- 14 - ken. Ik denk dat je dit moet doen en het andere ook moet doen. Als je constateert dat er vreselijk grote verschillen in zitten, dan is er niks op tegen om die nog eens tegen het licht te houden. Dat kunnen we doen, maar ik vind wel dat we vooral door moeten gaan om het tijdpad dat ingezet is, te kunnen halen. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, dat sluit bijna naadloos aan bij wat mevrouw Stekelenburg zei in de richting van de heer Witte. Je kunt twee dingen doen. Je kunt zeggen: hou het nou vast, want het is nog niet perfect en we hebben nog een paar maanden om het allemaal te gaan afronden. Je kunt ook zeggen: wat er ligt is op zich een zeer waardevol stuk en als er redenen zijn om het in de naaste toekomst bij te stellen, dan stellen we het bijDat betekent, we zijn er met z'n allen bij om vast te stellen dat we de goede kant opgaan, met een goede verordening en zonodig ben ik bereid om met u te praten over aanpassingen als daar absoluut redenen toe zijn. Alleen, op dit moment zie ik ze nog niet en we moeten wel door, want we moeten onze mensen ook de ruimte geven om de zaken die wij vaststellen te gaan uitvoeren. Dan kom ik bij de heer Glastra, die heeft vooral in Zeist veel kennis opgedaan, dat merk ik. Er zullen in de komende maanden nog wel eens een paar kansen zijn om dat te doen, dus er zal best wel een voortschrijdend inzicht ontstaan ten aanzien van de problematiek en de oplossingsrichtin gen. Als u zegt: die 380 miljoen is de insteek geweest van het rijk om die wet te gaan instellen, dan denk ik dat het wat te eenvoudig is. Maar dat is Haags beleid. Wij hebben een nieuwe wet en de consequentie van het goed hanteren van die wet met het recht op uitkering voor de mensen die daar uitdrukkelijk voor in aanmerking komen, zal of kan voor het rijk per definitie een saldering van een 350 miljoen geven. Dat is dan een meeval ler. Maar het kan ook nog zo zijn dat, indien de wet niet kan worden uitgevoerd zoals gedacht, er bijstellingen zullen komen. Ik zou willen voorstellen, voorzitter, dat wij ten aanzien van de inschattingen voor 1999 -er wordt gezegd acht ton, het kan ook iets meer zijn- Dat hebben we in de risicoparagraaf opgenomen van de gemeente Soest, daar is die voor, dat zijn ongedefinieerde, nog niet duidelijk in te schatten risico's en dat kan dus een tegenvaller zijn. Daarin staat het vermeld en hoe verder we komen in de tijd, hoe duidelijk het wordt hoe je daarmee om moet gaan. Ik denk dat we dat punt daarbij moeten laten. Dan blijven er nog twee dingen over. We krijgen binnenkort de begrotingsbe handeling en ik denk dat het goed is om nu juist een aantal beleidsaspecten ten aanzien van deze nieuwe Algemene bijstandswet bij de begrotingsbespre kingen te betrekken. Het is geen verzoek aan u om daar alvast voor te gaan verzamelen, maar mocht het nodig zijn dan is die kans er. In de tweede plaats wil ik nog zeggen: we hebben natuurlijk dat werkaspect ook wat onderkend en u kunt in de begroting van de gemeente Soest twee dingen constateren, dat mijn collega van werkgelegenheid in samenspraak met het college aan de raad heeft voorgesteld om in 1995 een zeer actief werkgele genheidsbeleid te gaan voeren. Dat betekent dat we dus als gemeente al zeer aanzienlijke bedragen gaan inzetten om die werkgelegenheid te creëren en op zijn minst de gemeentelijke inspanning maximaal te doen zijn. Heer JANSEN (D66)In 1996 bedoelt de wethouder. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Natuurlijk, mijnheer Jansen. U bent nog bij de les, dank u wel. In 1996. Ik denk dat ik het hierbij moet laten, voorzit ter, ik heb de vragen naar behoren beantwoord. VOORZITTERMag ik constateren dat de raad met het voorstel kan instemmen? Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik weet dat een derde termijn niet kan, maar ik wil toch even een stemverklaring afgeven. Ik denk dat de handreiking die de heer Van Logtenstein doet in de zin waarbij hij heel concreet zegt: indien we zo meteen merken dat dit niet het juiste besluit is geweest, in samenhang met de andere dingen die we moeten doen, dan ben ik bereid om dit stuk weer op tafel te leggen en aanpassingen te plegen. Onder die conditie kan mijn fractie akkoord gaan met dit voorstel. VOORZITTERGeldt dat voor de hele raad, dat u met het voorstel kunt 21 september 1995

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 205