18 juli 1996 - 7 - ogenblik -en ik wil dat met alle plezier nazoeken- Wethouder TEN HOVEDat hoeft u niet na te zoeken, dat heb ik u net voorgelezen en ik heb hier de notulen, dan kunt u het zien. Heer ROEST (D66)Goed, dat zou ik graag nog eens goed willen nalezen, dat heb ik niet kunnen volgen. Ik stel vast dat er na die tijd een beleidslijn in deze raad is ontwikkeld en daaraan wens ik het beleid van het college te toetsen. Naar mijn idee is dat strijdig en is er hier alle gelegenheid om niet door te modderen en het hele verhaal over de vakantie heen te tillen. De kern van mijn betoog is geweest dat ik denk dat duidelijkheid geboden is, omdat u, als u die duidelijkheid niet geeft, een heleboel andere moeilijkheden kunt verwachten. Heer KRIJGER (WD)Twee vragen, omdat die van belang kunnen zijn bij het anders wegen, toetsen van beleid in deze gemeente. Ik heb beluisterd en ook gelezen dat de wethouder heeft aangegeven dat de bedrijfsbestemming zal worden ingeleverd. Daar heb ik een vraag over. Eerder wordt vermeld: het is een gesplitst perceel. Dus waar is die in te leveren bedrijfsbestemming op van toepassing? Op dat deel dat eigenlijk geen bestemming heeft op zichzelf staand, of op het hele perceel wat wij als heel perceel willen blijven zien? Dat kan van belang zijn als we kijken naar het beleid het terugdrin gen van de bedrijfsbestemmingen. Is dat terugdringen van de bedrijfsbestem- mingen een beleid dat substantieel goed gevoerd gaat worden, of is dat een situatie die verderop gelezen zou kunnen worden? Het is alles of niets. De laatste zin van de laatste alinea: "vandaar ook de inspanningen om de bedrijfsbestemming op het perceel Dorresteinweg 86 volledig verwijderd te krijgen." Dat kan tegenstrijdig zijn met betrekking tot: het is ons beleid en dat kan dus vorm gegeven worden in overleg met de raad, dat wij de bedrijfsbestemmingen willen terugdringen. Dat wil niet zeggen: elke meter 100% inleveren, het kan bijdragen als je vindt dat je een visie krijgt op het gebied dat je nog kunt redden. De visie van de niet-nieuwe nota, maar een samenvatting van nota's in de nota «Naar de Wieksloot», in die samen vatting zijn dingen uitgesproken, die wij op zichzelf als beleid zouden kunnen hanteren. Maar het is nog niet vorm gegeven en daarin geef ik de heer Roest een klein beetje gelijk. Wat vinden wij, vormt zich dat in de collegekamer of kan het in overleg met de raad gebeuren? Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik heb helaas het eerste stuk van deze strijd in de commissievergaderingen moeten missen. Dat betekent dat ik er even wat harder inval. Ik was wat geschokt door de vraagstelling van D66 en Gemeentebelangen Groen Soest. De beantwoording van de wethouder is eerlijk gezegd bij mij wel redelijk duidelijk overgekomen en wat daar vooral aan overgebleven is, is het feit dat er in 1992 dus iets cruciaals is gebeurd, dat zowel de wethouder ons iets voorgeschoteld heeft waar ik op dit moment niet zoveel vat op kan krijgen waarom wij dat toen voorgescho teld kregen en ten tweede heeft de commissie ruimtelijke ordening een beslissing genomen waarvan ik niet begrijp waarom de commissie die beslis sing genomen heeft. Ja, het enige is dat ik niet alles wat er in 1992 gebeurde nog uit mijn hoofd weet. U zegt dat dit nog terugkomt na deze vakantie in de commissievergadering. Ik denk dat dat essentieel is. Ik denk dat het ook essentieel is om ons beleid wat dat betreft na te meten hoe wij tot misschien deze blunder of misschien wel dit wijze besluit gekomen zijn. Ik denk dat het heel onwijs is om te proberen nu in detail eruit te komen, omdat we zelfs veronderstel ik met tekeningen en alles zullen moeten werken om goed helder te krijgen, ook de splitsing van het perceel, wat er nou precies gebeurd is. In die zin acht ik het onmogelijk om hier nu definitieve dingen over te zeggen. Maar ook ten aanzien van het beleid, het overgaan van bedrijfsbestemmingen in woonbestemmingen, misschien is dat in de ene situatie wenselijk en in de andere ongewenst. Ik zou dat iets nauwkeuriger willen bekijken dan dat we hier nu op te korte termijn te onwijze uitspraken over doen. Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, het antwoord van de wethouder is in ieder geval een stuk duidelijker dan in de laatste commissie ROVW. Ik had ook graag gezien -dat had een hoop tumult voorkomen- dat hij toen dat antwoord

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 178