14 -
20 april 1995
- 15 -
dit
het
L,
Het
te
est
tel
n dan
van
io
,oe te
lus in
iwoor-
er
lar
nij
int
an een
grepen
rip
a
at in
moment dat we veranderingen gaan aanbrengen in de Van Weedestraat, hetzij
in de herinrichting, hetzij door andere ingrijpende maatregelen, een nul
situatie gemeten hebben op basis waarvan we vervolgens kunnen zeggen: wat
is nou het effect van de maatregelen die we daarna genomen hebben? Ik denk
dat de onderzoeken die het college voorstelt, de nodige informatie boven
water zullen brengen. Het gaat daarbij niet alleen om het aantal parkeer
plaatsen in de Van Weedestraat, maar om de Van Weedestraat en omgeving, dat
betekent dus ook een aantal aanliggende straten in de wijk Soestdijk, zodat
we ook daar kunnen vaststellen wat het parkeergedrag is van de mensen die
naar de Van Weedestraat toekomen. Vandaar dat het gebeurt aan de hand van
kentekens. Op die manier kunnen we dus zowel de parkeerduur als de herkomst
van de te parkeren voertuigen vaststellen.
De tweede vraag die ik te beantwoorden heb, betreft het amendement van D66
over de fietsenstallingen. Ik denk dat het goed is om vast te stellen dat
het niet fietsvoorzieningen in zijn algemeenheid betreft, maar het al wat
oudere plan om overdekte fietsenstallingen in de omgeving van abri's aan te
brengen. Ik heb ook in de commissie al uitgelegd dat we er tot op heden
niet in geslaagd zijn om een voor die omgeving passend model te vinden.
Mevrouw SWINKELS (D66): Voorzitter, de heer Van Logtenstein heeft vast wel
een oplossing, want die weet zoveel over dit soort dingen bij openbare
werken.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: We hebben een collegiaal bestuur. Als ik het zou
weten, zou mijn collega het ook weten en had hij u dat meegedeeld.
Mevrouw SWINKELS (D65): Nou dacht ik dat er al een eerste krimp was in die
collegialiteit.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: De wens kan de vader van de gedachte zijn, ik
wil u niet al te veel ontmoedigen.
Wethouder TEN HOVE: Het gaat dus om overdekte fietsenstallingen in de
omgeving van abri's. Er wordt gesproken in het amendement over klachten van
fietsers over het gebrek aan stallingsplaatsen. Ik zou erop willen wijzen
dat wij in de laatste commissievergadering gesproken hebben over de
fietsvoorzieningen bij station Soestdijk en dat er juist ook van de zijde
van D66 op aangedrongen is om voorzichtig te zijn met het aantal aan te
brengen fietsenstallingen ter plaatse, omdat het er wel eens teveel kunnen
zijn.
Heer JANSEN (D66)Het ging hier dus voornamelijk om buslijnen.
Wethouder TEN HOVE: Ja, die mensen komen ook met de bus naar het station
toe, dat was namelijk precies het punt.
Het laatste punt in het amendement betreft de stallingsmogelijkheid voor
fietsen bij de winkelcentra. Ik denk dat die voorzieningen juist meegenomen
moeten worden bij de herinrichting en dan ook bij de vaststelling van de
fondsen voor de herinrichting ter sprake zullen komen. Wat dat betreft denk
ik dus dat het amendement wat het college betreft overbodig is.
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, omdat niemand mij een vraag gesteld heeft
en er slechts één financiële opmerking is gemaakt, wou ik toch maar die
financiële opmerking van D66 aangrijpen om u te wijzen op het feit dat de
voorjaarsnota meer bevat dan trampolines. Ik denk toch dat het goed is,
omdat we hier niet alleen zitten met leden die aanwezig waren bij de
commissie financiën, maar met een breder publiek, om erop te wijzen. Op
bladzijde 2 staat namelijk nog eens heel nadrukkelijk dat, om te komen
tot -en te blijven- een gezond Soest er wel degelijk een aantal bezuinigin
gen en tariefsverhogingen noodzakelijk zijn, onder andere voortvloeiende
uit de kerntakendiscussie, om de tekorten die inderdaad -zoals de heer Van
Wuijckhuijse terecht opmerkte- schrikbarend stijgen in de komende tijd, te
kunnen dekken. Dat betekent een boel creativiteit. Ik hoop dan ook dat dit
stuk in ieder geval niet wordt vergeten bij de kerntakendiscussie. Dat is
toch iets dat je met z'n tweeën doet, een uitwisseling van gedachten en
mogelijkheden, om dat gezonde beleid vorm te geven. Want denkt u nu vooral
niet dat het allemaal wel meevalt, dat dit de enige ellende is die op ons
m a-ii
ir