20 oktober 1997
- 34 -
in tweede termijn het woord aan de raad en ik ga in dezelfde volgorde
beginnen bij de WD-fractie.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, een paar dingen raken we nog
even. Ik denk ook dat het goed is dat verschillen in deze raad naar voren
gaan komen. Allereerst een paar waarderende opmerkingen met betrekking tot
het overleg met de regio. We waren, als gezegd, onthutst toen de verkeers
situatie niet goed leek te zijn opgepakt. Het blijkt wel mee te vallen. We
willen wel de constatering doen dat het goed is om erbij te blijven als
gesproken wordt, waar dan ook, over de Al en de A2 8, daar waar het oplos-
singsgebied waar Amersfoort aan denkt, niet de gemeente maar een grote
groep in Amersfoort, maar ook het Soester bedrijfsleven, consequenties zou
kunnen gaan hebben voor het Soester gebied en het Soester verkeer. Wij
blijven er goed op letten.
Het tweede wat betreft de regio is ook van belang. Wij zien het weieens zo
dat Amersfoort eigenlijk denkt: blijf in Soest nou maar op het groen
letten, groen tot op de gemeentegrens, dan mogen wij tot bijna op de grens
bouwen. Ik zou er toch voor willen pleiten dat het overleg wat intensiever
wordt. Het is niet de bedoeling als we praten over een groenbuffer, dan
niet helemaal op ons terrein.
Iets anders, het lijkt r.o., maar het is de wethouder die daarover gespro
ken heeft. Wij vinden het toch het inslijten van een bepaald woord niet zo
leuk. U praat steeds over een welzijnsconcern. Dat geeft toch andere
verwachtingen dan wat wij eigenlijk zien voor dat werk. Ik weet wel dat
mensen het ooit eens een keer zo genoemd hebben, maar ik denk dat wij
moeten proberen het woord weg te doen. Het is geen welzijnsconcern, dat
woordgebruik zal het jeugdwerk zelfs wat etiketteren. Dat is niet onze
bedoeling. Elke naam is beter, denk ik. Wij denken zelf aan jeugdwerkkoe
pel, want als we kijken naar de groep die mee wil gaan praten over het vorm
geven van het beleid, het gebruiken van voorzieningen, dan zijn het
allemaal instanties hetzij rechtstreeks gericht op het jeugdwerk, hetzij in
een belangrijk deel van hun werk gericht op het jeugdbeleid.
Met betrekking tot wat wij dan noemen de containerjeugd, waar helemaal
niets mis mee is, uit persoonlijke overweging wil ik het noemen, ik heb me
zelf nooit in de leeftijd van 12 tot 18 thuis gevoeld in buurthuizen en zo,
ik ben er nooit geweest, ik was op straat met veel anderen. Dat zal nu nog
steeds mogen en kunnen. Je kunt je in schuren, in hutten, in wat dan ook
best vermaken en praten over wat er aan de hand is. Dus containerjeugd, je
kunt allerlei namen noemen voor een voorziening. Laat het niet te moeilijk
zijn, als de jeugd een bepaald plekje wil, dan hoeft het niet helemaal te
wachten op een affe structuur voor de jeugdwerkkoepel, laat het dan komen
in januari, februari, dan is het nog koud, dan kruipen ze dicht bij elkaar.
Er zijn vragen gesteld met betrekking tot wat wij bedoelen met de nuloptie.
Daar zullen we klip en klaar in zijn. Die structuurvisie hebben wij als WD
nooit getekend. Het is namelijk, zoals wij dat toen hebben gevonden en een
deel van de raad is daar niet bij geweest, een flutstuk. Het heeft veel
meer waardering gekregen na de vaststelling dan het eigenlijk maar mag
hebben. Want het is niet af met betrekking tot de milieuparagraaf, het is
niet af met betrekking tot het verkeer, vandaar zoveel overleg in deze
periode over het verkeer. Wat de wethouder heeft gezegd is duidelijk, het
richtte zich grotendeels op aantallen woningen. En wat is dan de visie
daarin? Nou, die kun je elk jaar bijstellen. Dan is de structuurvisie zoals
die nu in de praktijk gebleken is te zijn, niet het verhaal waar je je
beleid op kunt afstemmen. Wat dan wel, wat bedoelen wij dan wel met de
nuloptie die wij nu naar voren hebben gehaald in de beschouwingen? Het is
een momentopname geweest, de structuurvisie, voor een aantal jaren het
aantal te bouwen woningen vastleggen. Er zijn er meer gebouwd dan toen werd
verwacht, maar de randvoorwaarden toen waren anders en die veranderen heel
snel. Toen werd gesproken als ideaal: laat Soest zoals het is. De praktijk
leert: de mensen in Soest laten wonen die hier wonen moet ook mogelijk
zijn. Dus je komt aan een plan vertaald per jaar met bijstelling van: wat
kun je bouwen? In eerste instantie voor de eigen inwoners, maar dat is niet
voldoende, dus je gaat wat grotere plannen maken. Als nu blijkt dat het
niet meer haalbaar is dat je echt bouwt voor eigen inwoners, moet je dan
bepalen dat we gaan bouwen voor die dan ook? Ga je dan je schaarse grond
opmaken voor wie dan ook? Dat willen wij toch naar voren halen, dat wij
daar voorzichtig mee willen zijn. Dat is ook gebaseerd op datgene wat wij