2 0 juni 19 96 - 9 - wegen, u als college en wij als politiek. Ik kan me heel goed voorstellen, daar waar je misschien anders wilt en nu een handvat hebt om dat aan te grijpen op dit moment zegt: we zullen het dan ook grijpen. Maar ik denk dat er altijd op een aantal punten van dit bestemmingsplan met deze raad en in commissieverband uitvoerig is gesproken. Laten we nou niet doen alsof we gek zijn, we hebben in het kader van de volkshuisvestingsnota heel nadruk kelijk gesproken over het gebied rondom Braamhage, we hebben heel langdurig gesproken over de Albert Heijn, we hebben heel langdurig gesproken over parallelroutes of hoe je die ook mag noemen en de Lindenhof ligt vooralsnog bij de rechter. Zolang de rechter geen uitspraak heeft gedaan, kun je natuurlijk twee dingen doen. Je kunt zeggen: dan nemen we het bestemmings plan niet in behandeling of je constateert: we nemen het op zoals we dat gedaan hebben en als er op termijn, op de juiste momenten en binnen de bepaalde afspraken tijd en ruimte is, dan kunnen we daarover praten. Nogmaals, ik vind de manier waarop er hier ter linker zijde met name gesproken wordt in de terminologie die gebruikt wordt, absoluut niet gepast in deze raad". Wethouder TEN HOVEVoorzitter, de procedure bij dit bestemmingsplan is exact dezelfde als bij alle vorige bestemmingsplannen, die zolang ik op deze post zit in deze raad aan de orde zijn geweest. Dus wat dat betreft voel ik geen enkele schuld noch belemmering om te zeggen dat het heel anders had gemoeten. Je kunt -dat ben ik met sommige sprekers wel eens- je op een gegeven moment de vraag stellen: is de procedure die we nu volgen, de meest wenselijke? Ik ben best bereid om daar met de commissie eens een keer over van gedachten te wisselen. Maar dat staat dan even los van de specifieke reactie die voorligt. Mevrouw Stekelenburg gaf het al aan, toen anderhalf jaar geleden de dienst Ruimte en Groen reageerde naar aanleiding van het bestemmingsplan Soest-zuid heeft niemand in deze raad gemeend daar tussentijds op te moeten reageren en daar zijn ook allerlei berichten over in de pers verschenen. Ik wil nog op een ander aspect wijzen. Het ontwerp-bestemmingsplan gaat naar de PPC en in de fase van het vooroverleg geven instellingen afzonder lijk commentaar op het ontwerp-bestemmingsplan. Eén daarvan is de dienst Ruimte en Groen en een andere is bijvoorbeeld de Kamer van Koophandel. In de PPC proberen zij gezamenlijk tot een advies naar de gemeente te komen. Dus ook bij die instellingen speelt hetzelfde aspect: zij reageren eerst los van elkaar en proberen dan vervolgens tot een gemeenschappelijke conclusie te komen. Hetzelfde geldt denk ik hier in de raad en in eerste instantie voor het college. We krijgen een groot aantal reacties en die proberen we te bundelen en tot een conclusie te komen in welke richting we gaan, gelet op de adviezen die gegeven zijn. Er zijn nog wat inhoudelijke opmerkingen gemaakt. Bestemmingsvlekken zijn meer gebruikelijk in bestemmingsplannen, dus niet zo uitzonderlijk. Met name is genoemd de vlek Lindenhof. Ik heb dacht ik zelf bijna een jaar geleden hier bij de begrotingsbehandeling in de raad aangekondigd dat de stichting Stibas zich zou gaan losmaken van de projectontwikkelaar waarmee zij in zee waren gegaan en op het moment dat dat gebeurd zou zijn, zou dat de basis zijn voor verder overleg over hoe we dat gaan invullen. In het ontwerp-bestemmingsplan hebben we daarvoor een startpositie gekozen. Hopelijk is het volgende maand zover dat de rechter dan uiteindelijk een uitspraak zal doen over het geschil tussen Stibas en de projectontwikke laar, zodat we dan inhoudelijk het overleg kunnen starten over wat we nou precies in dat gebied gaan doen. Er werd ook een opmerking gemaakt van: nou ligt die brief maandenlang te wachten totdat het in oktober een keer aan de orde is. Nou, ik kan u verzekeren dat onmiddellijk na het binnenkomen van die brief er een afspraak gemaakt is om ambtelijk zo snel mogelijk met elkaar van gedachten te wisselen. Wat betekenen nou al die opmerkingen die vanuit de dienst Ruimte en Groen gemaakt worden en hoe moeten we daar als gemeente verder mee omgaan en hoe kunnen we duidelijk maken aan de dienst Ruimte en Groen wat wij met de verschillende delen van het bestemmingsplan van plan zijn? Ik wou het hier bij laten, voorzitter. VOORZITTER: U mag als raad nog in tweede termijn het woord voeren, maar ik wil erop wijzen dat het agendapunt luidt «vragenhalfuurtje» en als ik naar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 160