21 december 1995
was kennelijk op dat moment te vroeg om daar op die manier er een ecolo
gisch park van te maken. Uiteindelijk was toch de grote bottleneck het
bedrijf van Beijer dat daar zat en we hebben dus niet zo lang geleden het
bestemmingsplan aangenomen, zoals het er nu ligt, voor de Noordelijke Eng
en zoals het eruit ziet. Die ideale plannen, daar sta ik nog steeds voor.
Het lijkt mij ook fantastisch als daar een Noordelijke Eng ligt met een pad
eroverheen en wat kunst en een fietsroute en wandeltoestanden en wat leuke
dieren en planten. Dan kan de Noordelijke Eng eindelijk worden wat we ons
er destijds van voorgesteld hebben en wat externe adviseurs uit de burgerij
ons ook hebben voorgespiegeld in dat plan dat ik zoéven heb genoemd. Dit
vooral tegenover de heer Meilof die dacht dat ik de hele Noordelijke Eng
wat dat betreft vergeten was. Dat ben ik absoluut niet.
Dan komt ineens de opening dat Beijer kan verhuizen. Ik ben het met de heer
Witte eens dat wij gewoon de heer Beijer betalen wat wij in die stukken
hebben staan die hij net noemde en die dus vertrouwelijk waren. Daar wil ik
hem absoluut ook in steunen, als hij dat maar hard maakt. Alleen, wat ik
dan weer vervelend van de heer Witte vind, is dat hij zegt: laten we het
maar over een jaar of tien toch doen. Dan denk ik: ja, over een jaar of
tien! Of je het nou over een jaar of tien doet of nu, daar knapt die
Noordelijke Eng met dat ideale plan niet van op. Als hij vanavond hard
maakt wat hij zegt, dan zal ik ook mijn stem daaraan geven. Zo niet, dan ga
ik akkoord met uw plan, omdat ik wel aanvoel dat de meerderheid in deze
raad dit raadsvoorstel steunt. Dat is niet slap. Ik daag de heer Witte uit
om het vanavond hard te maken en niet te zeggen: nu nog niet, maar over
tien jaar wel. Dat vind ik slap.
Voorzitter, tot zover deze eerste termijn.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, wat de heer Roest en de heer Witte
hebben gezegd is duidelijk ook mijn visie. We hebben hier te maken met een
heel mooi stukje Soest, een stukje Soest waar we zuinig op waren. Vroeger,
toen de heer Visser nog anders was dan hij nu is, zou hij dit ook gezegd
hebben, in die mooie tijd.
Voorzitter, ik heb aan de raad gevraagd, aan de verschillende partijen
gevraagd: als u mij nou in ieder geval zou kunnen garanderen dat uw visie
zo is dat we het houden bij dit stukje bebouwing en verder niet, dan zou ik
er eventueel nog voor willen zijn. Op een gegeven moment, als je heel
duidelijk in je beperkingen wilt zijn, dan kun je op een gegeven moment
zo'n soort compromis sluiten. Toen was de wat schampere opmerking van een
enkeling: ach, daar hoef je verder helemaal niet druk over te zijn, want er
zit in de rest van het gebied zoveel vuil in de grond, daar kunnen we toch
niet bouwen. Zo van: maak je daar geen zorgen over, dat er verder nog iets
gebeurt. Daar wil ik even het volgende van zeggen. Dat is voor mij onvol
doende. Duidelijk onvoldoende. Wij weten helemaal niet welke schitterende
methodes er over tien jaar zijn om de grond schoon te maken. Wij weten
helemaal niet welke hogere eisen van schone-grondverklaringen er over tien
jaar geëist worden zodat we het móeten afgraven en er uiteindelijk toch
bouwgrond van gemaakt kan worden. Dus met andere woorden, op het moment dat
we het niet hard stellen van: dit is, net als van dat andere, grote stuk
Eng, de absolute beperking die wij wensen, dan hebben we dus geen enkele
garantie. Dat betekent dat het schitterende zicht dat wij nu vanaf de
Verlengde Talmalaan hebben, over een tijdje weg is, dat we weer een stukje
van die eenheid, van die route langs verschillende stukken Eng, kwijt zijn.
Dan kunnen we nu wel juichend zeggen: we kunnen nu eindelijk dat mooie pad
aanleggen, maar als dat pad straks geen zin meer heeft omdat het niet meer
mooi is, omdat het volgebouwd is, dan is het een zinloos gebeuren. Ik vind
dat jammer.
De volgende opmerking die ik wil maken is ten aanzien van de heer Visser
over die tien jaar van de heer Witte. Die opmerking begrijp ik helemaal
niet. Wij zijn in de volkshuisvestingsnota op dit moment aan het praten
over uitstel van een hoeveelheid bouwvolumes. B&W zijn tot de conclusie
gekomen dat een van de weinige stuurbare mechanismen die we op dit moment
zien, de situaties zijn waarin het om een artikel 19 procedure gaat,
waarmee we dus uitstel kunnen bewerkstelligen. Als we nu, op dit moment
alles waarvan we vinden dat we toch wel globaal gezien zoveel beloofd
hebben dat we daar niet makkelijk onderuit kunnen, door laten gaan en als
we dus over drie jaar weer zeggen: nou, nu is de bouwstop voorbij, dan
3 -
:ou-
:eft
rond
;r
Le
ir
jeer
.ijk
it
reu-
jen
.ug
ïen
we
ider
:n
1/
il
of
.e
we
>n
het