-2-
effect krijgen. Dus hoewel het ver weg lijkt, stelt het college voor toch
in 1999 te starten, te inventariseren, te kijken naar andere mogelijkheden
bij andere gemeentes ook, te kijken hoe zij het oppakken en te zorgen dat
we er klaar voor zijn op het moment dat die belangrijke beslissing
genomen moet worden. Dat betekent ook, denken wij, dat we op dit moment
alle moties, alle ideeën om het nog maar voor ons uit te schuiven niet
kunnen overnemen. Ten eerste niet omdat we natuurlijk een aantal vooruit
zichten al hebben gebruikt in ons overleg van vorig jaar en hebben gezegd:
op die manier gaan we de tekorten dekken, en je kan nou eenmaal geld maar
één keer uitgeven, en ten tweede niet, omdat wij het onjuist vinden dat de
beslissing, waarvan we in juni hadden afgesproken dat die nu genomen zou
worden, dat we die nu, tenminste bij de college-onderhandelingen, zouden
nemen, dat we die weer vooruitschuiven onder het idee van: dan gaan we nog
eens kijken of er mogelijkheden zijn. Als er mogelijkheden zijn, en we
zullen daar natuurlijk met z'n allen naar blijven zoeken, denk ik dat het
veel logischer is om die te gebruiken in die discussie van het jaar 2000.
Wij vinden dan ook dat nieuwe structurele meevallers in eerste instantie
kunnen worden ingezet om het lastenpeil aan te passen, maar uitsluitend
nieuwe structurele meevallers. Want structurele meevallers die we nu al
kennen, die hebben we al ingezet. Dat betekent nldat we op die manier
ervoor zorgen dat er een reëel beeld wordt gegeven, ook in het meerjaren
perspectief. Wat dat betreft zijn we inderdaad teleurgesteld in de voor
stellen van GGSIn de vorige beraadslagingen heeft GGS toegelicht op welke
wijze zij dachten de problematiek aan te pakken, maar wij vinden dat in hun
voorstellen er teveel vanuit wordt gegaan dat het tot nog toe al genoeg
geregend heeft en dat het daarom de rest van de tijd wel droog zal blijven.
En aan de andere kant dat men alle besparingen, waarvan men nu denkt dat ze
reëel zijn, zal bekijken. En ik zeg nogmaals: elke besparing zal bekeken
worden, maar men mag niet automatisch ervan uitgaan dat de opbrengst van
zo'n besparing zich als bij wonder laat verdubbelen.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Maar ik denk toch, voorzitter, dat ik de
wethouder op dit punt zal moeten interrumperen, want GGS is op geen enkel
punt uitgegaan van wonderen of mirakels. De vraag die zich hier voordoet,
is of wij ervan uit moeten gaan, als het regent buiten en je loopt in de
regen, of je dan snel een huis moet gaan bouwen om daarin te schuilen, of
dat je moet proberen een paraplu te veroveren om die boven je hoofd te
houden
Wethouder BLOMMERSIs dit een interruptie of is dit een derde termijn van
de heer Van Wuijckhuijse?
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)U onderbreekt mij nu in ieder geval.
VOORZITTER: Interrupties zijn kort hè, dat weet u.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Ik heb hier wel interrupties meegemaakt die
nog veel langer duurden dan datgene wat ik tot nu toe heb gezegd.
VOORZITTER: Ga uw gang.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Met alle respect, als u praat over hoe je de
begrotingsproblematiek moet oplossen, dan kun je daar verschillende rich
tingen in kiezen. Het college heeft ervoor gekozen om de OZB te verhogen.
Dat is nadrukkelijk een keuze die gemaakt is. De keuze die GGS nadrukkelijk
de raad heeft willen voorhouden is de keuze of je niet eens zou moeten
kijken of er nog mogelijkheden zijn om te komen tot uitgaveverminderingen
Als u zegt, ja, wij willen niet meer in de regen lopen of weet ik veel wat
u precies zei, dan gaat u voorbij aan het principe dat we zouden moeten
kijken of er mogelijkheden zijn om nog tot uitgaveverminderingen te komen.
En dat betreuren wij
14 oktober 1998