17 december 1998 -10- dische positie van de gemeente bij eventueel mislopen in het geding is. Kunt u daar misschien nu nog op ingaan, mevrouw Blommers? Ik herhaal mijn bewering dat de wethouder de volle politieke verantwoordelijk heid draagt voor het uit de hand lopen van dit dossier. Mevrouw KOSTER (GL/PS)Inderdaad, C-Drie is een perpetuum mobile, iedere verga dering komt het aan de orde en nu ook weer in de raadsvergadering. Wij zullen inderdaad ook niet de commissievergadering overdoen, maar we willen graag nog wel antwoord hebben op de vragen die we in de commissie gesteld hebben en waarop we tot op heden nog geen antwoord hebben gehad. Wij hebben ook in de commissie vergadering gesteld dat zoals de zaken er nu voorstaan, is het een onder curate le stellen van C-Drie en met C-Drie ook alle andere organisaties die daarbij betrokken zijn, zoals o.a. de bibliotheek. U stelt voor om een gedeeltelijke subsidie te geven. Of dat iets uithaalt en of dat enige lucht geeft, dat vragen wij ons in goede gemoede af. Een subsidie die we tot de voorjaarsbegroting ge ven, zoals de zaken er nu voorstaan, leidt wat ons betreft niet tot een duide lijke verbetering. Op z'n hoogst wat meer druk die we mogelijk erachter kunnen zetten. Zoals de financiële positie op dit moment is, worden we er inderdaad absoluut niet vrolijk van. Meer geld is er ook niet aanwezig. Bij ons rijst sterk de vraag, op alle manieren wordt er nu beknibbeld, is het zo dat wij zoals we nu inderdaad alles bij elkaar gaan schrapen mogelijk over 25 jaar een herha ling hebben van een C-Drie, waar nu allerlei lijken uit de kast komen en over 25 jaar weer allerlei lijken uit de kast komen. Onze zorgen hebben we ook in de commissievergadering uitgesproken. Wij hebben u toen voorgesteld van: stel aan de subsidie voor een half jaar de voorwaarde aan C-Drie en de bibliotheek om een deskundig organisatiebureau in te huren, en de dingen eens duidelijk op een rij tje te zetten. Want alle financiële perikelen lopen door elkaar heen. Zowel t.a.v. de bouw, als t.a.v. de organisatie. Hierop hebben wij tot op heden nog geen antwoord gekregen en wij hebben wel begrepen dat inmiddels door de wethou der hier mogelijk over gedacht is en mogelijk ook gesproken is. Graag uw ant woord daarop Heer VAN VUUREN (GPV/SGP/RPF)Ik heb in de commissie mij enigszins van commen taar onthouden. Dat had ermee te maken dat ik het hele voorstel nog maar in be perkte mate had doorgesproken binnen de fractie en ik dacht van: ik ben er zelf nog nooit geweest in C-Drie, dus wat heb ik voor recht van spreken. Ik heb in middels begrepen dat ik er wel een keer geweest ben, maar dat is heel lang gele den, dus ik heb wel recht van spreken. Maar dat zegt voor mij iets ook over C- Drie. We hebben als raad een cultuurnota aangenomen, waarin we met elkaar hebben afgesproken dat we een budget beschikbaar stellen voor het bieden van cultuur voor allerlei zaken en we hebben daarin indertijd gezocht naar een organisatie die de bewogenheid, bevlogenheid, de zin heeft, om die cultuur te brengen, om daar een theater voor op te richten. Als we dan nu zien dat die cultuurnota van ons, waar we dat contract zijn aangegaan met die organisatie, dat dat niet goed wordt uitgevoerd, dat men jaar in jaar uit met een vergelijkbaar programma komt, waarin men bezuinigingsrondes die drie jaar geleden zijn aangekondigd, op geen enkele wijze inhoud geeft, dat men nu nog aankomt met: ja we hebben dat nog niet in de Ondernemingsraad besproken, dan denk ik: ik zie van die bevlogenheid, van die actieve benadering helemaal niets meer terug. Ik vind dat jammer. Ik ben blij met de actie zoals die nu is. Ik zie dat helemaal niet als een op de stoel gaan zitten van het bestuur. Ik vind dat we een contractpartner hebben die de taak die wij als raad hebben uitbesteed aan hen, op geen en-kele wijze goed uit voert, ik vind het ronduit lamlendig zoals het gebeurt, en dan ben ik blij dat er een zodanig toezicht is op de middelen die wij ter beschikking stellen. Ik ben erg benieuwd naar de maandelijkse rapportages en ik ben benieuwd of we met deze contractpartner op termijn door moeten gaan. Heer LOKKER (CDA)Een aantal commissies eerder hebben wij een aantal voorwaar den gesteld voor de voortgang t.a.v. C-Drie. U voldoet nog steeds aan die voor waarden, dus we hebben geen zin om het op dit moment ter discussie te stellen. U vraagt ons hier om toe te staan bepaalde financiële systematiek, toezicht. We staan daar achter, want het is consequent. Dat wij tijdelijk de zaak wat meer naar ons toetrekken met het accent op tijdelijk, want ik ben het ook eens met de vorige spreker dat we absoluut niet op de stoel moeten gaan zitten van C-Drie of welke instantie die wij ook maar via een budget subsidiëren. En ik ben het er nog minder mee eens, helaas gaf hij dat niet heel duidelijk aan dat wij ons in houdelijk nog gaan bemoeien met het programma e.d. Dat reikt dan verder dan de bevoegdheid van de raad en ik zou dat niet willen doen, dus absoluut in deze

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 327