14 oktober 1996 - 18 - stuurgroep. Feitelijk staat daar als eerste activiteit dat op 18 oktober de stukken naar de commissie gaan. De rapportage is nog niet binnen, zei u. Die is wel binnen, die is vorige week binnengekomen. Wij hebben de bedoe ling om in goed overleg met de stuurgroep/werkgroep, in goed overleg met de Sportraad -u hebt altijd op goed overleg aangedrongen- daar die discussie te hebben ten aanzien van de clustering van de sportaccommodaties. Het is net als bij de bibliotheek/C-driehet is heel ingewikkeld, maar het zal toch in discussie moeten komen en we zullen zien hoever we daarmee komen. Dan ga ik door naar een overdekt bad. De vraag is geweest of wij hier aan de overzijde, bij Aqua Indoor, alsnog zouden kunnen overgaan tot het inrichting, oprichten van een openluchtbadaccommodatieHet antwoord daarop is dat het vanuit de Wet milieubeheer niet mogelijk schijnt te zijn. Ik zal daar nog eens nader naar laten kijken, om te bezien wat nou de concrete belemmeringen zijn. Maar er is schijnbaar een belemmering in de Wet milieubeheer, die dus het hebben van een openluchtbad aan de inrichting Aqua Indoor verbonden, niet mogelijk maakt. Aqua Indoor is natuurlijk wel bereid om te bezien of zij in het komende seizoen 1997 daar met wat aanpassingen een tijdelijk, zeg maar mobiel, maar in ieder geval tijdelijk openluchtbad kunnen gaan oprichten. Ja, dat wordt heel wat. Ik ga nog even door, want er zijn nog meer vragen geweest van de PvdA. De volgende vraag betreft een collectieve tandartsverzekering. We hebben in de afgelopen maanden regelmatig overleg gevoerd met een verzekeringsmaatschap pij die eventueel -dat was ook hun intentie- een collectieve tandartsver zekering voor minima in het leven te gaan roepen. U weet wat de bedoeling was. Echter, op basis van de richtlijnen is Anova wat terughoudend. Ze hebben dus de originele intentie wat verlaten, maar we kunnen daar op dit moment nog niet concreet in zijn. Wat ik u toezeg, wat ik zal blijven nastreven, is dat wij in contact zullen blijven met de verzekeringsmaat schappijen om te kijken of we alsnog een collectieve regionale tandartsver zekering zouden kunnen laten ontstaan. Liefst regionaal, want dat is tot nu toe ook de insteek geweest. Dan kom ik bij een punt dat een aantal andere partijen ook heel duidelijk hebben gewild, dat is namelijk een wat ruimhartiger declaratiebeleid bij het declaratiefonds. Dat is een zaak waar de raad natuurlijk in kan beschikken, dat is duidelijk. We hebben recentelijk, in de afgelopen commissie, heel daadwerkelijk over het minimabeleid gesproken. Toen is niet zozeer dat ruimhartiger beleid ingebracht, maar ik heb de bereidheid om daarnaar te kijken, omdat er zoveel partijen zijn die zeggen: nou, het zou wat ruimer kunnen, het zou wat ruimer moeten. Ik moet u er wel voor waarschuwen dat een ruimer beleid ook betekent dat er meer middelen ingezet kunnen en zullen moeten worden. Wat wij nu doen is uitvoeren van het beleid dat in het verleden is vastgelegd. Dat betekent: we hebben een declaratie fonds, de instelling van dat fonds was overwegend gebaseerd op het active ren, het actief deel kunnen nemen aan sociale en maatschappelijke activi teiten. Die intentie is begeleid met een overwaarde van 20% boven de bijstandsuitkering. Dat betekent: mensen in die categorie, tot 20% boven de bijstand, kunnen een beroep doen op dat declaratiefonds. Wij hadden het gevoel dat daarmee werd voldaan aan de wensen van de raad. Ik wil die discussie, mogelijk dat dat in commissieverband zou kunnen, nog best eens met u voeren, om te kijken of je daar een andere uitleg aan moet geven. Want ruimhartiger kun je natuurlijk ook zien door vast te stellen dat je het aantal doelgebieden -dat is ook een vraag geweest van de PvdA- wat breder wilt trekken. Ook die bereidheid hebben we, dat is ook al eerder gezegd. Feitelijk ligt daar ook een stukje van ruimhartiger beleid. De armoedeval, dat is een tweede aspect, dat is een zaak die regelmatig ook in de discussie is geweest. Door het doen van uitkeringen breng je iemand in een positie waar feitelijk weer een korting op een inkomen kan ontstaan. Dat is niet onze bedoeling, maar wel de consequentie van onze nationale wetgever. Het is nu eenmaal zo dat alles wat je aan mensen geeft, belast zal zijn. Die discussie is feitelijk alleen maar in Den Haag op te lossen. Maar ik wil nog wel eens kijken of we daar andere methoden, mogelijk wat slimmere methoden, op los kunnen laten om daar toch een antwoord op te hebben Dan ga ik naar de fractie BAM. Het grondbeleid sociale bouw, ik denk dat ik daar niet op hoef te antwoorden, want feitelijk hebben we bij de volks huisvestingsnotitie in april van dit jaar heel duidelijk het verschil

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 255