- 37 -
namens het college mijn excuses hiervoor aanbied. Ik ben het eens met de
heer Witte dat een zaak van een dergelijke importantie op een zorgvuldige
manier moet worden behandeld, zoals overigens elke zaak die de gemeente
betreft.
VOORZITTER: Wenst de heer Witte nog het woord? Ik ga nu aan de twee rondes
beginnen, u hebt eerst uw interpellatie kunnen toelichten, het college
heeft geantwoord en nu mag de raad in twee termijnen het woord voeren. Ik
vraag dus eerst aan u of u nog het woord wenst
Heer WITTE (GGS)Ja, voorzitter, ik was net iets vergeten. Ik ben blij dat
de wethouder zegt dat ze eigenlijk haar excuses maakt en zegt dat het
onzorgvuldig is gebeurd. Inhoudelijk is er natuurlijk ook iets raars aan de
hand. U bent nog niet al te lang geleden bij de provinciale planologische
commissie geweest, die hebben u op 5 december een brief gestuurd over het
ontwerp-bestemmingsplan Soestdijk. Daar staat in dat ze zich in grote delen
van het bestemmingsplan wel kunnen vinden, maar ontsluiting Braamhage en
Albert Heijn: "Tussen de locatie Braamhage en de locatie Albert Heijn is
een ontsluitingsweg geprojecteerd, de zogenaamde parallelweg, die een
verbinding vormt tussen de Burg. Grothestraat en de Stadhouderslaan. In het
eerste ontwerp-bestemmingsplan uit 1994 was bewust geen aansluiting op de
Stadhouderslaan opgenomen, omdat hier een nadeel van een doorsnijding van
het resterende landschap de doorslag heeft gegeven.Een citaat uit uw
eigen voorontwerp bestemmingsplan. "Volgens het nieuwe ontwerp-bestemmings
plan gaat het in het kader van dit bestemmingsplan uitsluitend om de
functie van een ontsluitingsweg voor het uitleggebied Braamhage. Uiteraard
wordt er bij het ruimtelijk beslag en de vormgeving rekening mee gehouden
dat een opwaardering als onderdeel van een mogelijke parallelroute niet
wordt verhinderd." Uit de toelichting. Dan zegt de provinciale planologi
sche commissie dat ze wel kunnen aansluiten als directe ontsluiting van de
locatie Braamhage en Albert Heijn, maar een verdere doortrekking van deze
parallelweg naar de Stadhouderslaan lijkt als ontsluitingsroute niet nodig.
"Een nadere onderbouwing op dit punt achten wij, gelet op de doorsnijding
van het open landschap ter plaatse en de aantasting van de aanwezige
waarden in dit gebied en de maatschappelijke weerstand, van groot belang."
Voorzitter, ik vind dat u inhoudelijk raar omgaat met dit soort dingen. Ik
weet dat dit de derde brief al is over het bestemmingsplan Soestdijk en al
die brieven laten er geen misverstand over bestaan dat bij de provincie
grote moeite is met alles wat met deze weg te maken heeft. Als dan de
planologische commissie de suggestie doet om dan alleen dat deel richting
Insp. Schreuderlaan/Burg Grothestraat te doen en dat andere deel te laten
zitten, dan snap ik eigenlijk niet dat uw ambtenaren dus blijkbaar hier in
huis het idee hebben dat we daar gewoon maar lak aan moeten hebben, dat we
niks nader hoeven te motiveren, maar dat we gewoon kunnen doorgaan. Dan
vind ik het eigenlijk te mager dat u zegt dat het niet zorgvuldig is
gebeurd. Ik vind ook dat het inhoudelijk niet zorgvuldig gebeurt. Dan zou
je op zijn minst verwachten dat op 5 december, als je die brief binnen
krijgt, dat die brief meteen naar die ambtenaren toe gaat die die weg
moeten maken, dat ze daar dan een gemotiveerd verhaal bij maken. En dan zie
ik dat zelfs de notitie van 12 december daar met geen woord over rept, dus,
met andere woorden: daar doen we gewoon helemaal niks aan. We komen het
provinciehuis uit, denk ik dan zo, het college, en dan gaan we allemaal
lange vingers lopen trekken van: we doen lekker toch wat we zelf willen.
Dat vind ik helemaal fout. Dat wou ik toch even kwijt.
Heer VISSER (GL/PS)Voorzitter, als de plaatsvervangend wethouder zegt dat
ze er op een gegeven moment zelf achterkwam, dan bewijst dat dus, of dan
suggereert ze dat de fout bij de ambtenaren ligt. Dat bevestigt u. Ik kan
me dat niet voorstellen, want die ambtenaren weten precies wat wel en wat
niet kan, ze hebben ervoor gestudeerd, zou ik bijna willen zeggen. Dus er
moet toch iets scheef zitten. Als ik te rade ga hoe het dan precies zit,
dan heb ik toch de indruk dat er een sfeer de laatste tijd heerst op het
gebied van ruimtelijke ordening dat ook ambtenaren ten hemel schreiend hun
armen omhoog steken en zeggen: wij weten het ook niet meer wat we moeten
doen. Misschien wordt daardoor die fout gemaakt. Voordat u nu steeds maar
excuses moet aanbieden, zou ik toch graag willen dat u nu eindelijk eens
19 december 19 96
Cl
g
et
et
en
is
t
ok
ik
e
h
ng
:n
m
-j
cd
l
mg
"1