24 april 1997
- 2 -
Provinciale Staten van Utrecht voor het CDA. En vanaf 1 mei 1990 -degenen
die toen reeds in de raad zaten, weten dat ook- is de heer Zwaanenburg lid
van onze gemeenteraad voor de CDA-fractie. Maar voordat het CDA geformeerd
was, was u in 1964 tot 1973 wederom secretaris, ik zei het al, eerst in
Budel en later hier in Soest van de KVP eerst en later bent u vice-voorzit-
ter geworden van de CDA-afdeling in Soest. Ook buiten Soest, ik zei het al,
in Provinciale Staten, maar ook in de kamerkring van het CDA Utrecht, daar
was u lid van en ook daar hebt u uw politieke capaciteiten benut. Kortom,
dames en heren, iemand die in hart en nieren politicus is. Zo hebben wij
hem ook in de tijd dat hij lid was van onze raad, mogen ervaren. Zo althans
bent u, zo'n beetje recht tegenover mij zittend, overgekomen, als iemand
met -vanuit Provinciale Staten bracht u dat mee- een rijke ervaring aan
politiek invoelingsvermogen. Het was niet zo dat u bij ieder onderwerp het
woord voerde, maar als u het woord voerde dan was het vaak een afgewogen
oordeel, een zekere vaderlijkheid zat er in u. Dat komt misschien omdat er
zoveel jongeren naast u zitten in de fractie, dan krijg je dat wellicht al
gauw. Uw specialismen lagen op het terrein van milieu en ook vooral
monumentenzorg. Ik weet ook uit gesprekken met u dat daar uw hart naar
uitging. Maar u hebt ook gevoel voor humor. Dat is denk ik heel belangrijk,
zeker ook in het bedrijf waar wij hier mee bezig zijn. Aan de ene kant moet
het serieus zijn, maar als wij dat niet kunnen doorspekken met humor, dan
wordt het een beetje saai en dan is het ook niet zo goed het zo lang vol te
houden. U bezit die eigenschap van humor en dat is ook tot uiting gekomen,
dames en heren, die creativiteit en gevoel voor humor in die twee keer dat
de heer Zwaanenburg de tekstschrijver was voor Thomasvaer en Pieternel, die
hier in deze zelfde ruimte werd opgevoerd. Dat bracht altijd een stampvolle
raadzaal met zich mee en een aandachtig luisterend publiek. Daarvoor wil ik
u ook heel hartelijk bedanken, want dat heeft u er toch allemaal weer naast
moeten doen en we hebben dat zeer op prijs gesteld. Hartelijk dank voor
alles wat u in die jaren voor de gemeente Soest gedaan hebt vanuit uw
functie als raadslid. Maar ook daarbuiten achter de schermen bent u in de
politiek actief geweest en dat doe je dan toch in het belang van de
inwoners van onze gemeente en van de gemeente zelf. Juist omdat het laatste
jaar, de laatste maanden heel moeilijk voor u waren, wil ik u nog een
karaktereigenschap toedichten. Die zien wij toch allemaal, althans, ik zie
hem bij u, dat u een enorme wil hebt, een enorm doorzettingsvermogen. Want
ondanks het feit dat u lichamelijk dus zwakker begon te worden, was uw
geest nog steeds zodanig van: ik hou vol en ik ga door en ik kom weer
terug. Dat hebben we ook mogen constateren en dat is toch alleen maar
waardevol als iemand zo'n karakter heeft.
Ik wil ook mevrouw Zwaanenburg en de kinderen bedanken voor alle steun die
zij de heer Zwaanenburg hebben gegeven als hij zich weer inzette voor het
hele politieke gebeuren. Politiek is iets, als het je aangrijpt -en dat
doet het de heer Zwaanenburg- dan kan het je altijd bezig houden, je kunt
er uren mee bezig zijn, zowel thuis, stukken lezen, telefoneren, maar ook
op pad gaan naar vergadering en commissies, van de fractie of in het dorp
naar verschillende gebeurtenissen waar je aanwezigheid op prijs wordt
gesteld. Het kan je volledig opslokken en dan is het goed om te weten dat
je thuis daarin wordt gesteund. Heel hartelijk dank ook daarvoor, mevrouw
Zwaanenburg
Dames en heren, ik prijs mij gelukkig dat ik mag meedelen dat Hare Maje
steit de Koningin bij koninklijk besluit van 18 maart 1997 nr. 97001328 de
heer J.A. Zwaanenburg heeft benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau.
Zij heeft mij verzocht deze onderscheiding nu uit te reiken aan de heer
Zwaanenburg en dat wil ik graag doen. Ik zou hem willen vragen naar voren
te komen, naar de bekende plek waar ik de onderscheiding mag uitreiken. Ik
zou dan niet willen doen dan na ook mevrouw Zwaanenburg daarbij te hebben
uitgenodigd.
Als eerste, namens de hele raad sprekend, van harte gefeliciteerd met deze
koninklijke onderscheiding. In die gelukwensen delen natuurlijk ook uw
echtgenote en de rest van de familie.
Zoals afgesproken zouden er nog andere sprekers zijn. Als eerste geef ik
daartoe graag het woord aan de fractievoorzitter van het CDA, de heer Krol.
Heer KROL (CDA)Geachte voorzitter, genodigden, familie, natuurlijk Jan,
beste Jan. Als eerste natuurlijk -ik ben blij dat ik dat ook als eerste mag