14 oktober 1996
- 9 -
college, maar ik neem aan dat het college dan zelf ook terughoudend is. Ik
denk dat we inderdaad niet-spoedeisende plannen, de hoofdwegenstructuur en
zo, best een jaartje op kunnen schuiven.
Wij zijn ook zeer tevreden -dat moet toch ook eens gezegd worden- over de
wijze waarop u sinds de vorige begrotingsbehandeling omgegaan bent met ons
verzoek om de inspraak voor de burgers aan te passen. Dat hebben we
inmiddels dit jaar gedaan. En ook dat u op ons veelvuldig verzoek met de
bestemmingsplannen ook zo omgaat dat er zowel voor de raad als voor de
burgers meer te zeggen valt.
Voorzitter, misschien is mijn tijd wel om, maar ik verwacht van u dan een
seintje
VOORZITTER; Het is bijna zover, mevrouw Swinkels.
Mevrouw SWINKELS (D66)Ik wil even duidelijk nog laten horen wat we wel
kunnen honoreren. Dat is natuurlijk de kunstuitleen, daar was al geen
verschil van mening meer over in deze raad. De VAC, de bibliotheek Soester-
berg, hard nodig, het Kinderparadijs, akkoord, Slachtofferhulp, dat is een
heel klein bedrag, dat kan doorgaan. Dat zijn ze voorlopig en voor de rest
wachten wij op uw antwoorden.
Heer VISSER (GL/PS)Voorzitter, ik wil allereerst beginnen met een
financiële opmerking. U kunt dat van mij verwachten als toekomstig lid van
de rekenkamer. Ik ben namelijk geschrokken van het feit dat u ons een
bericht heb toegestuurd dat wij in 1997 een nadelig saldo hebben van ruim
vijf ton. Dat is meer dan een half miljoen. En daar doet u nogal vrij
speels over. Want, zegt u, ach moet je eens luisteren, wij hebben zo'n
grote reservepositie, dat kunnen we makkelijk in 1997 opvangen. Ik citeer
de woorden bovenaan bladzijde 2. Ik wil vanavond nog eens expliciet van de
wethouder financiën horen of zij dat ook meent. Het is in de ruim twintig
jaar dat ik in de raad zit nog nooit gebeurd dat wij tekorten op deze
manier dekken uit de reserves of andere wensen dekken uit de reservesIk
ben dan ook bijzonder verbaasd over het gemak waarmee het college zegt:
ach, moet je eens luisteren, wij dekken die vijf ton gewoon eventjes uit de
reserve. Want dat biedt perspectief, namelijk. Want, veronderstel, Den Haag
had gezegd: het is geen vijf ton, het is zes ton of zeven ton. Weet u wat u
gezegd zou hebben? Ook dat zouden we dekken uit de reserves. Dus, we hebben
vanavond en woensdag een vrij grote marge om toch nog wat wensen in te
dienen. Want het is natuurlijk van den gekke dat u bovenaan bladzijde 2
zegt: als u nog wensen hebt, dan moet u dat toch wel eventjes niet doen,
dan moet u zich wel eventjes behoudend opstellen. Dat is natuurlijk onzin.
Als u met het grootste gemak vijf ton durft te dekken uit de reserves, dan
kunnen we daar best nog wel een paar duizend gulden aan toevoegen. Daarom
zullen we alle voorstellen die de PvdA zoëven al heeft opgelepeld en die
ons zeer aanspreken, van harte ondersteunen. En gaat u nou niet vertellen
dat we daar een dekking voor moeten zoeken, want dat is je reinste onzin
dit jaar.
Voorzitter, u hebt gemerkt dat wij ons in Op 't Hoogt behoudend hebben
opgesteld, een beetje terughoudend hebben opgesteld. Wij zijn dit jaar een
beetje bescheiden geweest, wij zullen ook niet al teveel wensen meer
hebben. Wij hebben u elf vragen gesteld, waar we graag deze week antwoord
op willen hebben. En in deze vijf minuten wil ik er dan twee uitpikken, dat
is de geheimen van Soestdijk en dat is de golfoorlog.
Wat de geheimen van Soestdijk betreft, ben ik ook buitengewoon verrast door
het verhaal van D66. Ik moet het even toch citeren, ik vind het een
prachtige zinsnede. Mevrouw Swinkels schrijft letterlijk: we moeten er niet
aan denken dat in Soestdijk een Albert Heijn, een vernieuwd Braamhage en
een Gossenburcht in willekeurige ad hoe plannetjes in het knotwilgengebied
worden neergegooid. Want zo gaat het natuurlijk straks gebeuren, een plan,
een heel totaal plan bestaat er nietWe hebben laatst gepraat met de
welstandscommissie, u hebt dat in ons verhaal kunnen lezen. Daar wil ik
expliciet ook een antwoord van u op hebben, of u bereid bent het plan dat
wij ooit in 1993 gemaakt hebben met elkaar, maar dat inmiddels in de
onderste la ligt, over de welstand in dit dorp, weer eens uit die la te
halen en in een commissievergadering nog eens bespreekbaar te stellen,
zodat wij opnieuw kunnen kijken of we de welstand niet wat meer mogelijkhe-