16 januari 1997 - 12 - het jeugdbeleid goed vorm te geven. Steeds blijft er twijfel aan effectivi teit en doelmatigheid en steeds meer zou er heen moeten en je blijft twijfelen aan effectiviteit en doelmatigheid. Niet voor één instelling, het zijn er dus meerdere. Als je gaat praten, niet over een koepel, wat een oude term is, als je gaat werken aan het integraal benaderen van de doelgroepen waar het om draait, of het dan niet beter kan en effectiever kan. Daarbij komt ook wat we gemerkt hebben de laatste tijd, dat heel veel van de middelen gaat zitten in de organisatie. Terwijl we allemaal weieens van die mooie termen hebben van het frontoffice en zo. Het gaat om het werk en daarachter moet dan een stukje concern staan dat faciliteiten levert. Dat is wat wij ook voor ogen hebben, niet een bezuiniging, laat daar geen misverstand over bestaan, het kan best meer gaan betekenen, als dat meer maar ten goede komt aan de activiteiten waar het om draait, als de doel groep maar bereikt wordt. Als de doelgroep niet bereikt wordt omdat de structuur verkokerd is, dan moet je echt de moed hebben om aan wat nieuws te gaan beginnen. Dat laatste blijkt nu te ontstaan, niet met zomaar wat gepraat, maar met enige drang, waarbij ook wordt betrokken de doelmatigheid van wat hier in huis gebeurt. Het is niet alleen buiten, ook hier in eigen huis moet je kijken of wij datgene wat we ter beschikking stellen, op de juiste wijze tot zijn recht kunnen laten komen. Ook daar zijn wat zaken aan de orde. Dus de integrale aanpak, voorgesteld op het model Rycken, steunen wij zeer. Maar één kanttekening. Wij vinden dat datgene wat in het voorstel staat voor wat betreft de samenwerking, deze vier instellingen nu al zoveel cohesie hebben, samenhang, dat het daarbij beperkt moet blijven. Dus niet omdat het nou zo mooi lijkt te zijn wat andere organisaties eraan vastplak ken, dat lijkt ons niet wenselijk. Dus met nadruk: wij staan achter het voorstel van het college voor juist deze vier instellingen en als na verloop van tijd blijkt dat een integratie meer aankan, dan zou je eens kunnen praten of zaken kunnen worden gekop peld. Maar nu vooralsnog echt beperkt houden tot deze vier instellingen, met een resultaat op korte termijn. Heer LOKKER (CDA)Mijnheer de voorzitter, wij beschouwen het inderdaad als een begin. Ik denk dat het belangrijk is dat je een goede structuur hebt die ook deze projecten kan opzetten. Want zonder goede structuur wordt het een soort ad hoe beleid en is de continuïteit van dingen die je inzet, in gevaar. Heel belangrijk is dat zo'n structuur openstaat voor initiatieven die buiten die structuur worden gedaan. Het laatste wat ik erover wil zeggen is dat met name de doelgroep zelf moet worden ingeschakeld, serieus moet worden genomen als het gaat om het realiseren van projecten. Dat is continu een zaak die eigenlijk wordt vergeten. We zijn voortdurend bezig met organiseren, reorganiseren, herstructureren, het bedenken van allerlei mooie plannen. We vergeten voortdurend ook de jongeren zelf daarin een plaats te geven. Ik heb eerder al eens de suggestie gedaan om mét een soort jongerenraad te werken. Ik geloof dat jongeren in staat zijn om op een gestructureerde wijze mee te denken en ik hoop dat de organisatie die ontstaat daar in ieder geval rekening mee zal houden. Anders zullen ze ons als horzel daarin vinden. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, wij zijn blij met het voorstel zoals dat voor ons ligt, zoals we ook in de commissie hebben gemeld. Het kost een paar centen, maar we hopen dat het effect ervan is dat we veel verantwoordenjker met een aantal zaken om kunnen gaan, waardoor we het op termijn mogelijkerwijs weer terug kunnen verdienen. Twee opmerkingen op dit punt. Wat ons betreft is een jeugdhonk nog steeds aan de orde, maar de doelstelling blijft voor ons nog steeds dat het jeugdhonk dat we hebben in volle opzet ingezet moet gaan worden, om uitgebouwd te worden tot het echte jeugdhonk. En dan hebben we het dus over een jeugdhonk en niet over allerlei andere zaken, want daar was het ooit primair voor opgesteld. Het tweede punt, daarmee reageer ik even op een opmerking van de heer Krijger, die zegt: wij vinden vooralsnog dat we ons moeten beperken tot deze instellingen. Die mening deel ik, maar ik zou er geen enkel bezwaar tegen hebben als blijkt dat er steun is bij andere instellingen met gelijke doelstelling, om die in ieder geval te betrekken in een proces. Je kunt het beter in één keer goed doen, dan dat we t.z.t. weer met andere partijen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 13