16 januari 1997 - 9 -
het geval is, kunnen we dat niet doen.
Heer KRIJGER (WD)Zoals de heer Krol al zegt, wij hebben de indruk dat
een deel van de provincie wel wil en afhankelijk van welk deel je vraagt,
soms niet wil. Wij willen weten: kan het of kan het niet? Wij hebben een
uitspraak gedaan, kan dat uitgevoerd worden, ja of nee? En niet op de lange
termijn.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik heb net een verzoek gedaan aan het college
om bij Amersfoort te protesteren tegen de plannen die zij daar uitoefenen.
Daar heb ik geen antwoord op gehoord hoe het college daartegenover staat
Ik neem aan dat u iets minder overvallen zult zijn door de ontwikkelingen
dan wijIk denk dat u in het portefeuillehoudersoverleg wel eens gesproken
zult hebben over wat Amersfoort aan de Birkhovense kant wil.
VOORZITTERIk voeg dat even in, want u zegt terecht dat u daar in eerste
termijn geen antwoord op hebt gekregen.
Wethouder TEN HOVEIk had het verzoek van de heer Witte begrepen als: kom
er in de commissie op terug. Vandaar dat ik nu niet gereageerd heb. Wij
hebben, ik denk anderhalf jaar geleden, informatie gekregen van Amersfoort
over de plannen die ze daar hebben. Sindsdien is het ook voor ons stil
geworden. Nu merken we dat de discussie weer levendig is geworden.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, mag ik daar een nadere vraag over stellen?
Anderhalf jaar is het in het portefeuillehoudersoverleg aan de orde
geweest. Heeft Soest toen een oordeel uitgesproken? Hebt u gezegd: nou, wij
zouden liever willen dat jullie die of die richting uitgaan? Of heeft Soest
gezegd: Amersfoort, wij vinden het allemaal fantastisch wat u daar aan het
ontwikkelen bent?
Wethouder TEN HOVEOp dat moment is Soest geïnformeerd over wat er
mogelijk aan plannen ontwikkeld zouden kunnen worden, zonder dat er een
discussie over was van wat vind je wel en wat vind je niet acceptabel.
Heer VISSER (GL/PS)Voorzitter, de wethouder heeft net duidelijk gezegd
dat de deur dicht is. Het klinkt nog na in mijn oren. Daarom begrijp ik
niet van de heer Krol dat hij daaraan twijfelt, aan die uitspraak van de
wethouder. Ik wil niet zeggen dat het zijn wethouder is, maar hij zegt
gewoon: mijnheer Ten Hove, ik geloof u niet, ik wil het zwart op wit
hebben. Dat een oppositie daar weieens naar vraagt, dat kan ik me voorstel
len. Maar dat de heer Krol de heer Ten Hove niet gelooft, daar verbaas ik
me toch over.
Heer KROL (CDA)Een korte interruptie, voorzitter, als het mag. Laat
duidelijk zijn, de mondelinge opmerkingen die door de gedeputeerde gemaakt
worden in alle mogelijke kanalen, zowel in de richting van Wolfduin, als in
de richting van de wethouder, staan hier niet ter discussie. Maar als je
als raad een uitspraak hebt gedaan waarin je zegt: je draagt het college
iets op, dan vind ik dat je daar pas mee op kunt houden, dat je als raad
het college pas van die verplichting kunt ontslaan, niet op basis van een
uitspraak die ergens op een gelegenheid met een glas in de hand gedaan
wordt, maar
Heer VISSER (GL/PS)Met een glas in de hand? U denkt dus ook nog dat de
heer Ten Hove daar met een glas in de hand niet meer weet wat er gezegd
werd.
Wethouder TEN HOVEIk was helemaal nuchter, mijnheer Visser.
Heer VISSER (GL/PS)Had u een glas in uw hand toen u belde?
Heer KROL (CDA)Op het moment dat ik dat gesprek had, had ik inderdaad een
glas in de hand. Maar daar zat appelsap in, geloof ik. Waar het om gaat,
voorzitter, is dat als je als college zegt: wij achten ons niet meer aan de
verplichting gebonden, dat je dat niet kunt doen op basis van een aantal