16 oktober 1995
- 15 -
dat gedaan en zelfs in die mate dat bij de aanvang van het project «goed
verpakt» alle steun en medewerking door het midden- en kleinbedrijf is
toegezegd. Kijk, dat een uitwerking dan op een goed moment nog een keer
problemen met zich meebrengt, is te betreuren. Maar dat maakt het project
denk ik niet minder waardevol
De Partij van de Arbeid zegt wat betreft de werkgelegenheid: denk toch ook
aan uitbreiding van de bedrijventerreinen. U moet zich wel realiseren, er
is op het ogenblik en enorme ontwikkeling aan de gang. Er zijn een heleboel
bedrijven die aan het verplaatsen zijn binnen het huidige bestand. Ik denk
dat we dat eerst eens even moeten afwachten, ook omdat de provincie
natuurlijk niet ontzettend makkelijk zal zijn als we nu alweer beginnen
over andere zaken. We hebben een ijzeren voorraad dankzij uw medewerking en
ik denk dat we het wat dat betreft zeker in de gaten houden. De signalen
die daarover binnenkomen zullen we goed vastleggen, maar op dit moment is
het nog niet juist om te spreken van een uitbreiding van het bestaande
bedrijventerrein, want dan trek je misschien ook weer dingen aan waarvan u
ook altijd hebt gezegd dat we daar voorzichtig mee moeten zijn.
Aan de nieuwe winkels aan de Van Weedestraat wordt gewerktDat zou
natuurlijk gestructureerder kunnen als we wat verder waren, maar ja, je
kunt niet alles tegelijk.
Dan heeft het GPV nog iets gezegd over de winkelsluiting op zondag. Ik
dacht dat ook daarover de raad een hele nadrukkelijk uitspraak heeft
gedaan. Het college is niet van plan om op dit moment wijzigingen in het
beleid aan te brengen.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik wilde de beantwoording van de
vragen doen in de volgorde van de ingediende algemene beschouwingen en ik
ga beginnen bij de kleinste partijen. Ik behandel de vragen zoals ze staan
vermeld in de tekst en ik betrek daarbij zo dadelijk ook de vragen die in
de vijf-minutenpraatjes, zoals u ze wel genoemd hebt, zijn gesteld. Ik wil
op voorhand met u afspreken dat de aspecten van volkshuisvesting die
algemeen gedeeld werden en die ook algemeen besproken zijn in verschillende
toonzettingen, dat ik die op het eind van het verhaal nog eens specifiek
wil benadrukken en ook daarbij betrekken in tweede instantie de aspecten
van Spullenhulp, omdat er ook in een aantal algemene beschouwingen vragen
zijn gesteld ten aanzien van Spullenhulp die een algemene behandeling ook
redelijk verantwoorden.
Als ik kijk naar de algemene beschouwingen van het GPV, dan staan daar geen
vragen in die op mijn portefeuille van toepassing zijn. Hetzelfde geldt
voor Groen Links/Progressief Soest en ook is in het vijf-minutenverhaal
geen enkele vraag gesteld in mijn richting.
D66, als ik de vragen van D66 lees, kom ik op bladzijde 2 bij een concrete
vraag: welke milieu-opdrachten krijgen de politiesurveillanten mee van de
portefeuillehouder milieu? Daar zijn geen afgepaalde afspraken over
gemaakt, maar ik wil het wel zodanig met u afspreken: alle niet-vergun-
ningplichtige activiteiten die om een ingreep vragen. Dat zijn er heel wat,
daar kunt u onder vatten: het crossen in de bossen, het vuil op straat,
woonomgevingsaspecten. Al die zaken, indien er aanleiding toe is, zullen
wij uitdrukkelijk meegeven aan de surveillanten, omdat wij vinden dat ze
daar aandacht aan moeten geven en in overleg met de burgers daar ook
oplossingen voor moeten kunnen vinden. Dat is een hele duidelijke benade
ring die wij hopen in de komende jaren tot een reëel beeld te laten zijn.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik zou graag toch aan u als
verantwoordelijk portefeuillehouder politie en politiesurveillanten willen
vragen of u daar zo meteen op terugkomt. Het kan natuurlijk niet zo zijn
dat het kleine beetje dat we hebben aan politiesurveillanten alleen maar
daarmee bezig is. Natuurlijk is het belangrijk dat ze een deel van hun tijd
daarmee bezig zijn, maar niet alleen maar. Ik zou graag een aanvulling op
het antwoord van u hebben zo.
Wethouder VAN LOGTENSTEINDe tweede concrete vraag van D66 betrof de
reden, de ware achtergrond van de haast waarmee we het milieuprogramma
1996-1999 in de recente commissie hebben behandeld. Daar was geen andere
reden voor dan dat er voldoende waardering was voor alle milieu-inbreng,
dat is ook door de commissieleden gezegd, en er was in de vergadering de