18 september 1997 - 16 - verenigingen niet overtrokken worden. Want natuurlijk, als je denkt: hé, er is twee miljoen te verdelen wacht even, het moet wel op een juiste wijze worden gedaan, dat het lang kan worden gebruikt. Dat lijkt ons op dit moment het meest vergaande en ook het meest zinvolle voorstel. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, mag ik even bij interruptie iets vragen? Nu u een voorstel doet met alweer zoveel vernieuwde elementen en aangepaste elementen Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, geen vernieuwde elementen toch? Het is het voorstel dat ook de heer Meilof moet kunnen hebben gelezen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik dacht dat hier toch wel elementen inzitten die u weer aanpast. Heer KRIJGER (WD)Ik heb geen andere stukken dan u, denk ik, hoor. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Oké. Heer ROEST (D66): Voorzitter, mag ik er ook iets over zeggen? Ik wil de heer Meilof ondersteunen. Ik vind het wel degelijk een voorstel waar bijvoorbeeld veel meer ruimte inzit. Eigenlijk lees ik dat dus globaal de WD voorstelt de ruimtes te verdelen en het bedrag vast te stellen en voor de rest doen wij hier als raad niets. Dat is dus anders dan ik de vorige keer heb gehoord. Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik het uitleggen aan de heer Roest? Er is een voorstel geweest, dat dan in interne kringen heet «het ambtelijk model». Dat voorstel kent iedereen, in ieder geval van de commissie sport die in juni vergaderd heeft. Dat ambtelijk model ligt dus al een anderhalf jaar ergens in een la en is naar boven gehaald. Toen dan SEC ook na een zorgvuldige afweging, daar ga ik maar van uit, heeft gezegd: wij gaan niet verder op 3-D, dat kan, met bestuurlijke integratie, dan zal de commissie zelf kunnen zeggen: dan gaan wij door met het ambtelijk model. Het ambtelijk model is doorgerekend in de stukken van 21 augustus door de HeidemijAls u dat lijstje hebt -dat kunt u gekregen hebben van uw collega fractielid- dan kunt u dus eruit strepen: praten we over de Eemweg, is dat aan de orde? praten we over dit? praten we over dat? dat kunt u zelf zien. Wij hebben dat lijstje gepakt en gestreept. We hebben gekeken -dat is gewoon het collegevoorstel dat wij volgen- het kan erop. Het nieuwe is dat eerst technisch werd berekend: de hockey zou voldoende hebben aan twee velden met een uitloopgelegenheid, men doet zijn best aan te tonen dat het te weinig is. Toen hebben wij gekeken naar dat nieuwe element: past het op Bosstraat-west? Wij zeggen ja, maar we willen niet zo technisch zijn dat wij dus de gekleurde kartonnetjes hier op een kaart gaan neerleggen, laat men dat nou zelf doen in overleg, in goed overleg, want het moeten goede buren worden. Heer KROL (CDA)Voorzitter, de sport. Keuzes maken. Ik lees vanavond in een regionaal dagblad dat de sport er slecht afkomt als er vanavond wordt gekozen voor het politiek gewin. Er staat letterlijk: stel je voor dat de drie coalitiepartijen vasthouden aan het collegevoorstel, enzovoort, enzovoort en dan staat er: laten zij dat na, dan moet geconcludeerd worden dat politiek gewin op korte termijn voor deze raad zwaarder weegt dan het algemeen belang op de lange termijn. Daar wil ik graag mee beginnen. Want daar gaat het nou precies om. Het gaat bij de discussie over de sport nou precies over de discussie tussen de korte termijn politiek gewin en lange termijn visie op deze gemeente. Daar gaat het precies om. En u zult merken dat ik uiteindelijk op precies het tegenovergestelde kom als wat deze regionale krant vanavond heeft beweerd. Waar gaat het namelijk om? De Vereniging Sportraad Soest, opgeschrikt door drie collegepartijen die van de zomer met een suggestie komen -die ze trouwens allang kenden, want hij bestond al langer- komt met het voorstel: weet je wat, we maken iedereen blij met iets nieuws, dat kost acht miljoen inclusief BTW en uiteindelijk zet iedereen zijn handtekening daaronder. Dat is geen kunst. Het is geen kunst om acht miljoen die de sport niet heeft, die ze ook nooit heeft gehad, waarvoor ook nooit middelen ter beschikking zijn gesteld,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 189