16 februari 1995 - 4 - Heer VISSER (GL/PS): Ik heb uitstekend geluisterd, ja. VOORZITTER: Heeft uw fractie het op papier staan, het wijzigingsvoorstel? Heer VISSER (GL/PS): Ik vind het een rare manier van doen, dat je zo eventjes tussendoor op papier het een ander toegereikt krijgt waar je dan over moet stemmen. Ik kan er niet meer uit wijs worden, maar dat zal wel aan mij liggen, voorzitter. Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Voorzitter, ik kan de heer Visser erop wijzen dat ik dit ook al in de commissie naar voren heb gebracht, dus zo wezens vreemd kan het niet overkomen. Heer VISSER (GL/PS): Ik zie dit voor het eerst, mijnheer Van den Breemer, dit verhaal van u. VOORZITTER: Heeft iedere fractie de tekst? Niet. Dan schors ik nu de vergadering. Ondertussen worden er kopieën gemaakt. Iedere fractie kan zich over de tekst beraden. Om acht uur heropen ik de vergadering. VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik geef eerst het woord aan de CDA- fractie. U hebt zich beraden over hetgeen u in eerste en tweede termijn hebt gezegd? Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Ja, voorzitter. Wij hebben begrepen dat het college zeer grote moeite heeft met het voorstel zoals wij dat op dit moment ingediend hebben. Nou, daar kunnen we nog een poosje over debatte ren, maar dan komen we er ook niet uit vanavond. Wij zouden dan nu voor willen stellen met uitzondering van de heer Graffner akkoord te gaan met het bestemmingsplan zoals het nu voorligt, dus de heer Graffner wel te accepteren en het overige te bekijken, zo snel mogelijk uit te werken, eventueel met een artikel 19 procedure. Maar toch willen wij de lijn graag aangeven wat wij daar gerealiseerd willen zien en dat is met name de langzaam-verkeersroute, verplaatsing van het milieuhinderlijk bedrijf en daarvoor in de plaats mogelijkerwijs het bouwplan als geopperd door Van der Grift/Lanser VOORZITTER: Wilt u dat even goed specificeren, wat u ten aanzien van de heer Graffner bedoelt? U hebt dat nader aangeduid in uw eerste termijn, maar dat er geen misverstand over bestaat wat u bedoelt. Heer BOERKOEL (PvdA): Ik wilde de heer Van den Breemer graag een vraag stellen, voorzitter. VOORZITTER: Nee, nadat ik eerst met de heer Van den Breemer heb gesproken. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Ten aanzien van de heer Graffner willen wij dus tegemoetkomen aan de zienswijze van de heer Graffner voor wat betreft het bouwplan, zoals dat ingediend is door de heer Graffner, zijn gedachten althans. Dat willen wij honoreren. VOORZITTER: Even voor de heldere besluitvorming en de verdere discussie in deze termijn: u staat achter het collegevoorstel, met één uitzondering, u wilt het Graffner-plan D honoreren. Dat is uw voorstel. De heer Boerkoel heeft het woord. Heer BOERKOEL (PvdA): Ja, ik had de heer Van den Breemer wat willen vragen. Hij begon na de schorsing met: ik heb begrepen dat het college het niet zo op prijs stelt datgene wat wij ingediend hebben. Nou, ik heb ook met ambtenaren in de pauze gepraat en het is je reinste nonsens wat ingediend is, want het is maar een stukje van datgene wat je normaal had moeten doen. Als je een wijzigingsbevoegdheid wilt, dan zul je ook op de kaart aan moeten geven wat je wilt wijzigen, dan zul je moeten amenderen hoe je het wilt doen. Dus het is nonsens wat er nu ingediend is en het is dan ook niet het college dat zegt: we zijn er niet zo van gediend. Het is nonsens. Als er in de toekomst een artikel 19 procedure gevolgd moet worden met betrek king tot dit bestemmingsplan, dan is dat prima, maar dat zien we dan.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 31