14 oktober 1998 Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik u even vragen. Ik hou me steeds in met toelichtingen op moties van mij enz. Misschien dat we dat allemaal een beetje kunnen respecteren, dan werken we toch wel wat vlotter. VOORZITTER: De moties komen straks allemaal stuk voor stuk aan de orde. Dan kan iedereen die ze ingediend heeft daar zelf nog op reageren. We proberen het nu te beperken tot een interruptie, echt op het antwoord van het colle ge en niet uitgebreid op de moties ingaan. Heer MEILOF: (GPV/SGP/RPF)Ik vind het jammer dat de wethouder deze twee moties eigenlijk op één noemer zet. Die van de heer Boerkoel is er één die gewoon simpelweg zegt hoe er nou, wat voor plan er uitkomt, we geven er meer aan uit en het CDA zegt: als het nodig is geven we er meer aan uit. En ik dacht dat dat iets wijzer was. Dus ik vind het jammer om ze zo op gelij ke wijze over te nemen. Ik vind de motie van het CDA stukken logischer. Dank u Heer STORIMANS (CDA)Voorzitter, ik zal u zometeen uitleggen, als het aan de beurt komt, dat er een essentieel verschil zit tussen de twee moties. Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, bij interruptie. pas bij de motie, dat is een motie die veel verder is kunnen wij dat met onze stellingname niet meenemen. VOORZITTER: Jawel, het is een voorstel van het college om de moties te combineren, zoals de wethouder heeft gezegd. Maar het voorstel hoeft u niet over te nemen. Dus als de indieners van de motie hun eigen motie handhaven, dan blijven de moties gewoon gescheiden. Dan kunt u zich uitspreken met voor of tegen. Wethouder Krol, verder nog? Wethouder KROL: Als u het goed vind, voorzitter, dat ik dat daar even op reageer, het gaat er nlom dat u allen in uw beschouwingen heeft aangege ven, ik denk dat ik dat nog even namens het college wil zeggen, dat u wenst dat de Rademakerstraat wordt aangepakt. U heeft ook allen aangegeven dat daar eventueel middelen voor beschikbaar moeten worden gesteld. En in die zin ook reageer ik op de opmerking van de heer Meilof: het is natuurlijk altijd zo dat we niet bij voorbaat zeggen: er is zoveel beschikbaar want je moet toch een kredietvoorstel naar de raad brengen. Maar ook dat, meneer de voorzitter, via u, naar de heer Meilof, ook dat is natuurlijk zo dat als we hier met elkaar een lijn afspreken en zeggen daarboven mag het niet komen en vervolgens gaan we het allemaal uitwerken en besteksgereed maken, en dan komt er een bedrag uit, dan moeten we met het kredietvoorstel naar u toe. En dat doen we dan altijd op een mate, zeker in de huidige financiële omstandigheden, die zo laag en zo bescheiden als enigszins mogelijk is. Want er is natuurlijk geen enkele intentie bij het college om meer uit te geven dan in dit geval strikt noodzakelijk is. Dan gaan we verder met een aantal andere moties. Motie nr. 15. We hebben even in het college gevraagd: wie zal die nou dit keer beantwoorden? Ik denk dat we er nlallemaal onderhand een keer over gesproken hebben, maar dit keer is de eer mij ten deel gevallen, voorzitter. Het is motie nr. 15 van D66 over het niet door trekken van de Beek en Daalselaan en laat ik het volstrekt helder vanuit het college aangeven, voorzitter: a. er is een planologische afweging gemaakt bij het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is definitief, er is een politieke afweging gemaakt bij de vorming van dit college en dit colle geprogramma. Het college kan natuurlijk altijd zeggen: daar hebben we ons over bedacht, maar het college heeft er goed over nagedacht en is van mening dat vanuit die planologische en die politieke, maar ook die ver keerskundige afweging het doortrekken van die weg belangrijk en noodzake lijk is. Deze motie wijzen wij af. Motie nr. 16 van D66 wat betreft Royal

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 240