23 mei 1996
- 10 -
waarvan ik zeg: moeten we niet de burgers van Soest beschermen?
Voorzitter, er zijn weinig belangen, er zijn weinig groepen die hier
werkelijk zich hard voor maken. De groepen die zich hier hard voor maken,
zijn klein. Er zijn hele duidelijke en overtuigende groepen aanwezig die
zich hiertegen verzetten, zelfs die zich principieel verzetten, die hier
ook principieel grote moeite mee hebben, die dit als een grote en diepe
teleurstelling ervaren. Is het dan werkelijk zo belangrijk dat wij nu als
gemeenteraad van Soest dit besluit moeten nemen en dat wij op deze wijze
van een aantal burgers een stuk bescherming moeten wegnemen?
Voorzitter, ik vraag u op deze opmerkingen in te gaan en ik vraag u straks
na de tweede ronde om een hoofdelijke stemming.
Heer LOKKER (CDA)Voorzitter, soms acht ik het een voorrecht om dertig
jaar achter te lopen, zoals blijkt uit de opmerkingen van de Joustra
Een tweede opmerking is dat burgers weer eens krijgen waar ze niet om
gevraagd hebben, blijkens enquêtes die zijn gehouden. Dit is voor ons niet
alleen een pragmatische, maar ook een principiële discussie over de
verantwoordelijkheid van de overheid. In het raadsstuk staat op bladzijde 2
de zin: "Wij willen deze maatschappelijk ontwikkelingen niet in de weg
staan als argument om de openstelling van de winkels te verruimen.
Nou, zo'n kletskoek heb ik nog nooit gehoord! Een overheid die achter de
maatschappelijke ontwikkelingen wil aanlopen, met de waan van de dag wil
meegaan, daarmee heb je als overheid een bewijs van onvermogen afgegeven.
Daar willen wij in dit geval niet aan meedoen. Het is misschien ouderwets,
maar het CDA durft heel bewust stelling te nemen tegen bepaalde maatschap
pelijke ontwikkelingen. Het principe van de eigen verantwoordelijkheid, van
het individu en het voor jezelf opkomen is een geweldige trend in onze
samenleving, maar die werkt bijna uitsluitend in het voordeel van de
sterken. Het CDA zegt elke keer weer: een overheid die alleen de belangen
dient van de sterken, is niet goed. Het liberale principe van de markt zijn
werk laten doen -dat wordt op dit moment ook gesteund door zogenaamde
progressieve partijen- brengt juist veel kleine ondernemers in de proble
men. Het CDA wil dan de belangen van die kleine ondernemers -het is al door
de heer Meilof wat uitvoeriger gezegd- opkomen.
Ik geloof ook dat het nogal schrijnend is voor mensen die juist niet veel
te besteden hebben, om voortdurend geconfronteerd te worden met die
uitbundige winkelopeningen en die uitbundige consumptiesBovendien werkt
die verruiming -het is al gezegd- in het nadeel van het milieu. Dus als
hier staat: geen milieu-aspecten, dan is dat ook kletskoek. Ik hoop dat de
democraten van '96 ook luisteren, ik hoef alleen maar aan de automobiliteit
te denken die toegenomen is en het toenemende energieverbruik. Dan denk ik:
nou, uit de mouw van een ecologisch jasje komt dan plotseling toch de
liberale aap tevoorschijn.
Nog een andere opmerking betreft de koopzondagen, natuurlijk. Ook dan vind
ik niet dat je je moet verschuilen achter het argument van maatschappelijke
ontwikkelingen. Wij vinden het belangrijk dat er in de zeven dagen van de
week een dag is waarin de mensen rust kunnen vinden, waar het mogelijk is
om God te ontmoeten of anderen, maar dan in een omgeving die niet op volle
toeren draait, maar ook tot rust is gekomen. Het CDA vindt dat er al genoeg
vrijheid is om te kopen en te verkopen in de tijden die zijn aangegeven.
Het CDA weigert in te stemmen met een maatregel die aan de sterken van onze
samenleving meer vrijheid geeft, maar voor de zwakkeren minder vrijheid
betekent
In eerste instantie wil ik het hier bij laten, al wil ik ook nog zeggen dat
met name het punt dat Soesterberg ook twaalf dagen krijgt, dus dat we in
totaal voor Soest -want we willen graag een eenheid zijn- op 24 zondagen
komen, niet acceptabel is.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ondanks het feit dat ik de
mening niet deel van de voorgaande drie sprekers, wil ik toch wel zeggen
namens de Partij van de Arbeid dat we respect hebben voor die mening, maar
tegelijkertijd diezelfde maatschappelijke ontwikkeling die de voorgaande
sprekers genoemd hebben, ook niet in de weg willen staan. Dat betekent dat
wij weliswaar op één punt een wijziging aan u voorstellen, maar dan verder
met uw voorstel akkoord kunnen gaan. Die wijziging is de volgende: op de
eerste bladzijde, onder de uitgangspunten, punt 4 daar staan bij de