18 september 1997
- 13 -
Voorstel tot het definitief invullen van de clustering buitensport accommo
daties
VOORZITTER: Zoals u ziet heeft het college een initiatiefvoorstel vanuit de
raad aan u voorgelegd. Het lijkt me daarom het beste dat eerst degenen die
met het initiatief zijn gekomen, het woord voeren.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, als je alles bewaart wat je
interessant vindt -en die neiging heb ik- dan kun je thuis een heel
gemeentearchief krijgen. Als je het maar beperkt tot een paar onderwerpen
waar je mee te maken kunt hebben, dan kan het minder zijn. En als je het
beperkt tot sport de laatste vijf, zes jaar, dan heb je toch een stapel
documenten, brieven, notities, rapporten, weer brieven, overlegsituaties
met betrekking tot de georganiseerde sport, uitgangspunten voor beleid, dan
heb je toch nog een halve meter. Ik heb geprobeerd de laatste dagen met
anderen het terug te brengen die vijftig centimeter ongeveer tot drietiende
millimeter. Waarom? Omdat ik toch wil proberen in eerste instantie aan te
geven wat wij vanavond willen dat besloten zou moeten worden. Daar komt ook
bij dat ik tussendoor moet reageren op weer een advies, een reactie op de
commissieadviezen, want het tweede punt van het college, agendapunt 9 bij
de commissieadviezen, deugt ook niet, daar klopt ook niet veel van. Ik zal
het in mijn eerste instantie proberen te corrigeren waarom het toch voor
velen die dichtbij de sport zitten niet duidelijk is wat er nou precies
gebeurd is, wat er niet gebeurd is en waarom er nu wat moet gaan gebeuren.
Ik heb het maar een term meegegeven: buiten de lijnen speel je niet, dat
moet de sport toch zeker weten?
Aan de orde is voor ons en voor anderen ook, neem ik aan, een voorstel tot
het definitief invullen van de clustering buitensportaccommodaties. Dat
moet je breed zien. Waarom zeg ik dat? Laat ons wel wezen, het gaat ons
niet om een clustering als doel op zichzelf. Het is een onderdeel van
beleid om in Soest heel ruim -de komende weken zullen we er vaak over
praten, hoop ik- een voldoende, betaalbaar voorzieningenniveau te handha
ven. Daarom trek ik eerst even een paar lijnen waarbinnen we moeten
blijven. Die spelregels gelden voor meer mensen als je mee wilt spelen. Dat
past bij sport, je speelt binnen de lijnen, want buiten de lijnen is het
spel afgelopen, je moet weer binnen de lijnen komen om verder te gaan.
Lijn 1: Sport is een belangrijke voorziening met elementen als volksgezond
heid, recreatie, welzijn, integratie, jeugdbeleid, noemt u maar op. Een
reden om, als je praat over gemeenschapsgeld dat naar de sport gaat, af te
wegen tegen alle andere terreinen. Na die afweging komt er dan bijvoorbeeld
een doelmatigheidsopdracht. Die is nog geformuleerd in de vorige collegepe
riode, omvattende een passe-partoutverhoging, en het buiten gebruik stellen
van een teveel aan sportvelden. Dus ook zoals bij «voorlichting gewogen»,
als we dit wegen, weten we dat al lang de dingen, al heel lang zaken in
beweging zijn, bij die doelmatigheidsbezuiniging lagen er nog een aantal
zaken die moesten worden uitgevoerd. Dus wat u reageert, college, is niet
juist. U praat over velden inleveren, dat was aan de orde bij de doelmatig
heid en niet nu pas
Nu hebben wij in Soest gekozen voor een adviesorgaan bij dit soort beslui
ten over sport, de Vereniging Sportraad Soest. Neem je dat serieus -en dat
willen wij wel- dan vraagt het enige tijd alvorens je al of niet bruikbare
adviezen krijgt. Het advies met betrekking tot de doelmatigheid hield onder
andere in dat de passe-partoutverhoging werd voorgesteld van 5,--, dat
zou de doodsteek zijn voor de sport en niemand wil dat toch hebben, de
doodsteek voor de sport, dat moest worden teruggebracht tot 2,50. Ik heb
nog niet gehoord hoe de reactie kan zijn met betrekking tot de voorstellen
voor de tarieven die wij ook al in huis hebben, daar gaat het procentsge-
wijs iets in omhoog, 1,18 dat is de helft van 2,50 ongeveer. Daar heb
ik nog niemand over gehoord en ik denk ook dat het toen wat overtrokken
was
Een ander onderdeel van de doelmatigheidsbezuiniging was het vrij laten
vallen van -vijf jaar geleden vond men- overtollige velden. Dat doe je
echter niet lopend het seizoen, dan ga je overleggen op welk moment je dat
zou kunnen gaan invullen. Bij één vereniging ging dat wat minder moeilijk,
laten we eerlijk zijn, de hockey heeft die opdracht al lang en breed
vervuld. Maar er rest nog altijd bij die doelmatigheidsbezuiniging een
bedrag van rond de 40.000,-- en u geeft zelf aan in de nota van aanbie-