20 maart 1997 - 2 - 20 VOORZITTERDank u voor deze toelichting op uw ontslagbrief. Het is u onge twijfeld moeilijk gevallen om dat besluit te nemen. Ik zal er niet verder op ingaan, de 24e april zullen wij nader daarover spreken en op dat moment afscheid nemen van u. 4Vragenhalfuur tj e VOORZITTER: Er hebben ons vragen bereikt van de fractie van D66. Ik geef eerst het woord aan de heer Roest. U mag de vraag, die schriftelijk aan alle raadsleden is voorgelegd, eerst toelichten en daarna krijgen we dus twee discussieronden voor zover daaraan behoefte is. Heer ROEST (D66)Dank u wel, voorzitter. Toen ik vrijdag mijn vraag voor vanavond indiende, was ik onkundig van het feit dat juist vandaag de nieuwe kaart van Nederland in Vredenburg in Utrecht zou worden gepresenteerd. Initiatiefnemers van die kaart willen het debat over de ruimtelijke toekomst van Nederland stimuleren. Uitgangspunt moet volgens hen zijn het Nederland van 2005, dat nu al voor een groot deel is vastgelegd. En de beelden die daar op de vloer zijn geschetst, zijn niet erg uitdagend. Mijn vraag vanavond betreft precies de periode van 2005 tot 2010. Maar, voorzitter, omdat ik vrijdag door omstandigheden die ik nog nader wil aangeven, niet in staat was om alle stukken onder ogen te krijgen, was mijn vraag ook wat onhelder. Ik zal vandaag door middel van een uiteenzetting toch proberen die vraag te verhelderen, maar ik heb er begrip voor dat u antwoord zult geven op de vraag die ik heb ingediend, dat is duidelijk. De eerste reden waarom ik de vraag heb ingediend, is zuiver principieel. Voorzitter, een gemeenteraad controleert het college en moet een kans krijgen om het beleid te controleren en te beïnvloeden. De raad mag een zienswijze indienen, is de gang van zaken nu, op een plan van het rijk, van het kabinet, een herziening van een PKBMaar de stukken zijn dermate laat ter inzage gelegd, dat een discussie in de commissie ruimtelijke ordening en daarmee een raadsstandpunt niet mogelijk is. Op het moment van insturen lag alleen het ambtelijk advies ter inzage en niet de nota die ik dus van de week heb gelezen: Partiële Herziening van de Planologische Kernbeslis sing Nationaal Ruimtelijk Beleid. Die heb ik op de afdeling ingezien. Ik wil als eerste stellen dat deze gang van zaken mij zeer betreurt. Het vragenhalfuurtje was derhalve de enige mogelijkheid om het college en mijn collega's in de raad te vragen hierover van gedachten te wisselen, omdat het niet anders kon vóór 4 april, de uiterste termijn van het indienen van zienswijzen. Een nadere toelichting zal ik geven, omdat ook mijn collega's, heb ik begrepen, niet alle stukken hebben kunnen inzien. Ik heb speciaal mijn vragen vrijdag al ingediend, om iedereen de gelegenheid te geven die stukken in te zien, maar ik heb begrepen dat dat niet iedereen is gelukt. Ik stel er toch prijs op om het nader toe te lichten. Waar gaat het om? Deze nota Partiële Herziening van de Planologische Kernbeslissing Nationaal Ruimtelijk Beleid, te vergelijken met een bestem mingsplan voor de gemeente Soest in onze ordening. Waar normaal gesproken in een gemeenteraad onze burgers kunnen inspreken op een bestemmingsplan, zo kan een raad inspreken op plannen van het rijk over de ruimtelijke ordening van Nederland. Het plan waar het om gaat heeft betrekking op de periode 2005 tot 2010. Het is, dacht ik, een redelijk goede nota geworden. Veel meer dan de oorspronkelijke Vinex-nota's is het niet een nota die alleen maar over bouwen gaat, over rood, maar ook een nota die integraal werkt, waar het gaat om wonen, werk en groen. Een interessante aanvulling -nieuw in deze nota- is een zicht op de open ruimtes in Nederland, diezelf de open ruimtes die bij die tentoonstelling dus ter discussie zijn. Globaal is er een verdeling van het aanwijzen van bufferzones, daar kom ik zo meteen op terug, die door het rijk worden aangewezen en in deze nota voor het eerst zo scherp vastgesteld. Er zijn gebieden in Nederland waar een restrictief beleid van het rijk geldt. Er zijn gebieden waar een restric tief beleid van de provincie geldt. Er zijn gebieden waar helemaal geen restrictief beleid geldt. Als je op de kaarten in die nota kijkt, dan zie je dat juist de streek tussen Hilversum, Utrecht en Amersfoort een heel wit gebied is, met geen enkele restrictie. Daar zijn er niet zoveel van in de randstad. Bufferzones zijn in dit kader speciaal interessant en daar wilde Het Nat ord die rin 200 par fun gen her rie vie ke tie bin gen dis aan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 39