19 januari 1995
- 5 -
aanzien van de toekomst voor voorzieningen elders in de gemeente.
- Er bestaat geen enkele aanleiding tot een versnelde procedure volgens
artikel 19 WRO; gelet op de veelheid van problemen dient «de Lindenhof»
volledig te worden gewogen in een normale en zorgvuldige bestemmings
planprocedure.
De besluitvorming in 1994. In de raadsvergadering van 17 maart 1994 is door
de WD en Gemeentebelangen Groen Soest aangedrongen op uitstel van de
besluitvorming ten aanzien van het aanvragen van een verklaring van geen
bezwaar bij de provincie. In het collegeprogramma 1990-1994 was voorzien in
een regeling om omstreden besluiten over de installatie van de nieuw
gekozen raad heen te tillen, dit om de nieuwe raad de mogelijkheid te geven
na verkiezingen te kunnen besluiten over zaken die mogelijk voor de
verkiezingen in de oude raad tot een ander oordeel en besluit zouden hebben
geleid. De oude raad koos ervoor zelf te besluiten, maar wel in de weten
schap dat de nieuwe raad een ander besluit zou hebben genomen, zowel ten
aanzien van de voorliggende bezwaren, als ten aanzien van het aanvragen van
een verklaring van geen bezwaar. Bij de eerste gelegenheid die zich
voordeed voor de nieuwe raad om zich te buigen over het bouwplan, werd op
15 september jl. besloten om geen vrijstelling te verlenen. Dit besluit was
een logisch en consequent vervolg op de discussie in de oude raad van 17
maart jl. Van enige verrassing kon bij geen der betrokkenen sprake zijn. Op
30 september dient Vahstal bezwaar in tegen de weigering tot het verstrek
ken van de beoogde vrijstelling.
Met betrekking tot de bezwaren en de door de commissie gehanteerde argumen
ten zouden wij het volgende nog willen opmerken. De bezwaren van Vahstal
hebben betrekking op enerzijds de bevoegdheid van de raad tot het nemen van
een besluit tot weigering van de beoogde vrijstelling en anderzijds op de
toepassing van een aantal beginselen van behoorlijk bestuur. Ten aanzien
van de bevoegdheid van de raad tot het nemen van een besluit als gevolg van
de overschrijding van de termijn van twee weken, onderschrijft de fractie
van Gemeentebelangen Groen Soest de visie hierop van de commissie. Over
schrijding van de termijn betekent geenszins dat vrijstelling geacht mag
worden te zijn verleend.
In de argumentatie van Vahstal vindt een koppeling plaats tussen het verbod
van détournement de pouvoir (het verbod dat een bestuur een bepaald doel
bij de afweging van zijn belangen betrekt) aan de termijn van besluitvor
ming. De raad van Soest heeft geen besluit genomen met een ander doel dan
het wettelijk gegeven doel. Wel is er een besluit genomen dat berust op een
belangenafweging die door de desbetreffende wet wordt beoogd en waarin mede
andere belangen zijn betrokken dan die de wet noemt. Er is overeenkomstig
de strekking van de wet gehandeld, derhalve is van schending van het verbod
van détournement de pouvoir geen sprake. Dit in aanvulling op het gestelde
door de commissie.
Gedurende een termijn van meer dan tien jaar wordt gediscussieerd ten
aanzien van het desbetreffende bouwplan. Opeenvolgende besluiten kunnen
niet los worden gezien van eerdere beraadslagingen. Aangezien er ten
aanzien van het door de raad genomen en door Vahstal bestreden besluit een
feitelijke grondslag is, er zoals door mij eerdere geschetste argumenten
bij voortduring zijn aangedragen bij de beoordeling van het bouwplan en er
dus wel degelijk sprake is van een draagkrachtige motivering, kan er dus
niet gesteld worden dat er sprake is van schending van het motiveringsbe
ginsel. Wel worden de argumenten, mede als gevolg van de duur van deze
zaak, in steeds kortere vorm weergegeven, maar zoals gezegd, in samenhang
met eerdere beraadslagingen.
De raad is zorgvuldig geweest in de wijze van omgang met de belanghebben
den, het onderzoek naar de relevante feiten, het inwinnen en behandelen van
adviezen, het informeren van belanghebbenden, het horen van de visies van
belanghebbenden en het informeren van de belanghebbenden ten aanzien van de
genomen besluiten. De raad is derhalve zorgvuldig geweest.
Bij de besluitvorming over dit bouwplan heeft de politieke acceptatie elke
keer weer de doorslag gegeven. In de oude raad is geconstateerd dat de
nieuwe raad anders zou gaan besluiten. De aanvraag van een verklaring van
geen bezwaar bij de provincie kan derhalve niet worden gezien als een
opgewekt vertrouwen, zoals gesteld door de commissie. Gelet op de noodzake
lijke continuïteit van bestuur heeft de nieuwe raad de reactie van de
provincie afgewacht met betrekking tot het al dan niet afgeven van een
verklaring van geen bezwaar. Pas toen het ook weer daadwerkelijk aan de