28 mei 1998
- 2 -
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de percelen Lange
Brinkweg 18c en Kerkpad N.Z. 41
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, zoals we in de commissie al naar voren hebben
gebracht, zijn we uitermate ongelukkig met de gang van zaken hier, op deze
plek. We zijn ook nog eens wezen kijken hoe het er allemaal uitziet en wij
vinden het eigenlijk ook grote aanfluiting voor iets wat wij een beschermd
dorpsgezicht noemen. Wij snappen ook absoluut niet hoe de welstandscommis
sie tot de conclusie kan komen dat deze lelijke carport vlak naast een
gemeentelijk monument geen schade zou doen aan de omgeving. Het is een
uitermate lelijk ding. Wij zouden ons nog kunnen voorstellen dat je daar
een vorm weet te vinden die past in die historische omgeving en dat je daar
dan genoegen mee kunt nemen, maar met deze bouwval zijn wij uitermate
ongelukkig en wij vinden dan ook niet dat hier een voorbereidingsbesluit
moet worden genomen.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, ik wil ook aangeven waarom D66 tegen dit
voorbereidingsbesluit is. Ik kan aansluiten bij mijn voorganger, wij zijn
voor het strak handhaven van bestemmingsplannen in kwetsbare gebieden. En
dat is hier het geval. Dit bouwwerk is neergezet zonder bouwvergunning, ook
daar hebben we altijd moeite mee. En we zijn bang voor een precedentwer
king. Alles bij elkaar redenen te over om tegen te zijn.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP)Voorzitter, de eigenaar van de desbetreffende
woning heeft van een behoorlijk vervallen pand een erg mooi pand gemaakt,
heeft in die zin geïnvesteerd. Ik moet ook zeggen, datgene wat de heer
Witte formuleerde, ik ben ook wat verwonderd over de vormgeving. Ik ben
niet tegen dit voorbereidingsbesluit, maar ik ben wel ervoor dat het
uitvoeren van de mogelijkheid om daar een carport te plaatsen op zo'n
manier te doen dat dit niet kan, dat dit niet mogelijk is wat er nu staat.
Dit ontsiert en in die zin kan ik dat geheel ondersteunen en in die zin
zijn we het wat dat betreft met u eens, want ik begrijp dat de heer Witte
ook zegt: als het ingepast zou worden op een manier die passend is voor de
omgeving, dan zou het misschien moeten kunnen. Dus: voor het voorberei
dingsbesluit, maar ik vind dat er een uitvoering aan gegeven moet worden
waarbij dit niet mogelijk is.
Wethouder KROL: Voorzitter, het betreft inderdaad het achteraf toestaan van
iets dat eerder niet mocht, dat hebben een aantal sprekers ook al aangege
ven. Maar het probleem daarbij is dat in de commissie we daar in eerste
instantie al over gesproken hebben of we deze weg op zouden moeten gaan,
dat is gebeurd met het desbetreffende formulier. Een overgrote meerderheid
van de toenmalige raadscommissie ruimtelijke ordening heeft de wethouder
geadviseerd om de zogenaamde artikel 19 procedure te gaan starten en daar
is dit voorbereidingsbesluit een gevolg van. Ook in de commissie ruimtelij
ke ordening heeft een grote meerderheid dat voorbereidingsbesluit onder
steund. Bij het hele proces zijn ook de welstandscommissie en de monumen
tencommissie betrokken geweest vanwege de bijzondere aard van dit pand. Dat
alles maakt dat het college geen andere keus heeft, gezien de opvattingen
van de raad en de verschillende adviescommissies, dan dit voorbereidingsbe
sluit te nemen.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik vraag me af, de heer Meilof doet een
voorstel: laten we dit voorbereidingsbesluit nemen en dan vervolgens eens
gaan praten in het kader van de artikel 19 procedure en de bouwvergunning
over aan welke vorm het moet voldoen. De constatering van de wethouder is
inderdaad juist dat je via dat lijstje zou kunnen concluderen dat een
meerderheid van deze raad geen bezwaar ertegen heeft dat dit gebouwd wordt,
maar ik kan me ook nauwelijks voorstellen dat deze raad het niet erg
prettig zou vinden wanneer we in een beschermd dorpsgezicht iets zouden
doen dat er veel beter passend bij is dan wat er nu is gerealiseerd. Dus ik
zou eigenlijk uw college willen verzoeken om deze handreiking van de heer
Meilof op te nemen en inderdaad te praten met de heer Van Hurk om te bezien
of daar inderdaad een ander bouwwerk kan komen dan er nu staat.
Wethouder KROL: De opmerkingen van de heer Witte, voorzitter, zijn vol
strekt helder. Het zou ook de normale, correcte procedure zijn als het hier