22 oktober 1997 - 19 - s ies n .at den structuur toch problemen oplevert. Wij zien ook heel goed de gevaren natuurlijk van een nieuw praatclubje van een aantal selectieve jongeren die gaan meepraten. Dat is natuurlijk niet onze bedoeling. Wat wij wel graag overeind willen houden in deze motie is het feit dat de gemeente -die toch ook de beheerder is van het veld en toch ook verantwoordelijk is voor het jongerenbeleid- erop zal toezien dat bij het tot stand komen van voorzie ningen en activiteiten jongeren per se betrokken worden. Er wordt namelijk zo vaak gepraat over deze jongeren, dat doen we al heel veel jaren en we zijn wat onhandig in het realiseren van de inspraak van jongeren. Ik denk, en dat meen ik serieus, dat er voldoende mensen in het veld zijn die weten hoe je met jongeren om moet gaan. Voorbeelden zijn ook gegeven met betrek king tot een zaak als luilak. Op het moment dat je jongeren betrekt bij het organiseren van luilak en ze daar verantwoordelijkheden in geeft, gaat het allemaal een stuk beter. Dan is het niet wij tegen zij, maar is het gewoon wij organiseren dat en daar bedoel ik uitdrukkelijk mee dat de jongeren er dan bij betrokken zijn. Dus wij willen heel graag dat dat aspect in ieder geval niet vrijblijvend, maar verplichtend vanuit de gemeente wordt opgenomen dat zij erop toezien dat jongeren inderdaad betrokken worden bij de beleidsvorming en de uitvoering. Dan hopen we inderdaad het op die manier wel te halen. Wethouder TEN HOVEVoorzitter, ik reken dat tot een van mijn verantwoorde lijkheden om dat te bewaken. Dus dat lijkt me een voldoende antwoord. VOORZITTER: Ik denk dat daarmee de motie in gewijzigde zin overbodig is, gezien het antwoord dat de wethouder gegeven heeft. Is de raad het daarmee eens? Zijn de indieners het daar ook mee eens? Dan is aldus besloten. Motie nummer 10, van Gemeentebelangen Groen Soest en Groen Links/ Progres sief Soest. Handhaven de indieners de motie? Ik zal eerst de wethouder het woord geven om het collegestandpunt Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik denk dat de wethouder net al gezegd heeft dat hij de motie overneemt VOORZITTER: Ja, het eerste deel. Daarom is het misschien goed dat ik eerst de wethouder het woord geef. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: De eerste twee alinea's van de motie zijn intussen behandeld en overgenomen. Het tweede deel, daarin vraagt u om op een creatieve wijze naar oplossingen te zoeken. Dat is in ieder geval voor de sollicitatietraining en de cursus vrouwen en werk zo, dat kan bij het werkgelegenheidsbeleid worden betrokken. Daarin is het misschien mogelijk om creatief daarmee om te gaan. De huiswerkbegeleiding, die zullen we daar ook bij betrekken. Dus wij zullen pogen om binnen uw gedachten daar overleg over te hebben. xn Heer WITTE (GGS)Dan denk ik dat het weinig zinvol is om de motie te handhaven t ers at VOORZITTER: Dan gaan we naar motie nummer 11 van CDA en D66, vereenzaming ouderen. Het woord is aan wethouder Ten Hove Wethouder TEN HOVE: Voorzitter, in de vorige termijnen is dat toch wel besproken. Hoewel het college het voorstel dat via deze motie wordt gedaan sympathiek vindt, moeten we er toch tegen zijn bij gebrek aan middelen. un Heer KROL (CDA)Voorzitter, een korte toelichting. Ik heb natuurlijk maandag goed geluisterd en ook de begrotingsbehandeling in herinnering geroepen waar we over dit project gesproken hebben. Ik heb goed geluisterd naar de woorden die door collega-fractievoorzitters maandagavond zijn gesproken als het gaat over de verantwoordelijkheid die er op het terrein van de eenzaamheidsbestrijding ook ligt. Ik moet eigenlijk zeggen: de bestrijding van de vereenzaming. De bestrijding van de vereenzaming ligt bij SWOS en ouderenbonden, een opmerking die door de heer Krijger onder andere is gemaakt. Uiteindelijk is er daarom een motie uitgekomen die misschien iets anders is dan als we als CDA alleen maar een wappermotie hadden gemaakt. Dat wil zeggen: het is natuurlijk leuk om maar wat te

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 298