-13- de welstandscommissie waarin de expertise aanwezig is waarvan wij weten dat zij het plan goed bestudeerd heeft, heeft haar goedkeuring gegeven. Heer WITTE (GGS)Het is al door meerderen gezegd. De wethouder jubelde over het plan, want als het bestemmingsplan werd gevolgd kon je met heel veel slechte wil er nog iets veel verschrikkelijkers neerzetten. Voorzit ter, wij twijfelen aan het voorstellingsvermogen van de wethouder wat dat betreft, want wij denken dat het effect van dit gebouw op het Kerkplein en op de kleinschalige omgeving desastreus zal zijn. Wij zijn eigenlijk van mening dat je zo'n plan alleen zou kunnen doen wanneer je een totaalvisie hebt op het gebied en niet zoals dit, het doorzetten van een experiment zoals VisserstaeteEn eigenlijk zou je toch mogen verwachten dat een col lege dat goed nadenkt over beeldkwaliteit daar zelf op zou komen en niet op deze manier in zou stappen op zo'n plan. Voorzitter, wij doen een dringend beroep op de fracties om dit toch terug te nemen. Wij begrijpen dat het college dat niet meer kan doen, omdat er gewoon al verwachtingen zijn ge wekt bij de Rabobank. Maar de fracties kunnen dat nog degelijk wel. Voor zitter, er is geen enkel beleidskader waarin dit plan past wat u nu doet. En wij willen er toch nog even op wijzen dat ook al zouden wij hier toch in meerderheid beslissen dat het wel door moet gaan, dat het hoogstwaarschijn lijk bij de provincie op problemen zal stuiten en daar niet, dan zijn we er heilig van overtuigd dat dit bij de bestuursrechter zal stranden. We zullen zien. Wij zijn tegen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Bij belangrijke zaken als bijv. dit, ga ik nooit over één nacht ijs. Ik ben ook altijd bereid om te luisteren naar en te leren van de insprekersMaar de genoemde argumenten van de insprekers en van andere partijen in deze raad hebben ons niet overtuigd om tot een andere mening te komen. Wij vinden dit sterk afwijkend gebouw, zoals de heer Krijger net stelde, confronterend gebouw, op deze plaats niet misplaatst. En de welstandscommissie sterkt ons hierin. Wij zijn voor het voorstel VOORZITTER: Zijn alle fracties geweest, dan is nu het woord aan wethouder Krol Wethouder KROL: Voorzitter, aangaande het agendapunt om voor dit bankgebouw bij de provincie een verklaring van geen bezwaar aan te vragen, want de start van de art. 19-procedure hebben we reeds eerder met elkaar besloten. Ik voel de behoefte om in ieder geval inhoudelijk nog eens aan te geven hoe een college en een wethouder van r.o. uiteindelijk tot een afweging komt. U ziet vanavond in de raad meerdere voorstellen, u kunt een aantal voorberei- dingsbesluiten zien, waarin we weloverwogen besluiten om af te wijken van een bestemmingsplan. Het komt in Soest, in deze gemeenteraad en in deze commissie honderden malen per jaar voor, dat er een bouwplan ligt dat niet precies of soms zelfs helemaal niet past in het ter plekke vigerende be stemmingsplan. En altijd is dan de vraag, als er zo'n bouwplan is, ben je als college bereid om die afwijking van dat bestemmingsplan voor te leggen, d.m.v, art. 19 aan de raad, aan GS, voor verklaring van geen bezwaar. En als u vond en vindt, dat deze wethouder toen u gevraagd werd of u die art. 19 wilde starten enthousiast was over het bouwplan, dan heeft u gelijk. Want een college of een wethouder r.o. zal natuurlijk nooit, als ze eerst al die afwegingen heeft moeten maken, bereid zijn om zoiets ingrijpends als het afwijken van een bestemmingsplan te doen voor een plan dat ze niet zien zitten. Nee, je wijkt af van een bestemmingsplan als je vindt dat er vol doende redenen zijn om dat te doen. En natuurlijk zullen we het vanavond denk ik met deze raad nooit in z'n totaliteit eens zijn over of dit plan nou de moeite waard is om daarvoor van het bestemmingsplan af te wijken. En dat is een reden waarom een welstandscommissie, met in ieder geval geen politici erin, ernaar kijkt en zegt: een mooi plan. En als je dat plan dan uiteindelijk voorlegt aan de gemeenteraad en zegt: gemeenteraad we gaan 19 november 199 8

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 304