud, de koppeling daarvan. D66 heeft daar moeite mee
omdat men de angst heeft dat uiteindelijk het groenonderhoud daar de dupe
van zou kunnen worden. Dat is absoluut niet de bedoeling. We hebben die
koppeling gemaakt, omdat er altijd een interactie is tussen die twee
vakgebieden. In wezen is de taakstelling binnen groenonderhoud op vijftig
gedefinieerd, maar het zou kunnen zijn dat dat door verschuivingen tijde
lijk anders wordt en dan heeft het wegonderhoud daar voordeel van. Het is
niet onze doelstelling om dat te gaan inzetten, het kan de consequentie
zijn van uitvoeringstaken.
Energiecoördinatie. U wilt wachten op het uitvoeringsplan. Ik denk dat het
verstandig is, want wij hebben nu in 1988 de post opgevoerd. Het kan zijn
dat op het plan dat in juni aan ons gepresenteerd gaat worden ten aanzien
van de verdere gemeentelijke benadering ten aanzien van de energie-aanpak
en dan bedoel ik niet coördinatie in de zin van mankracht, maar meer:
hoe gaan wij nou als gemeente om met het handhaven van beperking van
energiegebruik en dergelijke? Dat rapport zal op dat moment in het college
komen en eventuele consequenties daarvan zullen aan u worden meegedeeld.
Gebouwenbeheer. Daar verwacht u in wezen winst uit. Dat zal moeten blijken,
ik kan daar niet op vooruit lopen. Wij wachten die rapportage af.
Ik kom zo dadelijk in algemene zin even op de sport terug, omdat dat bij
meer fracties is genoemd.