23 mei 1996
- 19 -
hebben
Ik geef u dus aan, voorzitter, dat het heel verstandig is dat u bij de
provincie vraagt om wat meer duidelijkheid. Als de provincie zegt: kom maar
met die MER, dan willen we er in ieder geval serieus naar kijken, dan
kunnen die jongens van Wolfduin ook eindelijk met die dure MER beginnen. En
als die MER positief uitvalt, dan kunnen wij er ook eindelijk serieus over
gaan praten.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, in eerste instantie even, er is een
enkele keer genoemd de motie die ik ingediend zou hebben. Terecht werd ook
van achter mij nog even gefluisterd dat het niet mijn motie was. Ik heb een
voorstel gedaan en later is daar een iets uitgebreidere motie overheen
gekomen, en die is toenaangenomen, wel met de intentie dat mijn voorstel
daarmee ook overgenomen werd.
De eerdere opmerkingen die gemaakt zijn over uw brief aan de provincie,
daar ben ik het geheel mee eens dat het woord "realisering" "onderzoek naar
de mogelijkheid van realisering" zou moeten zijn, omdat het wel moet
kloppen met datgene wat wij toen besloten hebben.
Ik zie geen reden om datgene wat de heer Visser voorgesteld heeft, daar nu
ja tegen te zeggen. Ik ben het met u eens om dit proces niet op deze wijze
te doorbreken. Ik begrijp het wel, ik kan me er ook best wel in vinden dat
u zegt: het is ook wel heel onwaarschijnlijk dat het daar kan, dat uit een
MER zal blijken dat het kan. Ik heb ook moeite met de formulering van de
zijde van het CDA dat onderzocht moet worden hoe en waar die precies moet
komen te liggen, dat een MER dat moet uitwijzen. Nee, het moet een MER zijn
die vertelt of het daar mag en dat is wel een principieel verschil wat voor
MER je vraagt. Als er dus een onderzoek gedaan wordt met de vraagstelling:
hoe zou die milieutechnisch het gunstigst kunnen liggen? dan ben ik het
eens met de heer Visser, dan is het dus een subjectieve MER waar je een
gunstig antwoord in ieder geval al ingelegd hebt, want hij moet er komen,
maar hoe zou hij er moeten komen? Dat soort dingen kunnen we denk ik wel
met elkaar voorkomen door te kijken wat de opdracht is.
Heer VISSER (GL/PS)Voorzitter, mag ik bij interruptie vragen aan de heer
Meilof of hij het er ook mee eens is dat het van belang is -over subjecti
viteit en objectiviteit gesproken- wie dan zo'n MER betaalt en wie de
opdrachtgever is. Want dat scheelt toch ook wel een slok op een borrel.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, bedoelt de heer Visser dat
hij een voorstel zou willen indienen dat de gemeente Soest die MER betaalt?
Heer VISSER (GL/PS): Nee, voorzitter.
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Voorzitter, mag ik even interrumperen naar de
heer Boerkoel? We kunnen natuurlijk als gemeente wel overleg plegen met de
stichting wat de opdracht dan is. Dan denk ik vooral aan de milieukant, dat
die sterk benadrukt wordt
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Het dunkt me, voorzitter, dat dat logisch is,
omdat het een milieu-effectrapportage is. De opdracht, u zegt: objectief,
subjectief. Ik vind dat we niet helemaal kunnen reageren op de heer Visser
dat het zo raar is wat hij zegt, want er is inderdaad gepubliceerd over de
subjectiviteit van bepaalde MER's en er is kritiek op geweest. Dus met
andere woorden, als er nu een MER door de Stichting Wolfduin aangevraagd
wordt, betekent dat dat we die met elkaar kritisch moeten lezen, dat we de
opdracht en alle zaken kritisch moeten lezen. We moeten er niet bij
voorbaat van uitgaan: een MER dan zit het wel goed. Ik vind wel -en dat
vind ik ook niet vreemd- dat de Stichting Wolfduin het recht heeft om te
weten van ons met welke intentie we dit hele proces ingaan en dat de
Stichting Wolfduin van de provincie en van ons mag weten: als er nou een
positieve MER is, met de goede vraagstelling enzovoorts, hoe denken jullie
er dan over? Dat dus de Stichting Wolfduin niet iets start dat veel geld
kost en waar ze dan achteraf van te horen krijgen: dat is wel leuk, maar
wij vinden het niet goed. Dat zou inderdaad een bijzonder vreemde zaak
zijn. Dat blijf ik het moeilijkste vinden in deze hele vraagstelling. Op
het moment dat er een MER ligt, die ik ook kan herkennen als een objectieve