16 februari 1995 - 5 - el? dan ?el jzen 2ns- mer, Ln zich 5 CDA- Ljn het t atte- oor met te sn, i graag jf en Van der n de ijn, aag sproken. wij dus 2ft het aten ussie rn ring, u >n vragen. niet zo net igediend =ten doen. aan e je het n ook niet ens. Als t betrek- dan. Heer VISSER (GL/PS): Ja, voorzitter, ik ben ook helemaal onthutst dat iemand die zo lang in de raad zit, dergelijk gerommel en gerammel hier ten beste geeft vanavond. Op een stukje papier in de tweede ronde van de besprekingen en dan mag je er nog even tegenaan kijken, maar of je maar gauw met de WD samen ja wilt zeggen tegen dit voorstel. Het rammelt aan alle kanten, omdat er niet in staat wat nou precies de bedoeling is. Het herstel van de heer Van den Breemer na de schorsing is dus wel duide lijk, dat had natuurlijk veel eerder gekund, want we hebben er al vaker over gepraat om de heer Graffner dat plekje te geven dat hij graag wil bebouwen. Mijn fractie is daarop tegen. Wij steunen verder uw voorstel en we zijn blij dat u het ook onzin vindt. VOORZITTER: Dat heb ik niet gezegd, mijnheer Visser. Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Nee, voorzitter, de heer Visser gaat hier termen gebruiken die voor zijn eigen rekening zijn. In ieder geval denk ik dat de grootste onzin bij de heer Visser vandaan komt. Heer JANSEN (D66): Voorzitter, ik ben blij dat het de weg opgaat zoals ik in de eerste termijn heb gezegd. Artikel 19 wanneer het zover is, is prima wat ons betreft. Wij blijven het bestemmingsplan zoals het nu voorligt en door het college is voorgesteld, steunen, inclusief het «bos/tuin» zo te laten, zonder er te bouwen. Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, het dreigt een beetje rommelig te worden door de snelheid waarmee het CDA de zaak amendeert. Toch hechten wij eraan om de plannen van de heer Graffner voorrang te geven. Dat is voor ons reden om toch het CDA te blijven steunen, maar we vinden de wijze waarop het gebeurt rommelig. Mevrouw SWINKELS (D66): Voorzitter, het is toch even moeilijk. Wat wil de heer Joustra nu eigenlijk steunen? Heer JOUSTRA (BAM): Het voorstel dat ook door de WD is gedaan, in ieder geval het punt dat de heer Graffner kan gaan bouwen. Dat is wat de heer Van den Breemer ook aangeeft en dat steunen we. Heer WITTE (GGS): Ja, voorzitter, nou breekt mijn klomp. De BAM heeft in eerste instantie gezegd dat ze ook een wijzigingsbevoegdheid wilden. Ik vind het een beetje vreemd dat de heer Joustra nu zo verbaasd is over de manier waarop het CDA dat naar voren brengt. Ik neem aan dat als je van tevoren zegt dat je een politieke overeenkomst met andere partijen sluit omdat je iets wilt en de andere partijen daarin mee wilt krijgen, dat je dat dan doet op goede informatie. Dat het rommelig is, dat had u dus van tevoren kunnen weten. Wethouder TEN HOVE: Ik denk, mijnheer de voorzitter, dat er in de raad geen verschil van mening is over wat we op langere termijn met het gebied zouden willen. Althans, als je de stukken uit het verleden nagaat, was er een nadrukkelijke wens om tot een ecologisch park te komen, in ieder daar een dergelijke invulling met fietspaden enzovoorts voor te vinden. Nogmaals, wij zullen daarnaar blijven streven. We blijven het als college spijtig vinden dat het perceel K900 mogelijk alsnog bebouwd gaat worden. VOORZITTER: Dan ga ik nu over tot besluitvorming. Dat wil ik in twee termijnen doen. Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Voorzitter. VOORZITTER: Nee, u hebt al in een derde termijn het woord gevoerd. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Ja, maar de heer Boerkoel heeft mij daarna vragen gesteld en daar zou ik graag even op antwoorden. VOORZITTER: Daar hebt u gelijk in, dat mag. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Ten aanzien van de opmerking van de heer - 4 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 32