p 12 oktober 1998 -52- verduistering is geweest, wel door te zeggen dat van klunzenarij enzDat suggereert u in wezen Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Sorry voorzitter, er is hier nu sprake van een taalgebruik en een woordkeuze die ik denk de raad ten eerste niet gewend is van de heer Meilof, maar ten tweede ook niet gepast is. Ik denk dat mijn fractie serieus heeft gekeken naar de ontwikkelingen in de kostenpatronen bij de SDV, daar valt een tendens uit af te leiden die ik zojuist heb geschetst. En als nadrukkelijk door een belangrijk deel van de raad, een meerderheid van de raad naar mijn idee, aan het college wordt gevraagd om nou serieus werk te maken van de SDV en eerst krijg je dan zo'n voorstel van f160.000,-, dan wordt het weer een tijd stil en vlak voor de begro ting komt er een notitie van een aantal kantjes waar eigenlijk alleen maar in staat: die fl. 60.000,- komt er wel. En op termijn, in het voorjaar, overigens de wethouder zei nu dat die dit jaar nog kwam, komt er weer een nieuwe notitie en zet u daar nou uw hoop maar op. Die hoop die u dus daar straks dacht te beluisteren. Overigens, groen is de kleur van de hoop, hè. Zet daar je kaarten maar op. Dan zegt de fractie van GGS: nee, daar zetten we onze kaarten niet op. Het is nu tijd geworden om heel duidelijk te zijn op dit soort punten. En duidelijk keuzes maken, meneer Meilof. Dank u. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Dat vat ik best, wat u zegt. VOORZITTER: Via de voorzitter, meneer Meilof. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ja, voorzitter. Dat u daar alleen fl. 600.000,- wegrekent, dat is gewoon voor mij een signaal dat ik denk: ik weet voor 100% zeker dat dat er niet wegkomt. En dat we de zaak onder druk zetten, zodat we in ieder geval wegkrijgen wat daar niet hoeft te zijn, daar ben ik het helemaal mee eens. En die druk mag u best uitoefenen. Alleen het enige is dat ik me absoluut niet wens rijk te rekenen en dat ik dus ook niet blijer wil zijn met het feit dat we minder OZB hoeven te innen enz., ter wijl het gewoon nergens wegkomt, terwijl het gewoon niet bestaat, datgene wat benoemd wordt. Dat wil ik hier even neerleggen, daar hou ik niet van. Voorzitter, u bent zelf even ingegaan op het voorstel, ik dacht van de PvdA over de tijd van het inzetten van de politiesurveillanten 's avonds later. U had het over zichtbaar. Ik vond het wel een leuke grap, maar niet realis tisch. Het gaat er nlom, het voorstel ging er volgens mij om, om op het moment dat er op de zomeravonden, als het erg warm is, jongeren tot één uur, twee uur, weet ik wat, rondzwerven, en het is tot elf uur 's avonds licht, dat er dan langduriger politiesurveillanten in die buurt zijn. Nou die zien ze heus wel. Die zien elkaar ook heus wel. U hoeft niet bang te zijn voor de zichtbaarheid van deze mensen. Dus met andere woorden: het gaat om een zeer beperkt stukje tijd in het jaar, en dat is dan een stukje voor de zomervakantie en een stukje na de zomervakantie, want in de zomer vakantie gebeurt er in Soest helemaal niks, VOORZITTER: Dat is juist het verwijt van de jeugd, dat er niks te doen is in de zomer. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)in dat stukje tijd, gewoon even nadenken over het feit hoe kun je mensen beter inzetten om te voorkomen dat er in bepaalde buurten grote irritatie bij burgers ontstaat doordat er iedere avond hetzelfde lawaai is, glasgerinkel etc. Ik denk dat u daar best se rieus over door kunt denken. Het bedrijventerrein. Ik vat wat mevrouw Blommers zegt, als ze zegt: als we iets verkopen dan hebben we daar verder weinig zeggenschap over. Als wij gaan praten over het industrieterrein en het opknappen daarvan, dan zijn wij gesprekspartner. Dan gaan wij daarin dus ook over bestemmingskwesties enz. meepraten. Dan kan het zijn dat er een sfeer ontstaat, waarin op een gegeven moment bedrijven van elkaar gaan eisen van: we vinden op z'n minst dat je die pui moet vernieuwen, zo kun je Heer VOOE Heer Maar Bela mers

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 221