- 2 -
24 april 1997
- 3 -
doen- wil ik je graag feliciteren met de koninklijke onderscheiding die je
vanavond hebt gekregen. In mijn ogen en in de ogen van de hele fractie van
het CDA is het eigenlijk de bekroning voor het feit dat je zoveel jaren van
jouw leven hebt gegeven voor dat politieke bedrijf. Het politieke bedrijf
dat jou zo lief is, het politieke bedrijf dat helemaal in je zit, dat je
ook helemaal uitstraalt, dat iets van jou is. Een toespraak bij een
afscheid heeft altijd al iets moeilijks. Je hebt de neiging om hele mooie
dingen te gaan zeggen over een collega waar je vele jaren mee hebt samenge
werkt. Het heeft ook altijd iets triests over zich, zeker bij jou. Bij
iemand waar het politieke bedrijf zó in het bloed zit, die het heel leuk
werk heeft gevonden, écht vanuit jezelf, het feit dat je al zo lang in deze
partij actief bent geweest, dan is het eigenlijk heel jammer dat je het zo
lang hebt willen doen en mogen doen en dat je eigenlijk nog lang niet weg
wilde. Een paar dingen zijn door de burgemeester al genoemd. Ik beperk me
maar even tot Soest. Je kwam in het KVP-bestuur omdat een zekere Jan Menne
je vroeg. Die kennen we allemaal nog wel in dit huis. Je zat in alle
commissies die er zo'n beetje bestaan binnen onze partij, eerst in de KVP
en later in het CDA, actief betrokken bij het vaststellen van lijsten, het
schrijven van programma's, het verkopen van de partij die jou zo dierbaar
was. Ik zie dat ook als een stukje beloning en een stukje waardering vanuit
het CDA, daarmee kwam je zelfs in 1979 in de staten van Utrecht. Met behulp
van jou zelf kon ik dat nog terugvinden in een wel zeer oud exemplaar van
de Soester Courant. Toen hadden ze nog hele grote foto's. Op een gegeven
moment hebben ze dat afgeschaft, dat vind ik toch jammer. Maar jou is de
eer nog vergund om met zo'n enorme foto op de voorpagina van de Soester
Courant te staan. Ik denk dat je ongeveer de laatste bent geweest, want
velen van ons is het daarna niet meer vergund. In 1990 -het werd ook al
genoemd- kwam je in de gemeenteraad. Je hebt nog een tijdje samen in de
gemeenteraad en in de staten van Utrecht gezeten, maar in 1991, toen je
stopte met je werk in de staten -wat je dus ook zo lang hebt gedaan- zat je
alleen nog maar in de gemeenteraad van Soest en werd daar vice-fractievoor
zitter. Eerst samen met Cees Verheus en drie jaar later samen met mijDat
je als zeer ervaren politicus zo'n jonge fractievoorzitter naast je kreeg,
zal je beslist niet altijd geweldig gevonden hebben. En toch nam je dat
groots. Ik noem één moment. Bij mijn allereerste vergadering als fractie
voorzitter kwam Jan met een doos en reikte mij een prachtige houten
voorzittershamer uit. Ik vind dat je dat tekent, want het is groot als je
dat dan doet. Je zat aan mijn rechterhand in de fractie, milieu was je
specialiteit, dat is ook al door velen genoemd. Je politieke gevoel, velen
van u zagen dat niet, maar als we daar zaten, dan was het heel vaak zo dat
Jan zich even naar mijn oor boog en zei: let op, nu gaat hij dat zeggen. En
je had ook altijd gelijk. Daarnaast kwam dan natuurlijk het advies: nu moet
jij eigenlijk dat doen, want dat zou verstandig zijn. Ik heb er heel veel
van mogen leren en daar ben ik je dankbaar voor.
De laatste jaren waren zwaar. Je kunt vanavond daar wel omheen praten en
doen of dat niet zo is, maar ik kies ervoor om dat gewoon te zeggen. Er was
altijd onzekerheid, soms was er hoop en nu pas weten we dat jouw ziekte je
het werken onmogelijk heeft gemaakt.
Iets anders, er wordt altijd door veel anderen gesproken over bloedgroepen
bij het CDA en over die C, stelt die nu wel wat voor? Ik wil één ding
noemen daaruit. Het is eigenlijk heel persoonlijk, want het is iets dat we
met elkaar afgelopen maandag mochten meemaken. We hebben van elkaar
afscheid mogen nemen in de fractie, gelezen uit een psalm, Psalm 121. Je
hebt ons allemaal toegesproken, we zijn met een gebed geëindigd. Hoe
moeilijk zo'n avond ook is -want het is eigenlijk heel erg moeilijk- en hoe
verschillend we ook zijn, allemaal zeiden we in de loop van de week tegen
elkaar: dat was iets bijzonders. Het feit dat we met al die verschillende
mensen bij elkaar waren vanuit onze hele verschillende religieuze achter
gronden, heel gelovig of wat minder, katholiek of protestant, het gaf
allemaal niks op die avond, het was voor ons allemaal even waardevol. Ik
weet dat dat voor jou ook zo is, dat het geloof voor jou een hele belang
rijke rol speelt in je leven. Je was niet een man om dat op allerlei
bijeenkomsten nog eens heel hard te toeteren, maar in de laatste weken dat
we heel veel met elkaar gesproken hebben, zei je dat ook gewoon. Als we
samen met onze partijvoorzitter bij je waren, dan sprak je daar ook over.
En het was waardevol voor jou. Mede daarom hebben we een cadeau gezocht dat