20 oktober 1997
- 43 -
VOORZITTER: Ik heb dat in mijn beantwoording niet gezegd, vanavond.
Heer BOERKOEL (PvdA)Nee, dat klopt, maar dat hebt u eerder in de commis
sie gezegd.
VOORZITTER: Nee, maar wat geldt, is wat ik vanavond geantwoord heb. Dat is
het standpunt van het college.
Heer BOERKOEL (PvdA)Maar eerder in de commissie hebt u gezegd: er is geen
financiële ruimte binnen de zeven miljoen. En ik vraag u om voor woensdag
op een rijtje te zetten voor onze fractie en misschien ook voor anderen
-want de WD wil ook graag dat er financiële ruimte is om het vrijwilli-
gersfeest te doen- hoe u die zeven miljoen hebt opgemaakt.
Ik zou de opmerking van het CDA met betrekking tot agenten 's avonds op
straat, mits controleerbaar door deze gemeenteraad, toch op een andere
manier willen benaderen. Ik wacht daarover toch het voorstel van u af op
basis waarvan wij eventueel zouden kunnen besluiten dat toch te doen.
Uw antwoord met betrekking tot de lege lokalen die er op dit moment niet
zijn, ging wat ons betreft niet helemaal op. Wij hebben het over het feit
dat je na schooltijd en voor schooltijd lege lokalen hebt die je op een
andere manier zou kunnen benutten dan nu gebeurt, namelijk leegstaan. Wij
verwachten in de voorschoolse, naschoolse kinderopvang et cetera voorstel
len met betrekking tot het meerdere gebruik van die lokalen, een effectie
ver gebruik daarvan.
Over de uitgaven van het bijzonder onderwijs zegt u: ja, maar we hebben er
geen bemoeienis mee. Maar in uw schriftelijke beantwoording zei u dat de
accountant van het bijzonder onderwijs dat doet en wij krijgen die accoun
tantsrapportage. Ik heb u al gezegd, die accountant controleert op rechtma
tigheid en wij willen een controle op doelmatigheid. Dus als u kunt
aangeven dat het geld doelmatig gebruikt wordt en u zegt daar volmondig ja
op en er komt niet een moment op basis waarvan wij zeggen: nou, dat is toch
een beetje raar gegaan, dan hebt u wat mij betreft het voordeel van de
twijfel. Maar ik zou het wel graag uit uw mond willen horen.
Dan kom ik nog even op het vluchtelingenwerk waarbij de WD zegt: dat zou
eventueel uit sociale vernieuwing komen. College, het maakt mij niet uit
waar u het vandaan haalt, wij zouden het graag gehonoreerd zien.
Ik ben het eens met het CDA als het gaat over de invulling van die
500.000,-- met betrekking tot bijzondere bijstand en het minimabeleid. U
hebt daarvan gezegd als college: we komen daar in november op terug met een
invulling. Maar u hebt zelf alvast een hap genomen van die vijf ton. Dat is
onjuist. Of u vindt dat we die vijf ton kunnen invullen, en dan behandelen
we de notitie over vijf ton in november in zijn totaliteit en u accepteert
het verlies van die twee ton extra, zijnde van 1,7 naar 1,9 miljoen verlies
volgend jaar. Dan bepalen we waar die vijf ton in november naartoe gaat. Of
u moet moties verwachten op basis waarvan we die vijf ton nu invullen. Ik
denk dat dat slecht is. Ik denk dus dat u beter kunt zeggen: laten we die
vijf ton maar in november gaan invullen op een normale manier, met een
goede discussie en niet nu de krenten uit de pap gaan eten, want daarmee
zouden we die discussie niet goed kunnen voeren.
Ik kom nog even op een stukje vereenzaming ouderen. Ik heb al gezegd dat
via de overschotten van de warme maaltijden, als je het op die manier doet,
je ongeveer 7.000,-- overhoudt en daar het project van zou kunnen doen.
Daar kun je nog niet die coördinator voor doen. De WD zegt: doe het maar
helemaal binnen de SWOS, binnen de financiën van de SWOS, het CDA zegt: dat
kan helemaal niet, misschien is er een mogelijkheid om iets te delen. Ik
wacht het voorstel van het CDA daarover af
Dan kom ik nog even op een punt waar ik door tijdgebrek in mijn eerste
termijn niet aan toe kwam, dat is de Witte Boerderij en het welzijns- en
jongerenwerk. We hebben eerder in discussie gehad dat eventuele aankoop
daarvan en het invullen daarvan een ontzettende hoeveelheid geld kost. We
hebben het ook gezegd in de gesprekken die we gevoerd hebben als Partij van
de Arbeid met het bestuur van het Kinderparadijs. Wij hebben daar nog nader
over gesproken en wij zouden het college willen vragen binnen drie a vier
maanden te komen met een inventarisatie van alle activiteiten op het gebied
van welzijns- en jongerenactiviteiten. Dat niet alleen, de activiteiten,
maar ook daarbij een inventarisatie van alle gebouwen die daarbij gebruikt
worden, op het gebied van welzijns- en jongerenactiviteiten. Als u binnen