24 april 1997
warme, instemmende blikken mijner toehoorders, ik zou nog beter hebben
gefunctioneerd." Voorzitter, het laat zich raden hoe ik mij dikwijls
voelde, want ik zat immer met de rug naar de publieke tribune. Gelukkig is
dit leed toch eerder iets verzacht. Het is weliswaar al lang geleden, maar
een bekend politiek journalist, waarvan ik de naam niet wil noemen omdat
het Aad Post was, vertelde mij ietwat vrij vertaald dat zorgen omwille van
de tribune wel juist waren, maar niet omwille van het publiek, "want", zo
sprak de ervaren rot, "behoudens enkele goedwillende, wijze ambtenaren was
er geen publiek. En maar goed ook, want", zo zei hij, "jullie maken er
meestal toch maar een saaie voorstelling van."
Voorzitter, wanneer ik nu naar die tribune kijk, moet ik zeggen, het ziet
er best gezellig uit zo. Het brengt me eigenlijk op een idee, dat misschien
wel een motie waard is. Ik wil u die niet onthouden. Onze volksvertegen
woordiging in de raad bestaat uit 2 7 democratisch gekozen lieden, waarvan
drie wijze wethouders en 24 nog wijzere raadsleden. Welnu, ik stel mij
voor, als bij elke reguliere raadsvergadering één lid feestelijk afscheid
neemt, dan bent u ongetwijfeld voor altijd verzekerd van een goed bezette
tribune. Ik geef het voorbeeld graag mee voor de volgende raadsvergadering.
Voorzitter, u bemerkt, veel wijsheid komt er niet meer uit. En zij, die
verwachtingen koesterden dat ik nog een belangrijke boodschap had, stel ik
waarschijnlijk teleur. Mag het bij enkele opmerkingen blijven? Maar voor ik
dat doe eerst u, voorzitter, hartelijk dank voor uw vriendelijke woorden,
hartelijk dank voor al die jaren dat we elkaar mochten leren kennen, met
elkaar mochten spreken, ook bij mij thuis, het was een bijzonder warme
ontmoeting die mij nog lang is bij gebleven. Dank daarvoor. De verklaring
van het geheimzinnige S.I.B.L., de goed voorbereide nestor -u had u anders
goed voorbereid- op zijn bekende manier heeft het u inmiddels duidelijk
gemaakt. Het was het lood, Jan. Bedankt voor jouw vriendelijke woorden,
maar noem mijn technisch handboek «Lood in de bouw» dat verleden jaar is
uitgekomen, nooit een brochure, want daar hij veel te dik voor.
Voorzitter, ik zei: mag het bij enkele opmerkingen blijven? Binnenkort, de
tijd gaat snel, breekt de verkiezingstijd weer aan. Spannende voorbereidin
gen, waarvan ik helaas geen deel meer kan uitmaken. Ik hoop dat het een
periode zal zijn van duidelijkheid, met duidelijke programma's waarbij
moeilijke situaties niet geschuwd zullen worden en dat er niet alleen maar
sprake is van krenten uit de politieke pap die de burger worden voorgehou
den. Voorzitter, ik hoop dat er vooral aandacht zal zijn voor die burgers
die echt in zorgelijke omstandigheden verkeren. Als ik de laatste kranten
publicaties lees van verslagen van vergaderingen en voorkeuren over
bestedingen, dan slaat me wel eens een beetje de schrik om het hart, omdat
ik dan bang ben dat nu juist die burgers straks ook aangesproken worden.
Laat dat niet gebeuren.
Verder, voorzitter, zou het misschien niet misstaan wanneer in de nieuwe
raad wat meer vrouwen een plaats zullen verdienen. Het zijn weliswaar de
omstandigheden die ertoe bijdragen dat de raad na mijn vertrek de volgende
keer versterkt wordt met een vrouw -en Els de Waard wens ik bij deze reeds
veel sterkte- maar het is natuurlijk een goed besluit. Zo zou het ook -dat
meen ik stellig, en ik hoop dat niemand die zich niet tot het bedrijfsleven
rekent zich aangesproken voelt- een zinvolle zaak zijn, gezien de huidige
samenstelling als ik kijk naar de vertegenwoordiging vanuit maatschappelij
ke groeperingen, als ook de vertegenwoordiging -democratisch gekozen vanuit
het bedrijfsleven- uit het bedrijfsleven wat sterker in de raad aanwezig
zou zijn.
Voorzitter, het zijn slechts enkele oprispingen. En ik wil afsluiten. Voor
u staat een dankbaar mens, niet ondanks alles, maar juist mede ten gevolge
van alles. De steun van de Heer, die ik zo vaak mocht ervaren, niet minder
de steun en het medeleven die ik in zeer, zeer ruime mate van u, van u
allen en ook van anderen mocht ondervinden. Daarvoor heel veel dank. Graag
wens ik u alle goeds, moge er zegen rusten op uw werk, moge er vooral zegen
rusten op de gezondheid van u en de uwen.
VOORZITTERMijnheer Zwaanenburg, hartelijk dank voor uw uitgebreide
toespraak. Niet alleen was dat een blik naar het verleden, maar zelfs ook
een politieke blik vooruit. De politieke partijen die hier zitten zullen
daar het hunne mee doen, daar ga ik verder niet op in. Mag ik u en uw vrouw
uitnodigen om hier te komen staan op het receptiepunt, zodat de raadsleden
- 6 -