20 oktober 1997
- 13 -
jongeren. Tegelijkertijd horen we het ook van bepaalde jongerenwerkers die
inzicht in het vak hebben, die op een gegeven moment ook het lef hebben
jongeren te confronteren met hun gedrag en dat soort zaken. Op dat gebied
zouden we u graag een stimulans in de rug willen geven dat wij als gemeen
tebestuur het niet langer pikken, het niet langer slikken dat er op een
middelmatig niveau met jongeren gewerkt wordt, dat er op een niveau van het
bezighouden met jongeren omgegaan wordt. Wij geloven niet dat het nog
langer nodig is. Als het gaat om het aanbieden van gewoon aardige en
aantrekkelijke dingen, dan hebben we al een heleboel: sport, muziek, op
allerlei niveaus hebben we aantrekkelijke dingen, daar hoeven we niet veel
meer te doen. In die zin is het gewone buurthuiswerk een beetje uitgewerkt.
Het gaat veel meer om een kleine rand binnen de groep jongeren die afhaakt.
De grootste groep jongeren heeft gewoon ruim voldoende mogelijkheden om
zich te kunnen ontplooien. Er is een kleine rand waar we moeten zorgen voor
expliciete opvang, opvang die meer inhoud krijgt, opvang die door de
buitenlaag van de verveling breekt, die je soms als het langer duurt om
ziet zetten in een vorm van agressie, van tegenzin. Daar moet je doorbreken
tot het niveau van de onderliggende laag van onvrede met de maatschappij
waarin ze leven, onvrede met de welvaart waarin ze leven. Als we dat niet
doen, dan blijven we veel geld stoppen in iets dat weinig effect heeft en
waar een jongere best even gniffelend lol aan beleeft, het tijdelijke van
een leuke nieuwe voorziening, maar waar hij niet echt meer baat bij heeft
en gelukkig mee is. Dat is ook even een beetje een reactie alvast op de
heer Boerkoel, die een vraag aan mij stelde. Jongerenbeleid dat inhoud
heeft, neemt ook de problematieken waarmee jongeren rondlopen, zoals een
alcoholproblematiek en een drugsproblematiek, serieus. Wij hebben in ons
stuk dan ook duidelijk geschreven over de alcoholproblematiek. Dat is een
zaak die nu landelijk aandacht krijgt, veel meer aandacht krijgt omdat we
geschokt zijn in Nederland over de neveneffecten van het pret beleven aan
alcohol, maar zo ongelimiteerd dat je er zelfs pret aan kunt beleven om een
ander in elkaar te rammen tot en met te doden. Die fase zijn we nog niet
echt in Soest ingegaan, maar we moeten wel voorkomen dat het hier kan
gebeuren. Dat betekent dat we van u vragen om direct aan te sluiten bij het
landelijk beleid op het gebied van de bestrijding van alcohol in het
strenger aanpakken, een duidelijker aanpak van de horecagelegenheden die
ongelimiteerd schenken, die geen signalen afgeven naar gebruikers als ze na
veel gebruik toch in de auto stappen, tot en met de mogelijkheid dat wij
een vergunning kunnen afnemen, enzovoorts. Ik denk dat we moeten nadenken
over dit beleid. Wij vragen u dan ook in een motie, als u er niet zelf op
terugkomt, om dit te gaan uitwerken.
Wij hebben geconstateerd dat de gemeenteraad niet bereid is om over te gaan
tot het sluiten van het drugspand, omdat hij in ieder geval het risico niet
wil aangaan om deze procedure te starten. Dan kunnen we natuurlijk als het
CDA zeggen: laten we het toch maar wel nog een keer zeggen dat we vinden
dat het moet -ik vind ook dat het moet- maar dat heeft nu geen zin. Om die
reden zijn wij ervan overtuigd dat we het probleem serieus moeten nemen.
Alcohol, daar hebben we alle maatregelen omheen. Als je met alcohol op
achter het stuur van de auto gaat zitten, dan word je gepakt, je krijgt een
forse boete, je rijbewijs wordt afgepakt enzovoorts. Als je agressie pleegt
naar aanleiding van alcohol, word je daarvoor gepakt. Als je als jongere
een fles jenever wilt kopen in de winkel, dan mag dat niet. We hebben er
alle maatregelen omheen. Roken, daar hebben we maatregelen omheen. Op
pakjes staan dingen afgedrukt. Omdat drugs illegaal zijn, hebben we daar
geen enkele maatregel voor. Ik denk dat we die situatie niet kunnen
handhaven. Als wij het illegale voor een stuk legaliseren, dan moeten we
ook rekening houden met het feit dat we het gelegaliseerd hebben en dat we
er ook iets mee doen. Dat is een tweede motie die ik indien en dat is een
motie om een tekst, een verplichte tekst op het gebouw, op de woning te
zetten waar deze zaken verhandeld worden. Iedereen die een liefhebber is
hiervan weet allang dat het hier verkocht wordt, dus het heeft absoluut
geen reclamewerking, zoals het CDA dat meende. Een tekst waar een waarschu
wing van uitgaat, die vergelijkbaar is met de waarschuwing zoals die op een
pakje sigaretten te vinden is. Dus, met andere woorden: integreer al die
factoren waar op dit moment jongeren op het gebied van gedrag en gezondheid
in de klem komen te zitten, waar ouders weinig vat meer op hun kinderen
hebben, integreer die zaken in één beleid en probeer daar met elkaar weer
een beleid op te maken dat invloed uitoefent en niet passief probeert het