- 36 -
Heer JOUSTRA (BAM)Ik wil die link nog wel even voor u leggen. Ik heb het
ten aanzien van uw opmerkingen ten aanzien van de publieke tribune die
roept-u-maar voorstellen zou doen, als ook dat aan de orde zou zijn, ik heb
een voorbeeld gegeven van een roept-u-maar voorstel zoals hier in deze raad
vorig jaar door de Partij van de Arbeid is gelanceerd, een pasjessysteem,
en vervolgens heb ik daar een heel jaar niets meer over gehoord.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, mag ik dan een interruptie
plaatsen? Want het is natuurlijk niet terecht.
Mevrouw SWINKELS (D66)Nee, mijnheer Boerkoel is weg. Dat mag niet.
Heer VISSER (GL/PS)Ja, mijnheer Boerkoel luistert helemaal niet en dat
pasjessysteem, dat
VOORZITTERDe heer Joustra zal het wel uitleggen wat u wilt vragen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Nou, dat denk ik niet, want hij begrijpt het
namelijk niet. Mijnheer Joustra, als u de discussie gevolgd had, dan heeft
het college het overgenomen en komt met het resultaat.
VOORZITTERMevrouw Stekelenburg, het woord is aan de heer Joustra.
Heer JOUSTRA (BAM)Ja, dank u voorzitter. Ik blijf na een jaar toch roepen
dat het lanceren van dit soort voorstellen niet verder komt dan roept-u-
maar. Als het vervolgens ergens wordt neergelegd in het ambtelijk apparaat
en er na een jaar nog geen antwoord, nog geen richting op dat soort
voorstellen is, dan blijf ik het bestempelen als roept-u-maar voorstellen.
Nu naar de inspraak, voorzitter. Als u groepen burgers
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, als je niet de begroting
gelezen hebt waarin staat
Heer VISSER (GL/PS)Voorzitter, wilt u de heer Boerkoel de mond snoeren?
VOORZITTERIk heb nu voor het eerst de blokkeerknop moeten toepassen, dat
betekent dat uw microfoon is uitgeschakeld. Ik had u niet het woord
gegeven, mijnheer Boerkoel. Het woord is aan de heer Joustra. We laten hem
zonder interruptie verder spreken.
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, als het gaat over inspraak, dan hebben we
het niet over een publieke tribune met belangstellenden, dan hebben we het
over het doelgericht uitnodigen door het college dan wel de raad van
groepen burgers waarvan we zeggen: vertelt u nu inderdaad maar eens hoe u
het had willen hebben. Dat is wat anders dan wat in ieder geval het CDA
vanavond lanceert. Als dan keer op keer blijkt, voorzitter, én bij Soest-
zuid én tot voor kort dan bij de Lindenhof -ik kom daar zo meteen nog op
terug- én bij de rondweg, dat het alleen maar bestaat uit het plichtmatig
antwoorden, aanhoren en er wordt vervolgens niets mee gedaan, dan neigt dit
college, gewild of ongewild, naar een arrogantie van de macht. Ik heb
geprobeerd u daarvoor te waarschuwen. U zegt: die kant zult u niet opgaan.
Maar als u door blijft gaan met het behandelen, het interpreteren van de
inspraak zoals u dat tot dusverre hebt gedaan dan noopt u ons ertoe -en we
zijn daarin niet de enige fractie- om mee te gaan denken over plannen om
ook in deze gemeente te komen tot een soort raadgevend referendum. Niets
meer en niets minder heb ik willen zeggen.
Dan, voorzitter, een aantal zaken die u als college hebt beantwoord.
De volkshuisvestingsnota is aangekondigd voor de maand december. Goed, dat
zullen we dan afwachten, voorzitter, maar een vraag van deze kant dan: bent
u voornemens om daar ook de woningcorporaties bij de betrekken en eventueel
de grotere particuliere verhuurders, om met die mensen om tafel te gaan
zitten en te kijken naar een verantwoord volkshuisvestingsbeleid voor de
komende jaren? Ik heb ook gezegd, het is niet alleen een politieke verant
woordelijkheid, het is een verantwoordelijkheid die ook bij anderen ligt,
bij de corporaties, maar ook bij ons. Ik zou me zo kunnen voorstellen dat
een volkshuisvestingsnota dan ook in gemeenschappelijk overleg tot stand
16 oktober 1995