24 september 1998 - 21 - kwestie van mevrouw Wildeboer. We hebben daar ook uiteraard met haar over gesproken en ook kennis genomen van de stukken. En waarom wij daar niet mee akkoord willen gaan, is dat het inderdaad van een veel te korte, te recente datum is, en de heer Krijger merkte terecht op dat er een zaak bij de rech ter loopt. Het lijkt ons op dit moment niet goed om daarin te gaan zitten. Maar onze mening is dat we dit niet moeten honoreren, het verzoek. Dus we zijn het in die zin eens met het college. Voor het overige denk ik, voorzitter, hebben wij weinig toevoegingen. Het enige wat ik nog zou willen toevoegen bij de zaak van Van Blerk is, dat het daar wel gaat om, en ik kijk nu even naar het CDA, stenen voor stenen. Het is met name het CDA dat daar nog al eens op hamert en dat zou ik toch nog wel even onder de aandacht willen brengen. Heer KRIJGER (WD)Ja, we vonden het college toch wel erg zuinig. Het gaat niet om een percentage, hoeveel moet het nou zijn vandaag. Een beetje meer, een beetje minder, daar willen we niet over praten. Het gaat erom dat in het hele gebied op grond van de adviezen en steun vanuit de commissie er nogal wat dingen zijn beperkt. Zeker als we het hebben over In de Ruimte en dan wordt ook terecht gezegd door het college, het is heel goed dat dat zo gaat gebeuren. Maar we moeten wel de schaal een beetje in de gaten houden. We praten over een schaal waar alle bezwaren zich drie keer in kunnen keren in het terrein van de Ruimte. En nu komt er vanuit de raad een aantal be merkingen van zou het een beetje zus, een beetje zo kunnen, elke keer op grond van een aantal overwegingen die voor ons elk gelden en van belang zijn. Zo ook dat als zometeen gestemd zal gaan worden, wij zullen reageren op het college, op die bezwaren waarbij we hebben gezegd dat wij daar het college niet zouden willen volgen. Eén opmerking erbijwat bij de rechter loopt, kan wel eens vaker gaan gebeuren. Wij houden ons toch aan de goede richtlijn, daar willen wij ons niet in mengen. Men kan soms niet begrijpen dat wij dat zo zeggen, maar dat is gewoon algemene regel dat wij niks zeg gen als iets onder de rechter is. En ik neem aan dat datgene wat dus gezegd is, wordt getikt en daar zal de rechter het mee moeten kunnen doen. Heer SMEEING (CDA)Meneer de voorzitter, ik wil even ingaan op de opmer king van mevrouw Stekelenburg over stenen voor stenen. Ik denk niet dat dat hier van toepassing is, want hier praten we gewoon over een oude paarden- schuur, die kunnen we toch niet zomaar gaan vervangen voor een woning. Dus ik begrijp niet helemaal haar opmerking dat CDA kiest voor stenen voor ste nen. Ik denk dat dat hier niet opgaat. Heer BOERKOEL (PvdA)Meneer de voorzitter, als meneer Smeeing zegt, het gaat hier niet helemaal op, dan refereer ik even aan het raadsagendapunt dat vanavond ook aan de orde komt met betrekking tot artikel 19 en de ma nier waarop daarmee omgegaan moet worden. Het is niet zo, dat op het moment dat het oude stenen zijn, dat het dan niet nieuwe stenen zouden mogen zijn. Want ook in plannen in Soest waar oude stenen zijn, worden nieuwe stenen neergelegd. Dus de redenering van meneer Smeeing dat het in dit geval niet en in een ander geval wel is, gaat niet op. Mevrouw KOSTER (GL/PS)Ja voorzitter, nog even in aansluiting op onze eerste instemming met behandeling van mevrouw Van Essen met uw plan, wilden wij toch nog even duiden op de situatie van mevrouw Wildeboer. Wij gaan helemaal met uw voorstel mee. Wij vinden ook dat mevrouw Wildeboer daar zo kort woont dat wij denken dat zij daar geen rechten aan kan ontlenen, maar de termijn van zes weken, dat u zegt dat zij haar huis uit zou moeten, vin den wij ontzettend kort, dus wij zouden graag zien dat u zich daar nog op beziet Wethouder KROL: Voorzitter, dat laatste zal uiteindelijk door de rechter worden aangegeven, want daar ligt inderdaad de zaak en de termijn die door de gemeente gesteld is, daar zal de rechter ongetwijfeld een uitspraak over

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 158