8 -
23 mei 1996
- 9 -
Ik wil ten aanzien van die principiële bezwaren eerst even een klein aspect
recht zetten. In de Soester Courant werd vermeld dat ik spreek over een
bijbels gebod van de zondagsrust. Ik heb heel bewust in de commissie a.b.z.
niet gesproken over het bijbelse gebod van de zondagsrust, maar over een
mooi geschenk dat God aan de mensen geeft en dat hijpassend bij het ritme
van de mens, gegeven heeft dat die één dag per week, één dag van de zeven
dagen, rust heeft. Hij zegt: dat is mijn eigen ritme, zo heb ik de aarde
geschapen, die zevende dag neem ik rust en die rust gun ik jullie ook, die
geef ik jullie, die schenk ik jullie. Het is dus niet een dwingend,
irritant opgelegd iets, maar het is iets moois, wat je als een geschenk
krijgt.
Daartegenover staat dat we in een samenleving leven die de neiging heeft om
zeer commercieel te denken, waarin werkgevers de neiging hebben om tijd te
benutten om hun eigen bedrijvigheid te kunnen uitbreiden, eventueel ten
koste van de ander. Dat betekent dat er in Nederland een aantal grootwin
kelbedrijven is die erop gehamerd hebben bij de overheid, dringend op de
overheid hebben ingesproken om het zover te krijgen dat er op meer zondagen
winkels open kunnen zijn. Nu is het nu eenmaal zo dat een overheid ook de
positie heeft dat die zwakkeren in de samenleving beschermt, ook zwakkeren
op het gebied van de commercie, ook zwakkeren op het gebied van het
bedrijfsleven. Er zijn niet alleen maar een aantal grote bedrijfsketenser
zijn ook kleine bedrijfjes, eenmans-, driemansbedrijvenUit het onderzoek
dat gedaan is door de NOS is heel duidelijk dat een heel groot deel van de
winkeliers er geen enkele belang bij heeft, dat een aantal winkeliers -met
getallen genoemd- aantoont, noemt dat ze het als een bedreiging zien voor
kleine winkeliers. Ze hebben er geen belang bij, ze zeggen dat het een
gevaar is voor het voortbestaan van een aantal kleine winkels
Een ander aspect is dat wij een referendum in Amersfoort niet zo lang
geleden hebben meegemaaktDat referendum was erop gericht te onderzoeken
hoe de burger erover dacht, of de winkels op zondag open moesten. De
opkomst was zo klein dat het referendum geen waarde had. Wat apart, als er
heel veel burgers zouden zijn in Nederland, in Amersfoort, die er erg veel
belang bij hadden dat de winkels open konden zijn! Wat apart, dat die
allemaal niet komen voor zo'n referendum, dat ze simpelweg thuis blijven!
Hiermee is ook aangetoond dat ook van de zijde van de burger er weinig
belang is dat winkels vaker op zondag open zijn. Er is ook aangetoond,
omdat het een onderzoek is onder de winkeliers, dat er weinig winkeliers
belang bij hebben. Het is ook duidelijk dat een aantal grote winkelketens
er belang bij heeft. Is dat ons belang, ons gemeentelijk belang om daarnaar
te streven, naar die ruimte te streven, om die ruimte te creëren? Ik
twijfel daar ten zeerste aan. Ik denk dat het ons belang is om de burger in
Soest, om de kleine winkelbedrijven, grote bedrijven de ruimte te geven, de
bescherming te geven om te kunnen bestaan.
Ik wil nog een enkel ander aspect noemen. Het besluit gaat over veel meer,
het gaat ook over een uitbreiding van de winkelopening in de avonden. Wij
hoeven daar in wezen nauwelijks iets over te zeggen, omdat het ons opgelegd
is. Ik vind dat jammer, ook dat is een bedreiging voor veel kleine winkel
bedrijven. Het is iets dat ons van buitenaf opgelegd wordt. Het stelt me
teleur
Er staat in uw voorstel: milieu-aspecten niet van toepassing. Ik heb daar
wat moeite mee. We weten dat dat soort dagen, zoals die meubeldagen dat
haast alle meubelzaken open zijn, tot een soort uitgaansdagen zijn gewor
den, waarin simpelweg veel meer verkeer op de weg is, gewoon om gezellig te
gaan winkelen in dit soort bedrijven. Op zich heb ik daar niks tegen, maar
zou dat niet op die zondagen zo gebeuren, dan zou het veel functioneler
gebeuren op andere dagen, dan zou het minder als een uitgaansgegeven
bekeken worden, dan zou er dus ook minder verkeer zijn. De drukte van het
verkeer in bepaalde steden, bepaalde plaatsen waar winkelboulevards zijn,
betekent ook dat er vaak op zulke momenten bewust voor gekozen moet worden
dat er meer politie op de weg moet zijn. Dat zijn aspecten die ervoor
zorgen dat er dus ook ten aanzien van de mensen die moeten werken meer
personen verplicht zijn om arbeid te verrichten, ook al zouden ze het niet
wensen. Ook dit geldt op dit moment voor die winkelbedrijven die het al
doen en in de toekomst dus nog meer op zondagen, dat mensen die werken bij
de meubelbranche, bij de autobranche vaker bijna verplicht worden, in ieder
geval onder druk gezet worden om op zondag te werken. Alweer een aspect