19 september 1996
- 7 -
Heijn, kunnen we niet naar deze kant van Soest? Uiteindelijk hebben we het
hele circus, waarbij we inderdaad rondom de structuurvisie ook heel
duidelijk gefundeerd gesproken hebben over de uitbreiding van supermarktlo
caties binnen de gemeente Soest
Heer WITTE (GGS)Ja, maar dan wil ik toch op de historie ingaan, dat bij
de structuurvisie nog geen sprake van was dat Albert Heijn daar zou komen,
maar juist tot ieders verbazing het CDA in één keer de structuurvisie een
paar maanden later opzij wenste te zetten om Albert Heijn daar toe te
laten. Laten we de geschiedenis wel even goed herhalen.
Heer KROL (CDA)U kunt het in ieder geval aardig formuleren, mijnheer
Witte. In 1993 ging het erover: waar zullen wij die Albert Heijn toestaan?
We hebben uiteindelijk na veel discussie met elkaar gezegd, in grote
meerderheid, daar zou die Albert Heijn kunnen komen. Ook in de omvang zoals
die nu vandaag voor ons ligt, een omvang van 1400 m314 00 m2 b.v.o. was op
dat moment al aan de orde. Het is niet een weidewinkel, zoals de heer Witte
zegt, waar je over de snelweg 2 0 km moet rijden en dan in de verte in een
weiland een winkel met fietsen en band en garen vindt. Het is een hele
normale supermarkt van een kleinere omvang dan onze buurgemeente Baarn op
dit moment heeft.
Uiteindelijk, voorzitter, gaat het er vanavond alleen nog maar om of wij op
die plek een dergelijk bouwplan met behulp van artikel 19 wensen te
honoreren. En dan moet ik eerlijk zeggen -en dat is in de commissie
ruimtelijke ordening al heel serieus, aan de hand van wat de heer Meilof
heeft ingebracht, aan de orde geweest- is dit nu, los van de planologische
procedure, het beeld dat wij aan de Van Weedestraat en de Burg. Grothe-
straat willen toevoegen? En dan moet je heel eerlijk zijn in je fractie.
Als je de tekeningen er dan eens bij legt, is het nou niet een hoogstandje
van datgene wat wij in Soest kunnen neerzetten. Natuurlijk heeft de heer
Witte gelijk dat het hier aardig volraakt met «dozen». Ik denk inderdaad
dat als je enige invloed kunt uitoefenen op die plekken dat dat daar niet
op die manier gebeurt, maar op een voor ons aanvaardbaarder manier, dan
moet je als raad die verantwoordelijkheid nemen. Dat betekent, heel kort
geformuleerd -en ik verwacht van de wethouder daar straks een inhoudelijke
reactie op- dat de CDA-fractie, zoals we in 1993 hebben gedaan, ook in 1996
akkoord zal zijn met de vestiging van een nieuwe Albert Heijn op die
locatie, met behulp van artikel 19. Maar u weet hoe de procedure voor een
artikel 19 loopt, het komt hier vaker terug. Ik verwacht op zijn minst dat
de wethouder straks aangeeft hoe hij de zorg die ook bij ons leeft, over de
uitvoering, de manier waarop dat plan gesitueerd wordt, hoe het eruit komt
te zien, wenst weg te nemen bij een groot deel van de raad en ook bij de
CDA-fractie
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, het vraagstuk rond Albert Heijn -het is al
door meerderen gezegd hier- dat sleept zich al een hele lange tijd voort.
Er is vanavond denk ik toch een moment waarop er een breekpunt moet zijn.
Ik denk in ieder geval dat dat moment nu is gekomen. Ook wij zullen het
voorstel zoals het er ligt steunen, maar wel met enige bezorgdheid. Ik moet
overigens wel zeggen dat ik het knap vind dat Albert Heijn ook een hele
lange adem heeft, want menige grootgrutter had misschien toch wel afge
haakt. Men wil dus kennelijk bouwen. Alleen, de wijze waarop het moet
gebeuren -ik ben dat met iedereen eens- verdient bepaald niet de schoon
heidsprijs. Het is door de heer Meilof al gezegd, het is ook door het CDA
aangehaald: het is inderdaad nu niet bepaald een gebouw waarvan je zegt:
daar willen we de komende twintig jaar met genoegen tegenaan kijken. Ik ga
er dan ook van uit dat de raad -en niet alleen de raad, denk ik, maar dat
in ieder geval ook de Soesters- en wij allen voldoende gelegenheid zullen
krijgen om nog iets aan het uiterlijk van het gebouw te doen. Dat het er
komt, dat was voor ons toen we aantraden al een gegeven, dat is een gelopen
race. Maar ik denk wel dat de raad de gelegenheid moet krijgen voldoende
invloed uit te oefenen op de hele esthetische kant van de zaak.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, terugkijkend in de geschiedenis
hebben we denk ik voldoende argumenten gewisseld. In het kader van de
structuurvisie hebben we bepaalde afspraken met elkaar gemaakt. Die wijken