19 januari 1995
- 22 -
dat daar technisch niet voldoende aandacht aan gegeven wordt en er komen
verkeerde of onduidelijke signalen. Dan kan alsnog de appartementbewoner
een beroep doen op de gemeente om aansluiting. Ik acht dus ook het hebben
van één aansluitpunt niet reëel. Vandaar dat wij stipuleren: gaat u akkoord
met het voorstel zoals het is gedaan.
Dat betekent dat wij een relatief hoge jaarlijkse last hebben. Daar komt
feitelijk de wat geringere overwaarde uit voort. Dat heeft nog wel wat
toelichting nodig. Er is besloten in de afgelopen jaren om nieuwe investe
ringen in het CAI-net af te schrijven over een termijn van maximaal tien
jaar, terwijl je normaal de levensduur van CAI-netten op een hogere
leeftijd mag stellen. Dat betekent dat wij een investering van 70.000,=
afschrijven in tien jaar. Als wij na die tien jaar het CAI-net nog hebben,
dan komt die afschrijflast te vervallen en hebben we een overwinst die zeer
aanzienlijk is. Feitelijk is dat op een relatief korte termijn. Overigens,
de investering zal natuurlijk geboekt worden en op het moment dat wij in de
toekomst zouden besluiten om het CAI-net te verkopen, is dit een meerwaar
de, want het staat in de boeken en wordt meeverkocht. Het zal waarschijn
lijk tegen de meerwaarde worden verkocht. Ik denk, voorzitter, dat dat de
toelichting is die zou moeten worden gegeven. Wil men specifiek die
70.000,= gespecificeerd hebben in de zin van wat houdt dat nu in, dan wil
ik wel getallen noemen. Die getallen zijn: materiaalkosten 37.000,=
loonkosten 19.000,= voorbereiding en toezicht van de Remu is daar nog
bijgeteld en de bijdrage aansluiting -de individuele aansluitingen betalen
een bijdrage, ook volgens de verordening- is 20.000,=. De netto aan de
gemeente toe te rekenen investering bedraagt dan 70.000,=
Heer BOERKOEL (PvdA): Voorzitter, mag ik nog even wat vragen, alvorens u
aan de tweede termijn begint? De vraag van mevrouw Tomassen is denk ik niet
beantwoord en misschien kan de wethouder nog even ingaan op wat daar staat:
jaarlijkse opbrengst 5.430,= 12,92 x 35 x 12 maanden). Dat is wat
mevrouw Tomassen bedoelde, die relatie met de 96 appartementen.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ik kan dat wel toelichten, maar nogmaals, die
keuze is niet gemaakt, dat heb ik u net verteld. Ik vermoed dat daar nog
een vermenigvuldigingsfactor voor die appartementen bij moet staan. Dat
betekent dat het x 96 zou moeten zijn, als ik het zo snel zie.
Heer GLASTRA (BAM): 35 slaat op de hotelkamers.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Nee, dat zou dus 96 moeten zijn, als ik het zo
uitreken 12,92 x 12 is ongeveer 150 en
Heer BOERKOEL (PvdA): Nee, want 144 x 96 is ongeveer 14.000, dus dat klopt
niet helemaal.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Het zou inderdaad niet kunnen kloppen, ik zou
dat ook na moeten trekken. Maar feitelijk is het getal dat daarvoor staat,
die 5.430,= wel correct, maar hoe het is samengesteld kan ik u nu niet
zeggen.
Heer BOERKOEL (PvdA): Nou, 12,9 x 12 is ongeveer 150 en als het 96 zou
moeten zijn (dat is ongeveer 100) dan is het 15.000,= en dat is geen
5.430,=. Dus die 35 zal wel juist zijn, alleen de relatie met de 96
appartementen ontgaat ons een beetje. Dat is wat mevrouw Tomassen bedoelt,
het is financieel wat onduidelijk, zonder dat ze tegen het voorstel zal
willen zijn.
VOORZITTER: Maakt u deel uit van die fractie?
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS): Ja, voorzitter, ik zeg meestal geen ja tegen niet
goed onderbouwde financiële voorstellen, zoals dit is. Het is gewoon niet
goed financieel onderbouwd. De wethouder bevestigt het zelf al door te
zeggen dat hij niet weet hoe het samengesteld is. Ik heb ook gezegd, wat er
ook aan mankeert is een gespecificeerde offerte. En dan komt u met een
lijstje, maar die brief heb ik ook voor me. Materiaalkosten 37.000,=, dan
denk ik: nou, dat is wat voor wat coax-12 kabeltjes. Ik zit al zestien jaar
in die commissie.