21 november 19 96
- 14 -
zijn. Dan komt er dus geen enkele oplossing, voor de meerderheid is niks
uitvoerbaar. Dan hopen we maar dat als we met beleid klaar zijn, dat de
situatie niet zó veranderd is dat de heer Witte zegt: wat jammer dat het
gebouw, het bedrijf er staat, wat jammer dat die woningen daar nu niet
vervangen is, wat jammer zus, wat jammer zo. Die kans is heel groot dat we
volgend jaar oplopen tegen de jammer-jammer situatie. Laten we maar gaan
kiezen welk model we accepteren.
Heer ROEST (D66).: Voorzitter, mag ik daar even op reageren? De situatie is
enigszins eenzijdig omschreven. Ik mag hopen dat dit college zich reali
seert dat milieuvergunningen eindig zijn. Dat staat ook in de nota «Naar de
Wieksloot», dat je door middel van milieuvergunningen die verlengd moeten
worden, wel degelijk iets kunt reguleren. Daar hoop ik op.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, zou iemand van het college mij
kunnen uitleggen of een milieuvergunning beperkend is in bedrijfsvoering?
Je kunt wel de keuze van het bedrijf beïnvloeden, maar niet de omvang als
het vastgelegd is in het bestemmingsplan dat er 4300 m2 bedrijfsbestemming
op ligt. Ik denk dat de heer Roest wat optimistisch is met zijn milieuver
gunningen
VOORZITTER: Die vraag is nu niet te beantwoorden.
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, om te voorkomen dat we afglijden en het
besluit weer ter discussie stellen: we hebben besloten, dat hebben we op 18
juli gedaan en wat we besloten hebben, dat staat duidelijk in het verslag,
dat is het voorstel van de WD, geamendeerd door de Partij van de Arbeid.
Dat hebben we besloten en dan moeten we niet meer proberen om via een omweg
dat besluit ongedaan te maken. Daar zal ook de minderheid die er toen was
zich bij neer moeten leggen. Ik vind het alleen toch een merkwaardige zaak
zoals het nu op ons af is gekomen, dat het college aan ons vraagt: kunnen
jullie ons vertellen wat we met z'n allen besloten hebben? Dat vind ik het
merkwaardige aan de hele zaak. Dat moeten wij ons als raad niet alleen
aantrekken, ik denk dat het college zich dat ook moet aantrekken, met name
naar de familie van Vulpen toe.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, een korte toelichting. U kunt niet verwachten
van de CDA-fractie dat wij stemmen voor een voorstel dat zoveel onduide
lijkheid oproept dat wij met z'n allen tegen elkaar moeten zeggen: wat
hebben we als raad ook alweer gedaan in die vergadering in juli? U durft
niet eens te zeggen wat we eigenlijk besloten hebben, maar u zegt: zoek het
maar uit, raad, welke model het ongeveer had moeten zijn. Zo'n voorstel zal
nooit de steun van de CDA-fractie krijgen.
VOORZITTERAndere leden van de raad? Niemand, dan ga ik over tot besluit
vorming. Ik ga de drie conclusies die voorliggen aan u stuk voor stuk
langs. De eerste conclusie, ik ga over tot stemming en dan zijn er twee
mogelijkheden: het wordt aanvaard, dan zijn we klaar, dan is er een stuk
duidelijkheid, de tweede mogelijkheid is dat het verworpen wordt en dan ga
ik naar de tweede conclusie. Daar kan hetzelfde zich voordoen, wordt het
aanvaard dan zijn we klaar, wordt het verworpen dan ga ik naar de derde
conclusie. Wordt de derde conclusie aanvaard dan zijn we klaar, wordt het
verworpen dan ligt het probleem weer bij het college. Het college neemt het
mee naar de collegevergadering en zal dan naar bevind van zaken handelen.
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, mijn fractie heeft behoefte aan vijf
minuten schorsing.
VOORZITTERIk schors de vergadering voor vijf minuten.
VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De heer Joustra had schorsing
gevraagd
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, een kleine toelichting, want dat doe je
niet zomaar, een schorsing vragen. Het gaat om de interpretatie van het
besluit dat we de vorige keer genomen hebben. Dus het besluit zelf is niet
9.