16 oktober 1996
-37-
je goede banden hebt met het college, dan neem ik aan dat het college
bereid is tot uitvoeren. Herhaaldelijk wordt uitgesproken dat men de
intentie heeft om tegemoet te komen aan de wensen uit de raad en uit een
bepaalde fractie. Ja, en dan moet er drie keer gezegd worden, met een motie
nog een keer beklemtoond worden dat het college het echt zo gezegd heeft.
Dat vinden we eigenlijk een reden om te zeggen: het is volstrekt overbodig,
het is niet ten nadele van de bibliotheek als ik het zo zeg, maar ten
nadele van de politiek.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, aansluitend bij beide vorige sprekers. Ook ik
vind dat in de commissie duidelijk de intentie al is afgegeven om mee te
werken aan een uitbreiding van de bibliotheek in Soesterberg. Ook wij
achten deze motie dus overbodig.
Heer JOUSTRA (BAM)Het begint erop te lijken dat ik altijd de laatste ben,
maar dat is niet erg, voorzitter.
VOORZITTERNee, dat is niet waar, want ik probeer het juist af te wisselen
zodat niet steeds dezelfde fractie het eerst het woord voert.
Heer JOUSTRA (BAM)Nou, iedereen vindt het zielig. Voorzitter, de wethou
der van financiën heeft in eerste termijn een traject aangegeven waarin zij
denkt te zullen handelen richting bibliotheek Soesterberg. Zij heeft op
vragen van ons ook aangegeven dat in samenhang te willen bezien met andere
zaken die er lopen bij het Dorpshuis. In ieder geval, we hebben dat
gevraagd en ze heeft er geen nee tegen gezegd, want er zijn nog meer zaken
die daar spelen. We hebben dat mede gedaan om te voorkomen, omdat er twee
of drie eigenaren in dat gebouw zitten -iemand heeft de politiepost, je
hebt het Dorpshuis en je hebt de bibliotheek- dat er op een gegeven moment
drie verschillende aannemers rondlopen die met drie verschillende projecten
bezig zijn in één gebouw. Vandaar ook dat we hebben gezegd: onderzoek dat
en stel het uit. Ik hoop dat u die toezegging, die ik heb begrepen in de
eerste termijn, om daar in ieder geval naar te kijken, handhaaft.
Naarmate de begroting dichterbij komt, voorzitter, bestaat de neiging van
diverse instanties -heel terecht en heel begrijpelijk- en zo ook van de
bibliotheek Soesterberg om de raad en de raadsleden te benaderen om toch
maar bij hen te komen kijken, omdat ze er zo slecht bij zitten. Dat laatste
wil ik inderdaad wel onderstrepen, de bibliotheek heeft dat ook gedaan.
Maar een echt onderbouwd plan heb ik van hen niet gezien. Dan is het me te
mager om op grond daarvan nu al in te stemmen met deze motie. Ik vind dat
er tijd en ruimte moet zijn om de problematiek nader te onderzoeken, in
combinatie met het Dorpshuis en dan vind ik dat we er bij de voorjaarsnota
op terug kunnen komen.
Heer LOKKER (CDA)Mijnheer de voorzitter, mag ik kort even reageren op wat
gezegd is door de heer Krijger en ook anderen die dat hebben ondersteund?
Het punt is, allemaal ondersteunt men de intentie en die intentie is ook
uitgesproken. Ik denk dat het ook een goede politieke zaak is om niet
alleen maar af te gaan en ons in het bos te sturen, dat is misschien wat te
negatief gezegd, maar met goede bedoelingen. Ik denk dat je op een gegeven
moment, als je een bepaald doel hebt, dat je dat ook heel. duidelijk onder
woorden mag brengen en dat ook kan laten volgen door een daad. Als je alles
maar doorschuift naar de voorjaarsnota, met diezelfde goede bedoelingen,
wat is dan de achtergrond? Zeg je dan: als er geen geld is, dan doen we het
niet? Wij willen altijd heel duidelijk een uitspraak hebben.
VOORZITTER: Maar het is ook een stukje vertrouwen dat je in het college
hebt, dat wij, gelet op de discussie, ermee zullen komen.
Heer LOKKER (CDA)Ik vertrouw het college volledig, alleen Den Haag
vertrouw ik niet en dat is al eerder uitgesproken. Op een moment dat je een
beslissing kunt nemen, zoals nu, dan moet je het ook doen.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, wij ondersteunen deze motie van het
CDA. Wij vinden ook dat de bibliotheek in Soesterberg dermate uit haar
jasje groeit, dat het zeer belangrijk is dat er nu actie ondernomen wordt.
I