2 0 juni 1996
- 6 -
In die zin ondersteun ik het voorgaande, dat we misschien tijdig kunnen
ingrijpen. Dat zal dan toch ook uit fatsoen in overleg moeten gaan met de
stichting die eigenaar is van dit bouwwerk, om vanuit dat overleg te komen
tot een voorstel dat afwijkt van datgene wat nu in het bestemmingsplan
staatIk denk dat dat toch in overeenstemming is met een meerderheid van
de raad. Ik denk dat het goed zou zijn als u ook op dit gebied vandaag een
uitspraak zou willen doen.
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, het gaat mij op dit moment -omdat ik de
informatie heel kort in mijn bezit heb- nu even te ver om te zeggen: als ik
als college zo'n brief zou ontvangen, dan zou ik mij diep en diep schamen.
Maar een vluchtige lezing leert me al wel dat ik zeker met een rood hoofd
zou zitten, tenminste, als ik de betrokken wethouder zou zijn.
Dat we nu op een andere wijze met ontwerp-bestemmingsplannen om moeten
gaan, ik ben het wat dat betreft helemaal met de heer Witte en ook met
anderen eens. Ik sta ook achter de meeste van zijn vragen, het is goed dat
hij ze gesteld heeft. Ik ben het er helemaal mee eens dat we in het
voortraject moeten gaan zitten, want de brief is in ieder geval vernede
rend. We moeten veel te veel uit de krant lezen. Bijvoorbeeld een los
bericht dat de A&P plannen heeft -dan praat ik even over De Lindenhof-
waarbij het gebouw van de Lindenhof intact blijft. Kortom, allerlei
informatie die kennelijk hier komt, maar niet tot ons komt en die we dan
maar moeten verzamelen, net zo goed als de heer Witte deze brief heeft
moeten achterhalen. Ik zou wel eens willen weten wat u gedaan zou hebben
als de brief van de provincie -en dat u een ontwerp-bestemmingsplan toetst
is terecht- instemmend zou zijn geweest. Had die brief dan wel ter inzage
gelegen? Het zou me niet verbazen dat het wel zou zijn gebeurd.
Wat hier staat, voorzitter. De brief is in nette bewoordingen gezegd, want
zo werkt dat onder autoriteiten, maar u krijgt hem gewoon om uw oren. Er
staat gewoon: we vinden het spijtig te moeten constateren dat u geen
rekening hebt gehouden met onze eerdere opmerkingen, maar die hebben nog
niets aan actualiteit ingeboet. Toen u het ontwerp-bestemmingsplan indien
de, kende u toch die opmerkingen? Dan weet u toch dat u hem om de oren
krijgt? U weet toch dat u hem met de Lindenhof om de oren krijgt als er een
rechterlijke uitspraak ligt waarin duidelijk een opdracht ligt naar de
gemeente? Dat negeert u. Dan kunt u er rekening mee houden dat de provincie
daarop terugkomt. Dan vraag ik me af wat de indiener van zo'n plan, de
ontwerper van zo'n plan doet. Heeft hij die informatie? Kent hij die niet
of zegt hijSoest is Soest en we doen het op onze eigen manier?
Datzelfde geldt voor het distributie-planologisch onderzoek, ik dacht dat
de heer Roest die opmerking al had gemaakt. Er staat in de brief: het is
gewenst in de toelichting nader in te gaan op de beoogde uitbreiding van de
winkelruimte, enzovoorts en de gemeentelijke besluitvorming hierover.
Aantallen worden niet genoemd in het stuk, helemaal niets. U krijgt hem wat
dat betreft om uw oren.
Hetzelfde gaat over de parallelweg en dat is waar de heer Roest dacht ik op
doelde, daar wordt verwezen naar het beleidsplan «Natuur en landschap,
provincie Utrecht». De provincie zegt: daar hebben jullie helemaal niet
naar gekeken, daar heb je geen rekening mee gehouden, terwijl je het
beleidsplan wel kent. Ik zou nog wel even door kunnen gaan, als laatste,
voorzitter: de plankaarten van 1996 wijken op sommige punten af van de
plankaarten 1994. Wat zegt dan de provincie? Wat de precieze aanleiding is
geweest voor deze verandering is ons niet duidelijk. De brief wemelt van
dit soort verwijten naar uw kant en ik vind persoonlijk dat we niet moeten
wachten tot oktober, maar in de eerstvolgende commissie ruimtelijke
ordening hierover hardop moeten praten en ook over een procedure in het
vervolg hardop moeten praten. Dit is één keer, maar het mag geen tweede
keer meer gebeuren.
Heer PLOMP (WD)Mijnheer de voorzitter, het bestemmingsplan waar het nu
over gaat, is al enige tijd in ons bezit. Ik weet niet precies hoe lang,
maar ik geloof dat ik het al weken in huis heb. Tussen het moment dat wij
dat bestemmingsplan kregen en het krantebericht van vanavond is het erg
stil geweest. Alleen, nu er een krantebericht verschijnt komt er opeens een
reactie van alle kanten in de raad. Maar dan zou het misschien beter
geweest zijn als een ieder die het bestemmingsplan heeft -en dat is voor