27 augustus 1998
- 10 -
dus ook, voorzitter, dat de opmerkingen zoals die gemaakt zijn door onder
andere de heer Meilof, geen recht doen aan die inhoudelijke afweging die
nog moet plaatsvinden. Want de opmerkingen, ironisch bedoeld, zoals u zelf
aangaf, van: we vinden al bij voorbaat dat we hier maar weer iets moeten
maken dat niet mooi is, doen geen recht aan die afweging. De afweging
tussen omwonenden aan de ene kant en aan de andere kant de aanvrager, die
ook rechten heeft in dit verhaal. U maakt die afweging al, alvorens u
besluit om met dit plan verder te gaan. Ik denk dat dat geen recht doet aan
beide partijen in dit plan.
De opmerkingen over welstand. Laat duidelijk zijn dat de desbetreffende
onderneming hier een ongelooflijk lelijk kolos zou kunnen, mogen bouwen op
basis van het bestemmingsplan. U dient zich terdege bewust te zijn dat de
extra eisen als het gaat over kwaliteit op juist dit kwetsbare punt, wel
eens mede de oorzaak zouden kunnen zijn dat we hier niet een bouwplan
conform het bestemmingsplan hebben, waarbij u weet dat B&W de bevoegdheid,
zelfs de verplichting hebben om dan de bouwvergunning gewoon te verlenen.
Maar u weet dat juist de extra eisen aangaande de kwaliteit En
kwaliteit zit hem in de ogen van het college niet in hoogte, breedte of
diepte, maar in de kwaliteit op de plek in de gemeente waar dit plan wordt
gerealiseerd. U mag van mij aannemen dat deze wethouder, die inderdaad in
zijn vorige politieke leven het woord beeldkwaliteit graag in de mond nam
en dat ook als portefeuillehouder zal blijven doen, dat deze wethouder
vindt dat dit een plan is waarvan je niet zegt: het is een meter hoger en
daarmee geen kwaliteit hebbend, maar zegt dat dit een plan is -daarom durf
ik het ook zo te verdedigen- dat grote kwaliteit heeft, die een verbetering
van de bestaande locatie betekent en dat daarom dit college voornemens was
de artikel 19 start te plegen op de gebruikelijke wijze. U besliste anders,
u wilde het voorstel in de raad hebben. Daarom brengen we als college met
vreugde, omdat het een verbetering van de situatie ter plekke betekent, een
verbetering betekent ten opzichte van hetgeen conform het bestemmingsplan
mag, dit voorstel aan u zoals u ons dat verzocht hebt. En inderdaad, heel
voortvarend, voorzitter.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, ik wilde de wethouder nog even inter
rumperen, want ik heb een vraag gesteld over het feit dat de welstandscom
missie op basis van een schetsplan goedkeuring had gegeven. Ik wil graag
een reactie daarop
Wethouder KROL: Correct, juist het feit, mijnheer de voorzitter, dat dit
plan een heleboel fasen heeft gekend, waarin er onderhandeld is tussen de
aanvrager 'en de welstandscommissie om het plan op een zo hoog mogelijk plan
te maken, maakt dat in het eindtraject de welstandscommissie een positieve
beoordeling heeft gegeven, op basis van een van de laatste schetsen. U mag
aannemen dat de bouwaanvraag zoals die nu is ingediend, niet wezenlijk
afwijkt van hetgeen de welstandscommissie heeft beoordeeld. Maar ik denk
dat het verstandig is als ik dat nog even goed voor u nakijk.
VOORZITTER: Wie mag ik in tweede termijn het woord geven?
Heer ROEST (D66)Voorzitter, ik wil nog wat ingaan op het weerwoord van de
wethouder. Ik geef toe dat we hier te maken hebben met twee aspecten,
kwaliteit en kwantiteit. In de commissie ben ik zo eerlijk geweest, dat is
mijn constatering, heb ik al aangegeven dat de kwaliteit van het plan, de
uitvoering, mijn instemming kon hebben. Die vond ik goed. Maar op basis van
het overschrijden van de kwantiteit van het bestemmingsplan kon ik en kan
ik nu al tegen zijn. Want ik vind dat in die omgeving een bestemmingsplan
gerespecteerd moet worden. Dat heb ik duidelijk gemaakt. De wethouder kan
wat dat betreft de raad, althans een aantal fracties in de raad dan niet
vooringenomenheid verwijten, of wij moeten dan ook kunnen zeggen dat de
manier waarop hij het brengt van: wij vinden dit een verbetering van de
kwaliteit en met vreugde leggen wij u dit plan voor, misschien toch ook wel
een zekere vooringenomenheid in zich heeft. Dat wil ik toch nog even
constateren. Het is een nuance, maar door mij duidelijk gevoeld.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP)Voorzitter, wat mij wat bevreemdt, is dat wij
het inderdaad, het gegeven dat wij op deze manier bij de artikel 19
procedure betrokken worden, moeten zien als mooi, als goed dat we het al