29 mei 1997 - 13 - vinden omtrent de ontwikkeling van de parallelroute, behalve dan uiteraard de eerder en vaker genoemde verkeerstellingen. De uitweg, het gebruik van de bouwweg voor in- en uitrit voor het fietsver- keer. Daar zijn twee belangrijke bezwaren tegen. Ten eerste: elke in- en uitrijdende auto op die plek zou de doorstroming van het verkeer op de Burg. Grothestraat zeer ernstig verstoren. Het tweede is dat ook de ver keersveiligheid daarmee in belangrijk mate in gevaar komt. Het zou beteke nen dat niet alleen auto's maar ook vrachtauto's het fietsverkeer daar zouden kruisen en het fietsverkeer van en naar Albert Heijn op die plaats wel heel erg lastig zou worden. Nogmaals, de PPC geeft dat ook in haar commentaar op het bestemmingsplan Soestdijk aan, dat zij dat ook een minder gewenste oplossing zou vinden. Ten aanzien van de bevordering van het openbaar vervoer. Er wordt vaak de suggestie gewekt dat als je nu maar vaak genoeg roept van: mensen neem de bus, dat ze er dan wel ingaan. Er zijn echter twee doorslaggevende factoren die het gebruik van het openbaar vervoer bepalen, dat zijn de frequentie en de snelheid. Nou, we hebben hier in Soest een busplan, daar hebben we een contract over afgesloten met Midnet, we zijn bereid om daar bepaalde midde len voor beschikbaar te stellen. Maar die middelen bepalen tevens de fre quentie en de snelheid van de verschillende busroutes. Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik wat aan de wethouder vragen? Is er misschien nog een derde of misschien zelfs een vierde voorlichting over rijtijden en zo? U zou het wel kunnen VOORZITTER: Nee, u gaat langzamerhand naar een derde termijn. Dit onderwerp staat niet op de agenda. Wethouder TEN HOVEIk maakte juist aan het begin de opmerking dat je er niet bent met te zeggen: burger, je moet in de bus. Elk onderzoek wijst het uit dat frequentie en rijsnelheid de doorslaggevende factoren zijn die bepalen of mensen al dan niet van het openbaar vervoer gebruik maken. VOORZITTER: We komen aan de afsluiting van dit agendapunt. Eerst de motie. Ik constateer dat er geen meerderheid is die de motie ondersteunt. U hand haaft de motie? Dan is de motie hiermee verworpen. Mag ik constateren dat de raad het voorstel zoals dat bij dit agendapunt 6 aan de orde is, in meerderheid steunt? Met de aantekening dat de fracties Gemeentebelangen Groen Soest, Groen Links/Progressief Soest, D66, BAM en de heer Meilof tegen zijn. De overige fracties zijn voor, dan is een meerder heid voor dit raadsvoorstel Het voorstel (RV 97-48) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met de aantekening dat de fracties van GGS, GL/PS, D66, BAM en de heer Meilof geacht willen worden tegen het voorstel te hebben gestemd. Het starten van de procedure ex artikel 19, lid 3 van de Wet op de Ruimte lijke Ordening ten behoeve van het bouwplan voor het plaatsen van keer- en geluidswanden en het plaatsen van een bluswatertank aan de Zuidergracht 47- 49. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, Nieuwe Gracht II daar hebben we wat mee. Elke keer als we daarover praten, dan lijkt het alsof we steeds weer argumenten herhalen. Maar wie de moed heeft uit deze raad om eens op de fiets te stappen en langs de Wieksloot te kijken, niet het mooie deel Pijnenburg in, maar de andere kant op, die zal de laatste weken hebben gezien wat voor afgrijselijke dingen we daar aan het toestaan zijn. Er staat inmiddels een hal van Beijer aan de buitenkant van die fijne elf meter hoog, een roestig kreng dat echt enorm opvalt en dat -tig keer zo erg is als ik me ooit had voorgesteld. We hebben indertijd bij de begroting een foto gemaakt met een constructie van hoe het zou worden, het is allemaal nog veel erger. Dit college en de meerderheid van deze raad wil dit allemaal maar doorzetten. Voorzitter, mijn fractie schaamt zich dood dat het mogelijk is in Soest om aan zo'n fraaie dorpsrand dit soort dingen uit te halen. Al dat geleuter over vijf meter groen. Gaat u maar eens kijken wat er staat, het groen is geplaatst, er staan zulke kleine plantjes en boompjes van twee meter, dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 112