19 december 1996 nt n dt ïit iet ïr ;r Ik wil graag ook wat opmerkingen maken over de inhoudelijke gang van zaken. D66 wil helemaal geen vrijstelling verlenen, niet door het college en niet door de raad. Eerst het bestemmingsplan vaststellen, de raad -de heer Visser heeft het juist gezegd- heeft hier nog niets over mogen zeggen. Ik heb ook een prachtige dikke envelop met verschrikkelijk veel opmerkingen, maar het is nog het laatste bestemmingsplan dat op de oude manier tot stand komt, de raad komt helemaal achteraan. Toch is het bestemmingsplan Soest- dijk vooral vanwege de ontwikkelingen rond de Albert Heijn, Braamhage en de ontsluitingsweg, in revisie genomen, het plangebied is aangepast, er is een stukje van afgegaan en er is een stukje bijgekomen. De ontsluitingsweg is een essentieel nieuw element in een verder conserverend plan. U bent hierover -daar is ook al gewag van gemaakt- in discussie met de provinciale planologische commissie, 5 december. Het advies van de PPC hoef ik verder niet meer te vertellen, de heer Witte heeft het keurig verteld. Het gaat om het vaststellen van de maatschappelijke uitvoerbaarheid en het draagvlak. Het draagvlak voor uw plannen met betrekking tot de ontsluitingsweg is naar mijn idee flinterdun. Uw omgang met ons over dit soort plannen, ook naar aanleiding van het DHV- rapport. Wat mijn buurman net heeft verteld, dat kan ik ook onderschrijven. Ik heb ook in de commissie gezegd: nu hebben we een nieuw bestemmingsplan, het bestemmingsplan buitengebied en naar mijn idee is het essentieel dat de raad eerst een startnotitie beoordeelt voordat we verder de procedure naar de provincie plegen. Als je nu het bestemmingsplan van DHV bekijkt, dan is dat vanuit mijn visie geschreven op een manier die niet totaal objectief is. Ik zou dus graag als raadslid daar iets over hebben willen zeggen. Mijn conclusies zijn dus: eerst een bestemmingsplanprocedure volgen, plus een raadsuitspraakDe conclusie van GGS is niet overdreven in hun brief, maar dat heeft het college aangegeven. Dat zijn in het kort onze bevindingen. Heer KRIJGER (WD)Ja, we kunnen natuurlijk best gaan werken als een soort loopgravenoorlog, steeds bepaalde beslissingen aan de orde stellen, maar dat vind ik eigenlijk een beetje vreemd. Als u luistert naar de heer Witte, dan zou hij ergens gelukkig moeten zijn, echt gelukkig moeten zijn dat voor bepaalde zaken anderen, ambtenaren van de provincie, aangeven wat ze willen. Dus de huiver van er zijn plannen zus, er zijn plannen zo, daar kan hij veel minder bang voor zijn. Want wat geeft men aan? Als de gemeente Soest kan motiveren dat het nodig is voor de ontsluiting van het besluit dat genomen is dat daar een Albert Heijn komt, dan is dat een beslissing zonder open eindjes, dan is het een beslissing met betrekking tot een ontsluitingsweg naar de Stadhouderslaan. De huiver die sommigen oproepen en helder willen maken wordt dus aangetoond: als je iets anders wil, heb je een drempel extra in Utrecht liggen. Dus waar praten we nu over? We praten er nu over dat er dus nog steeds gewerkt mag worden en moet worden volgens de oude werkwijze met bestemmingsplannen. Daar weet de heer Visser alles van, neem ik aan, dat zo de werkwijze is. Die werkwijze willen we gaan veranderen, andere meningen erbij betrekken, eerder, maar dat is allemaal allang in gang gezet. Dit plan, met daarin de Lindenhof en nog een paar dingen, is gewoon een plan dat nog steeds op de oude wijze wordt gedaan. Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik een vraag stellen? Dat de raad besluiten heeft genomen, betekent niet dat wij continu aan die besluiten vasthouden. Bij Soestdijk hebben we gezien dat een genomen besluit dus kennelijk geen maatschappelijk draagvlak heeft en op grond daarvan Heer KRIJGER (WD)Nee, mag ik reageren gelijk, want dat is een beetje een flauwekulverhaal een id Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik even uitspreken? Op grond daarvan kun je dus stellen dat het helemaal niet onverstandig is om op een nieuw moment de zaak weer ter discussie te stelen. Dat zou kunnen via een startnotitie. Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, graag even reagerend op de heer Roest. Hij moet na bijna een jaar in de raad zitten, weten waar Abraham de mosterd haalt. Een bestemmingsplanafweging is heel wat anders dan een voornemen. Een voornemen -geen bestemmingsplan- in een collegeprogramma, - 39 - en is >k .e ;an it de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 448